Voetbaltrainingsoefeningen voor F-pupillen en duiveltjes

Voetbaltrainingsoefeningen voor F-pupillen en duiveltjes "Hoe kan ik een gevarieerde voetbaltraining geven aan F-pupillen of duiveltjes (zoals men in België zegt)?" Een dergelijke vraag stellen honderden goedwillende voetbaltrainers zich wekelijks als ze voor een volgende training staan. Het valt niet altijd mee om aan jonge voetballertjes van 7-8 jaar goede training te geven, maar er zijn genoeg oefeningen en trainingsvormen die leerzaam en leuk zijn.

Voorbereiding van de training

Eigenschappen van zeven- en achtjarige voetballers

Voordat je aan het opzetten van een training begint, is het nuttig om je af te vragen wat de specifieke (voetbal)eigenschappen zijn van spelertjes van zeven en acht jaar.
  • Jonge voetballers zijn snel afgeleid. Train daarom maximaal 1 uur en verdeel de training in verschillende trainingsvormen en oefeningen. Een oefening mag daarom nooit langer duren dan 20 minuten. Dat is tevens de speelduur van één helft in een wedstrijd.
  • Jonge voetballers hebben zelden of nooit problemen met spieren. Daarom is een klassieke warming-up met warmlopen en rek- en strekoefeningen overbodig. Sommige wetenschappers beweren zelfs dat het slecht is voor jonge kinderen. Het is in ieder geval tijdverlies.
  • De meeste voetballertjes van 7 en 8 jaar hebben al één of enkel jaren gevoetbald bij de Nederlandse mini's/kabouters of debutantjes in België. In de eerste jaren hebben de spelers erg veel moeite voor een goede balcontrole. Daar ligt in de eerste jaren ook de nadruk op. Vanaf nu komen ze in een tweede voetbalfase, waarbij ook een medespeler onderdeel wordt van het voetbalspel (dus nog niet de tegenstander, ruimte, tijd, tactiek enzovoorts, dat komt later).
  • Kinderen van 7 en 8 jaar hebben een enorme energie. Echt moe zullen ze niet worden. Op conditie trainen is niet wenselijk en wederom zonde van de tijd. De specifieke voetbalconditie doen de voetballertjes op tijdens de trainingsvormen en wedstrijden. Als ze tenminste enthousiast meedoen.

Standaard benodigdheden

  • Een bal voor elke speler
  • Plusminus 20 pionnen en/of hoedjes om oefeningen uit te zetten
  • Vijftal hesjes voor het partijspel
  • Twee pupillendoeltjes (2 x 5 meter)

Bij sommige trainingsvormen heb je nog speciale zaken nodig, die zullen verderop het artikel bij de desbetreffende trainingsvorm worden aangeven.

Uitleggen van een oefening

Neem voor het uitleggen van een oefening altijd als uitgangspunt; praatje-plaatje-daadje.
  • Praatje: korte uitleg wat de oefening inhoudt (nooit langer dan drie korte zinnen)
  • Plaatje: laat zien waar het gaat gebeuren (de oefening, die je hebt uitgezet)
  • Daadje: laat de oefening zelf één keer zien en geef hoogstens één aanwijzing waar ze op moeten letten. Als de oefening goed gaat kun je altijd een tweede aandachtspunt aanstippen.

Vraag tot slot altijd of de oefening voor iedereen duidelijk is.

De training

Voorbereiding

Zorg dat je voordat de training begint de oefenvormen al hebt voorbereid, zodat je weet wat je gaat doen. Zodra de training aanvangt zouden de eerste oefeningen al uitgezet moeten zijn. Zodoende krijg je een vlotte en gestructureerde training. Indien je acht kinderen of meer hebt, is het raadzaam om in twee groepjes te trainen. Dan krijgen de kinderen meer aandacht én zijn ze minder snel afgeleid. Je moet natuurlijk wel de beschikking hebben over een tweede trainer of behulpzame ouder.

