Ajax 1926-1927: Vierde afdelingstitel voor Ajax

In het seizoen 1926-1927 mocht Ajax zich weer kronen tot afdelingskampioen. Na een felle strijd met concurrent Stormvogels uit IJmuiden was Ajax uiteindelijk de beste club in de eerste klasse West I. In de kampioenswedstrijd tegen DFC, welke met 8-2 werd gewonnen, was er een opvallende rol voor weggelegd voor Henk Hordijk. De Ajax-topscorer maakte maar liefst vijf doelpunten in dit duel en was daardoor mede verantwoordelijk voor de vierde afdelingstitel van Ajax in haar eerste klasse-historie.

Discutabel doelpunt

Ajax begon het seizoen 1926-1927 uitstekend door drie achtereenvolgende overwinningen. De eerste nederlaag werd op de vierde speeldag geleden tegen Excelsior aan het Toepad in Rotterdam. Het enige doelpunt werd in de tweede helft gescoord door Manssen maar aan de geldigheid werd flink getwijfeld. Was de bal wel of niet over de doellijn geweest? De Rotterdamse (!) arbiter, die op enige afstand stond, vond het wel een doelpunt. De Ajacieden daarentegen niet en tekenden na afloop protest aan, welke niet zou worden gehonoreerd door de protestcommissie. Een week later kwam Ajax wederom niet tot winst. In een slechte wedstrijd werd ternauwernood met 1-1 gelijk gespeeld in eigen stadion tegen het Haagse VUC. Debutant Ad Wheeler scoorde een paar minuten voor tijd de gelijkmaker voor de Amsterdammers die ook nog een strafschop misten. Op een slecht bespeelbaar veld wegens de hevige regenval voelde Ajax zich op 7 november beter thuis dan Stormvogels. Via o.a. twee doelpunten van Wim Volkers wonnen de roodwitten gemakkelijk met 4-1.

Volksverhuizing naar Hilversum

Op 14 november vertrok er een extra trein uit Amsterdam met supporters richting Hilversum voor de wedstrijd tussen de nummers twee (’t Gooi) en drie (Ajax). Zo’n zevenduizend toeschouwers bevolkten het gemeentelijke sportpark waaronder zich drieduizend Amsterdammers bevonden. Beide teams hadden evenveel punten en stonden één punt achter koploper DFC. Opvallend was het verschil tussen de verdediging en aanval van ’t Gooi en Ajax. De ploeg uit Hilversum had na zes wedstrijden al 25 doelpunten gemaakt, Ajax slechts twaalf. Daartegenover stond weer dat de verdediging van de Amsterdammers viermaal moest vissen, terwijl ’t Gooi al vijftien tegentreffers moest incasseren. Daar kwamen nog eens vier bij want Ajax won de topper met 0-4 door o.a. weer twee doelpunten van Wim Volkers.

Ajax neemt koppositie over

De echte topper kwam een week later in Dordrecht tegen koploper DFC dat één punt meer bezat dan Ajax. DFC was nog ongeslagen en had, net als ’t Gooi, een zeer productieve voorhoede met 28 doelpunten. Door doelpunten van Wim Volkers en Henk Twelker nam Ajax in de eerste helft een 0-2 voorsprong tot groot enthousiasme van de vele meegereisde supporters. In het tweede bedrijf kwamen de Dordtenaren terug via een doelpunt van Eef Ruisch en werd het zeer spannend. Maar het sterkste deel van de Ajax-ploeg, de zo geroemde defensie, hield stand en zo werd een zwaarbevochten overwinning behaald. Ajax had de leiding in de competitie overgenomen van DFC. In een eenzijdige wedstrijd tegen RCH werd door mede door o.a. twee treffers van Wim Volkers en Henk Hordijk simpel met 6-0 gewonnen.

Surprises

De Amsterdammers leken in vorm te zijn gekomen maar Sint-Nicolaas had een enorme verrassing in petto op zijn verjaardag. Op 5 december leek Ajax op papier een ‘makkie’ te hebben tegen rode lantaarndrager HVV, dat nog maar één duel had gewonnen. Maar de geelzwarten uit Den Haag verrasten vriend en vijand en wonnen verdiend met 1-0 van een apathisch spelend Ajax. Een week later leken de Amsterdammers nog steeds niet hersteld van de onverwachte dreun in de Hofstad. Nu was het wederom een laaggeplaatste ploeg dat Ajax een nederlaag bezorgde. Na een 2-2 tussenstand in de tweede helft was het Ok Formanoy die in de 75e minuut het winnend doelpunt maakte voor Sparta.

Toch winnend het jaar uit

Na deze twee opvallende nederlagen won Ajax vervolgens thuis met 3-0 van Excelsior op een zeer zwaar en modderig veld dat door de regen was veroorzaakt. Op Tweede Kerstdag stond de Amsterdamse derby Blauw Wit-Ajax op het programma als laatste wedstrijd van het jaar 1926. Maar het duel werd uitgesteld daar Ajax met de Kerstdagen een vriendschappelijke wedstrijd had gepland tegen de noordelijke eersteklasser Velocitas. Door de slechte gesteldheid van het Ajax-terrein ging dit duel echter niet door. Ajax-trainer Harold Rose vertrok in de laatste week van het jaar terug naar Engeland en werd opgevolgd door zijn landgenoot Stanley Castle, oud-speler van o.a. Chelsea.

