Ajax 1979-1980: Feyenoord wint KNVB-beker in eigen Kuip

Ondanks een rumoerig seizoen bleven de Amsterdammers lang meedoen om de prijzen. Het landskampioenschap werd behaald maar de finale van de Europa Cup 1 helaas niet. Een andere finale bereikten de Amsterdammers wel. Via Haarlem, Vitesse en Roda JC kwam Ajax in de halve finale terecht tegen PSV. Na twee spannende duels ging Ajax door naar de derde achtereenvolgende KNVB-bekerfinale. Na verlies in 1978 tegen AZ '67 en winst in 1979 tegen FC Twente werd nu verloren van aartsrivaal Feyenoord. De Rotterdammers wonnen in hun eigen Kuip met 3-1 van Ajax.

Nu geen misser tegen Haarlem

De eredivisieclubs waren in de eerste ronde vrijgesteld voor het spelen van bekervoetbal. In de tweede ronde moest Ajax het opnemen in en tegen Haarlem. De ploeg van trainer Barry Hughes had ruim een maand eerder in competitieverband met zeer defensief voetbal met 1-1 gelijkgespeeld in De Meer. Ook nu leek Haarlem te gaan stunten want al binnen twee minuten lag de bal achter Ajax-doelman Piet Schrijvers door een kopbal van Martin Haar. Maar Ajax had geleerd van het eerste duel en vond nu wel openingen in de stugge Haarlem-defensie (2-4 winst). Alle Ajax-doelpunten waren van Deense makelij: Frank Arnesen (2 maal), Henning Jensen en Sören Lerby.

Rentree Frank Arnesen

Voor het duel in de derde ronde tegen Vitesse op 13 februari hadden de Amsterdammers een serie van negen achtereenvolgende competitieoverwinningen behaald en waren onbedreigd koploper in de eredivisie. De Arnhemmers, die in de tweede ronde MVV met 3-1 hadden uitgeschakeld, werden dan ook zonder al te veel inspanning aan Ajax-zijde met 3-1 verslagen. Frank Arnesen maakte in deze wedstrijd zijn rentree na tien weken blessureleed en scoorde het eerste Ajax-doelpunt.

Roda JC stunt niet in de beker, wel in de competitie

Roda JC werd twee weken later zonder problemen met 5-1 opgerold door de roodwitten in de eerste wedstrijd van de kwartfinale. De returnwedstrijd in Kerkrade leek dezelfde kant op te gaan toen Frank Arnesen in de 62e minuut Ajax, dat met veel invallers speelde, op een 1-4 voorsprong had gebracht. Toch zorgde Roda JC nog voor een kleine stunt door in twaalf minuten tijd terug te komen tot 4-4, dit tot grote woede van Ajax-coach Leo Beenhakker (‘We zijn geen speeltuinvereniging’). Vier dagen later werd de ‘kleine’ stunt van datzelfde Roda JC een ‘grote’ stunt want Ajax werd na twaalf ongeslagen competitieduels op een 2-1 nederlaag getrakteerd en was de voorsprong op nummer twee AZ ’67 nog maar vier punten.

Ajax wint in Eindhoven

Ook tegen PSV moest Ajax tweemaal aantreden binnen een tijdsbestek van vier dagen. In de competitie werd met 1-1 gelijkgespeeld in een heerlijk spektakelstuk die gevolgd werd door een staande ovatie voor beide ploegen. Ajax-doelman Piet Schrijvers was de grote sta-in-de-weg voor de Eindhovenaren, die pas vijf minuten voor tijd de gelijkmaker konden maken door Willy van der Kuijlen. Vier dagen later won Ajax, in een kwalitatief veel mindere wedstrijd, wel in Eindhoven voor de halve finale van de KNVB-beker. Dezelfde Willy van der Kuijlen had PSV in de vijftigste minuut nog wel op een 1-0 voorsprong geschoten, maar twee minuten later was het Martin van Geel die Ajax terug in de wedstrijd bracht. Negen minuten voor tijd was er een blunder nodig van PSV-doelman Jan van Beveren om Ajax aan de overwinning te helpen. Een schot van Frank Arnesen verdween door de benen van de onfortuinlijke doelman.