Tijdschema

  • 5 minuten warming-up in spelvorm
  • 15 minuten oefening zonder afwerken op doel
  • 15 minuten oefening met afwerken op doel
  • 20 minuten partijspel
  • 5 minuten opruimen en afsluiting

Warming-up in spelvorm

Slalom estafette
Verdeel de groep in tweeën en maak twee even grote slalomparcoursen van ongeveer 20 meter, met 6-8 pionnen/hoedjes. Zet aan het begin en einde een grotere pion neer. Laat eerst de spelers zonder bal de estafette uitvoeren, waarbij je verschillende varianten hebt. Bijvoorbeeld heen slalommen en terug alleen sprinten, of twee keer slalommen. Laat bij terugkeer de speler eerst rond zijn groep lopen en dan de eerste speler aantikken. Zo voorkom je "valsspelen", omdat een speler niet eerder kan vertrekken. Als je de varianten zonder bal hebt gedaan, kun je dat ook met bal doen, waarbij er per team maar één bal is. Zodoende moeten de spelers de bal op een fatsoenlijke manier overgeven aan de volgende speler.

Bevrijdingsspel
Zet een vierkant uit van ongeveer 20 bij 20 meter. Geef alle spelers een bal, op eentje na, de "jager". De jager probeert de bal af te pakken van één van de andere spelers. Als hem/haar dat lukt pakt hij/zij de bal in de handen en gaat met de benen wijd staan. Degene waarvan de bal is afgepakt wordt de nieuwe "jager". Degene die met de bal in de handen staat en met de benen wijd kan "bevrijd" worden doordat een andere speler hem/haar door de benen speelt. Je kunt dit spel ook spelen met een vaste jager of met meerdere jagers. Een andere variant is dat de jager de bal niet hoeft af te pakken, maar alleen hoeft te tikken.

Oefening zonder afwerken op doel

Ingooien
Maak tweetallen die ongeveer 10 meter uit elkaar staan. Laat speler A ingooien naar speler B. Let op dat speler A met beide voeten op de grond staat, de bal uit de nek gooit en niet onbelangrijk in de voeten van speler B. Dus niet op kniehoogte of met een stuit, maar precies in de voeten. Speler B moet de bal met binnenkant voet aannemen en direct terugspelen naar speler A. Die speelt de bal direct terug naar speler B. Speler B neemt de bal in de handen en gooit op zijn beurt in naar speler A. Die neemt de bal aan, speelt naar speler B, die terugspeelt naar speler A. Hierna begint de oefening opnieuw.
Doel van de oefening: goed ingooien naar de medespeler, goed aannemen van de bal en goed overspelen.

Dribbelen
Zet een vierkant uit en geef alle spelers een bal. Laat de spelers dribbelen in het vierkant, maar ze moeten proberen niet te botsen. Daarna ga je het steeds moeilijker maken. Bijvoorbeeld dribbelen met de verkeerde voet. Dribbelen afwisselend met links en rechts (let erop dat de bal altijd dichtbij de speler blijft). Als variant kun je de spelers ook even laten stilstaan, waarbij ze wel de bal van links naar rechts moeten laten gaan. In feite blijft de bal tussen de voeten, maar de bal mag niet stilliggen. Tot slot kun je de spelers laten dribbelen waarbij ze afwisselend de binnen- en de buitenkant van de voet mogen gebruiken. Als variant kun je op teken van de trainer de spelers een rondje laten maken met de bal. Zowel met de binnenkant van de voet, als met de buitenkant van de voet.
Doel van de oefening: balcontrole

Oefening met afwerken op doel

Penaltyschieten
Alle pupillen mogen na een wedstrijd een penalty nemen. Daarbij worden simpele voetbalwetten niet nageleefd. Tijdens deze training kun je spelers op de volgende zaken wijzen:
  • Neem een penalty altijd met binnenkant voet. Hiermee kun je het beste richten.
  • Kies voordat je een penatly neemt een hoek waar je hem inschiet.
  • Neem een goede aanloop. Dat wil zeggen, vijf grote stappen achteruit, twee grote stappen opzij, zodat je schuin achter de bal staat. (Neem geen extreem lange aanloop, dat heeft geen zin en leidt de concentratie af).
  • Een penalty moet altijd op doel, neem daarom in het begin weinig risico en schiet over de grond. (Daarom standbeen naast de bal, lichaam voorover gebogen over de bal).
  • Als het goed gaat doe je dezelfde oefening, maar dan met het mindere been.