Tussenstand

Winst in derby

De uitgestelde derby tegen Blauw Wit stond nu op 2 januari gepland. Het was al weer vier jaar geleden dat beide Amsterdamse rivalen in competitieverband tegenover hadden gestaan. Ajax won 1922 thuis met 4-0 en ook in de uitwedstrijd werd het 4-0, maar nu voor Blauw Wit. Ditmaal moesten de 25.000 toeschouwers in het uitverkochte Stadion genoegen nemen met één doelpunt. Duidelijk was in deze wedstrijd wel dat degene die het eerste doelpunt zou maken waarschijnlijk de gelukkigste zou worden. In de 55e minuut was het Wim Volkers die met een hard schot doelman Jan Schindeler passeerde en de 0-1 scoorde. Het bleek achteraf inderdaad de beslissing te zijn geweest.

Henk Hordijk velt Blauw Wit

Een gehandicapt VUC, dat drie spelers miste door de griep, maakte het Ajax een week later zeer moeilijk. Na de 1-0 achterstand schrokken de Ajacieden pas wakker en versloegen de zwartwitten aan de Loosduinschenweg mede door twee doelpunten van Wout Iseger alsnog met 1-3. Twee weken na de derby tegen Blauw Wit stond de thuiswedstrijd tegen de Zebra’s al weer op het programma. Henk Hordijk werd de grote man bij Ajax door in de eerste helft een zuivere hattrick te maken. Na de theepauze scoorde hij nog eenmaal zodat zijn productie op vier doelpunten kwam in de met 5-0 gewonnen wedstrijd.

Tussenstand

Stormvogels topclub

Duidelijk was wel, met nog drie duels te gaan, dat het afdelingskampioenschap zou gaan tussen Ajax en Stormvogels. De ploeg uit IJmuiden was na de promotie in 1923 naar de eerste klasse een topploeg geworden. In 1924 en 1926 werd men afdelingskampioen en in 1925 tweede. In de kampioenscompetitie van 1924 werd Stormvogels tweede met één punt achterstand op landskampioen Feijenoord en in 1926 vierde. De Ajacieden hadden voor de topper op 23 januari een goede generale gehad door met 5-0 te winnen van Blauw Wit maar ook Stormvogels won met grote cijfers van HVV (1-6) door o.a. vier doelpunten van Jelle Blinkhof.

Kampioenschap is naderbij

De penningmeester van Stormvogels, dat thuis nog ongeslagen was, had in ieder geval een goede dag. De toegangsprijzen waren verhoogd en negenduizend toeschouwers zorgden voor een uitverkocht huis. Uit Amsterdam waren drieduizend supporters in treinen, autobussen en vrachtwagens met Ajax meegekomen naar IJmuiden. Toen scheidsrechter Mutters om tien over twee het beginsignaal gaf was zag men twee nerveuze ploegen die elkaar weinig ruimte gunden. Toch kwam Ajax na een kwartier spelen op voorsprong door Eddy Hamel na een blunder van doelman Thijssen. Na de pauze kopieerde Ajax-doelman Jan de Boer zijn collega door een schot van Houtkamp door zijn handen te laten glippen (1-1). Wout Iseger bezorgde Ajax tenslotte de zege door in de 68e minuut het winnende doelpunt te maken. In een meer spannend dan goed duel werden de Ajax-spelers naar afloop op de schouders weggedragen door een uitzinnige Amsterdamse menigte. Met nog twee thuisduels te gaan leek het kampioenschap Ajax niet meer te kunnen ontgaan.

Onverwachts verlies

Maar verrassend genoeg verloor een zenuwachtig spelend Ajax een week later thuis van ’t Gooi met 1-2. Toen een man met een scorebord rond het veld liep met daarop de ruststand van Excelsior-Stormvogels (2-0) wist iedereen dat Ajax genoeg had aan een gelijkspel maar zelfs dat was een brug te ver voor de Amsterdammers. Doordat concurrent Stormvogels met liefst 7-2 verloor van Excelsior was er in de stand dus verder niets veranderd. Dan maar een week langer wachten op het kampioenschap dachten velen.

Nog geen officiële titel

Dat kampioenschap kwam er inderdaad maar wel pas een maand later. Op 6 februari werd veld op het Ajax-terrein afgekeurd voor de wedstrijd tegen DFC wegens de vele regenval. Stormvogels speelde met 3-3 gelijk tegen het onderaan staande HVV en daarmee leek Ajax kampioen te zijn geworden maar er zat een addertje onder het gras. Stormvogels had geprotesteerd aangetekend wegens een handsbal en wilde na afloop deze niet gegeven strafschop alsnog nemen. De elfmeter werd benut en nu moest de protestcommissie zich over dit voorval buigen. Ajax daarentegen had ’s avonds al wel een kampioensfeest gevierd.

Kampioen in modderballet

Ook in de weken daarna werd er niet gespeeld zodat de laatste wedstrijd pas op 28 februari plaatsvond tegen DFC. Maar ook dit duel had eigenlijk afgelast moeten worden. Door de hevige regenval en stormachtige wind was het nagenoeg onmogelijk te voetballen op de drassige bodem van het Ajax-stadion. Het slechte veld veranderde in een moeras maar zelfs tijdens dit modderballet wisten de Ajacieden toch te imponeren. Bij de rust was de stand al 6-0 in het voordeel van de Amsterdammers. In de pauze werd door beide teams nieuwe en droge kledij aangetrokken voordat men de strijd weer hervatte. Ajax zou uiteindelijk met 8-2 winnen door o.a. liefst vijf treffers van Henk Hordijk. Het protest van Stormvogels, dat nog steeds niet was behandeld, kon definitief de prullenbak in. Ajax was officieel kampioen geworden en dat betekende de vierde afdelingstitel in de historie van de roodwitten in de eerste klasse. Bij de Amsterdammers maakte invaller Wim Ingenbleek zijn competitiedebuut en scoorde tevens zijn eerste doelpunt.

Uitslagen

Eindstand

Topscorers

Selectie