Vormcrises bij Ajax

Ajax had een uitstekende uitgangpositie gekregen voor de returnwedstrijd in Amsterdam. Maar nu de prijzen verdeeld zouden gaan worden ging het steeds minder met de Amsterdammers. Een beschamende 3-6 (!) nederlaag werd in eigen stadion geleden tegen MVV en een week later werd met 1-0 verloren van FC Den Haag maar het geluk lachte Ajax toe. Ook concurrent AZ ’67 wist niet te winnen en zodoende bleef de voorsprong van Ajax, met nog twee speeldagen in het vooruitzicht, twee punten. Ook werd Ajax, ondanks een 1-0 zege op het Engelse Nottingham Forest, uitgeschakeld in de halve finale van de Europa Cup 1-toernooi. De 2-0 nederlaag in de eerste wedstrijd was te veel gebleken.

‘Lucky’ Ajax

In de bekerwedstrijd op 29 april tegen PSV bleef de vormcrises aanhouden bij de Amsterdammers, maar ook het geluk. De Eindhovenaren kwamen in de vijftigste minuut op een 0-1 voorsprong door Paul Postuma maar PSV moest nog een doelpunt maken om de finale te halen. Het ‘alles of niets’-offensief werd voor de ploeg van Jan Reker niets. Een minuut voor tijd scoorde Dick Schoenaker de gelijkmaker en met een zwaar bevochten gelijkspel mocht Ajax zich voor de elfde maal in haar bestaan melden voor de KNVB-bekerfinale.

Tweemaal naar De Kuip

Voor het eerst in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal stonden Ajax en Feyenoord tegenover elkaar in de finale van de KNVB-beker. De Rotterdammers hadden stadsgenoot Sparta in de halve finale met 4-0 verslagen, dat was meer dan genoeg om de eerdere 1-0 nederlaag weg te poetsen. Via een loting kwam De Kuip als finaleplaats tevoorschijn en dat betekende dat Ajax binnen zes dagen tijd tweemaal naar hetzelfde stadion moest reizen maar ook tweemaal een prijs kon winnen in ‘het hol van de leeuw’.

Landskampioen

De eerste wedstrijd tegen Excelsior op 11 mei ging om het landskampioenschap. Ajax had aan een gelijkspel genoeg om de titel te prolongeren maar stond al na achttien minuten spelen met 2-0 achter. Maar binnen drie minuten kreeg Ajax weer hoop via een kopbal van Frank Arnesen (2-1), gevolgd door nog een doelpunt van Piet Wijnberg in de 27e minuut (2-2). Ajax lag weer op titelkoers maar meer dan een gelijkspel zat er niet meer in. De Amsterdammers waren daarmee wel kampioen geworden, maar echt glansrijk was het seizoen niet te geweest.

Feyenoord te sterk in de eigen Kuip

Zes dagen later kon Ajax voor de tweede achtereenvolgende jaar de dubbel halen in de laatste officiële wedstrijd van Ruud Krol, de laatste speler van het ‘gouden team’ dat driemaal de Europa Cup 1 had gewonnen. Maar Ajax was gewaarschuwd, in de laatste drie seizoenen had men niet meer gewonnen van de aartsrivaal Feyenoord en de laatste uitoverwinning die genoteerd kon worden stamde zelfs uit het seizoen 1971-1972 toen de Amsterdammers met 1-5 wonnen.

En ook nu lukte het Ajax niet om op zaterdag 17 mei te winnen van Feyenoord in De Kuip voor 52.000 toeschouwers. Frank Arnesen had in de twintigste minuut Ajax nog wel op een 0-1 voorsprong gezet maar voor rust was Feyenoord al teruggekomen via een strafschop (1-1). De strijd werd beslist tussen de 71e en 75e minuut toen Carlo de Leeuw en Petur Petursson de genadeslag aan Ajax gaven. Feyenoord had de KNVB-beker verdiend gewonnen tegen een moegestreden Ajax, dat bij een 0-1 stand ook nog eens een strafschop had gemist via Karel Bonsink. Bij Ajax debuteerde de 18-jarige Frank Janssen in deze bekerfinale.

Topscorers

Selectie