Jonge voetballers vinden penalty's nemen meestal leuk, maar ook makkelijk. Maar met wat aandachtspunten kun je snel vorderingen maken met het goed nemen van een penalty. Veel spelers doen maar wat lijkt het wel.
Doel van de oefening: zuiver leren schieten met de binnenkant van de voet.

Eén tegen één met de keeper
Laat de spelers één voor één alleen op de keeper afgaan. Zorg dat de keeper een beetje uit zijn doel komt om zijn doel te "verkleinen". De speler moet proberen de keeper te omspelen en te scoren. Wellicht verstandig dat de trainer zelf gaat "keepen". De spelers moeten vooral proberen snelheid te houden (immers in een wedstrijd kan er nog een verdediger achteraankomen). Bovendien wordt het voor een keeper moeilijker als de speler op snelheid is. De speler moet wel zorgen dat hij de bal dichtbij houdt. De speler moet kiezen langs welke kant hij de keeper wil passeren. Zomaar tegen de keeper aanschieten is niet de juiste manier.
Doel van de oefening: op snelheid dribbelen en het omspelen van een tegenstander (in dit geval een keeper, maar kan ook een verdediger zijn).

Partijspel

Voor elke speler van elke leeftijd is het partijspel het leukste onderdeel van de training. Daarom is dat altijd de beste afsluiting. Maak twee gelijkwaardige partijen en laat ze vrij voetballen. Als je als trainer zelf meedoet, ga dan keepen en zet enkele mindere spelers in jouw team. Zodoende kun je die meer aan de bal laten komen. De betere spelers kun je dan wat minder vaak laten scoren, omdat je als trainer zelf keept en kunt bepalen wie er wanneer scoort over het algemeen. Zodoende worden de betere spelers ook uitgedaagd. Hou altijd de stand goed bij, want dat is een wezenlijk onderdeel van het voetbal. Beloon de winnende partij, door bijvoorbeeld de verliezende partij te laten opruimen.

Zeker bij de jongere categorie geen speciale regels introduceren, die ze tijdens een echte wedstrijd ook niet hebben (bijvoorbeeld maximaal drie keer raken). Als de bal buiten de lijnen gaat, altijd laten ingooien (en niet intrappen), want in een echte wedstrijd moeten ze ook ingooien. Let er als trainer op dat iedereen aan de beurt komt om in te gooien. Ze moeten het immers allemaal leren. Laat de keeper bij een achterbal uit de handen schieten, ook zoals in een echte wedstrijd.

Afsluiting van de training

Duidelijk zeggen wanneer de volgende wedstrijd en/of training is en hoe laat iedereen er moet zijn. Daarna alles netjes opruimen (met iedereen, of de verliezende partij).

Lees verder

© 2015 - 2024 Tedje8, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De basisprincipes van het trainingsprocesAls trainer of coach moet je jezelf de vraag stellen wat je wilt bereiken met een bepaald individu of een bepaald team d…
Bootcamp: Sporten in de natuurBootcamp: Sporten in de natuurBootcamp: steeds vaker hoor je ervan of lees je erover. Het is een sportmethodiek die in de Verenigde Staten is ontstaan…
Global Bodyweight Training - Zware spierkrachttrainingGlobal Bodyweight Training - Zware spierkrachttrainingGlobal Bodyweight Training is een trainingsconcept ontwikkeld door Mike Fitch. Mike Fitch is een fitness instructeur die…
Tabata interval trainingTabata interval training is een manier van het trainen van je lichaam, ontworpen en uitgewerkt door de Japanse onderzoek…

Penalty én rode kaart na hands: terecht of niet?Penalty én rode kaart na hands: terecht of niet?Een penalty en rode kaart na hands in het strafschopgebied: is dat terecht of niet? De spelregels van het voetbal bepale…
Olympisch vrouwenvoetbal 2021, live op tv en livestreamOlympisch vrouwenvoetbal 2021, live op tv en livestreamIn juli en augustus 2021 wordt het vrouwenvoetbaltoernooi van de Olympische Spelen gespeeld. Nederland doet in 2021 voor…
Bronnen en referenties
Tedje8 (51 artikelen)
Gepubliceerd: 11-09-2015
Rubriek: Sport
Subrubriek: Voetbal
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.