La Liga (Spanje): alle kampioenen tot en met 2019-20

In 1929 werd FC Barcelona gekroond tot eerste kampioen van de Spaanse competitie; La Liga. De grote concurrent van Barcelona in het hedendaagse voetbal is Real Madrid. Real Madrid veroverde de meeste kampioenschappen, gevolgd door FC Barcelona en Atlético Madrid. In totaal werden negen verschillende clubs ooit kampioen van La Liga. FC Barcelona en Real Madrid verdeelden samen meer dan 50% van het totaal aantal kampioenschappen.

• Alle kampioenen La Liga (1929-2020)
• Spaanse kampioenen uitgelicht (1929-1960)
• FC Barcelona
• Athletic Bilbao
• Real Madrid
• Andere kampioenen
• Spaanse kampioenen uitgelicht (1961-2000)
• Real Madrid
• FC Barcelona
• Atlético Madrid
• Andere kampioenen
• Spaanse kampioenen uitgelicht (2000-2020)
• FC Barcelona
• Real Madrid
• Atlético Madrid en Valencia

Alle kampioenen La Liga (1929-2020)

In 1929 was FC Barcelona de eerste Spaanse voetbalclub die een kampioenschap aan haar erelijst toe mocht voegen. Bijna honderd jaar later zijn er in totaal negen verschillende clubs die ooit een kampioenschap wisten te veroveren. In de periode van de Spaanse burgeroorlog, in de jaren 30 van de 20e eeuw, werd geen Spaanse voetbalcompetitie afgewerkt. Alle kampioenen per jaar, op een rij:

Spaanse kampioenen uitgelicht (1929-1960)

FC Barcelona

In het seizoen 1958-59 loste FC Barcelona de recordkampioen Athletic Bilbao af. Voor de zevende keer in de geschiedenis werd de Spaanse competitie gewonnen, en ook het seizoen daarop waren de spelers uit Barcelona de beste. Daarnaast eindigde FC Barcelona vijf keer als de nummer twee van de competitie. Van de eerste dertig jaar dat er gevoetbald werd in de Spaanse competitie, was Athletic Bilbao verreweg de langste tijd recordkampioen van Spanje.

Athletic Bilbao

Athletic Bilbao werd in haar hele geschiedenis acht keer kampioen. Zes keer pakte de club uit Bilbao de titel voor 1960. Van 1931 tot en met 1951 was Athletic Bilbao de recordkampioen van Spanje, en ook in de jaren 1956 en 1957 was Bilbao voor even de recordkampioen. In die periode kwam ook een andere grootmacht stees nadrukkelijker in beeld als uiteindelijke recordkampioen; Real Madrid.

Real Madrid

In 1932 was Real Madrid de club die als eerste eindigde op de ranglijst. Een jaar later was het weer raak. Tot en met 1953 was er een droogte, waarna in 1954 de kampioenschappen van Real Madrid zich langzaam maar zeker op begonnen te stapelen. Zes keer werd Real Madrid in totaal kampioen in de eerste dertig jaar dat de competitie gespeeld werd. Niet genoeg om FC Barcelona en Athletic Bilbao voor te blijven in het aantal kampioenschappen.

Andere kampioenen

Tot en met seizoen 1960 waren er maar liefst zeven verschillende clubs kampioen geworden. Dat is twee minder dan de negen verschillende clubs van de hele historie kampioenen. Real Betis boekte haar enige kampioenschap in 1935 en ook stadsgenoot Sevilla werd elf jaar later voor de eerste en enige keer kampioen van Spanje. Valencia werd drie keer kampioen en Atlético Madrid deed het nog beter, met vier verschillende kampioenschappen. De club uit Madrid pakte twee kampioenschappen toen het nog Atlético Aviación heette.

Spaanse kampioenen uitgelicht (1961-2000)

Real Madrid

Vanaf 1963 is Real Madrid de recordkampioen van Spanje. In de jaren 60 spekte Real Madrid het aantal kampioenschappen. In tien jaar tijd werden er acht kampioenschappen gepakt, met een record van vijf achter elkaar van 1961 tot en met 1965. Als er in het seizoen 1965-66 al drie punten aan een overwinning toegekend was geweest, dan zou Real Madrid zelfs ook die titel gewonnen hebben. Dan zou het negen keer achter elkaar kampioen zijn geworden. Atlético Madrid stak daar echter een stokje voor. Real Madrid presteerde het ook van 1986 tot en met 1990 om vijf keer achter elkaar kampioen te worden. Tot en met 2000 pakte Real Madrid in totaal 27 kampioenschappen, op dat moment elf meer dat rivaal FC Barcelona.

FC Barcelona

In veertig jaar tijd pakte FC Barcelona wederom acht titels. Na het kampioenschap van 1960 duurde het wel veertien jaar voordat FC Barcelona weer kampioen werd. In die tussentijd werd Barcelona wel zes keer tweede en drie keer derde. Het tiende kampioenschap werd in 1985 aan de erelijst toegevoegd. Van 1991 tot en met 1994 werd Barcelona vier keer achter elkaar kampioen, een clubrecord. In die periode was Johan Cruijff trainer van FC Barcelona. FC Barcelona begon aan de nieuwe eeuw met in totaal zestien kampioenschappen.

Atlético Madrid

Atlético Madrid behaalde in gelijke tussenpozen vijf verschillende kampioenschappen. Daarnaast werd het ook vijf keer tweede. Door de toename van vijf titels aan het totaal, sloot Atlético Madrid de eeuw af met negen kampioenschappen in zeventig jaar Spaans voetbal.

Andere kampioenen

Valencia en Deportivo La Coruña werden allebei één keer kampioen in die veertig jaar tijd. Deportivo La Coruña was de negende club die voor het eerst een Spaans kampioenschap wist te veroveren. Real Sociedad werd in 1981 voor het eerst kampioen en prolongeerde die titel een jaar later, om uiteindelijk op twee titels in de gehele geschiedenis uit te komen. Athletic Bilbao plakte er twee kampioenschappen aan vast in een tijdsbestek van veertig jaar en kwam op het uiteindelijke aantal van acht titels.

Spaanse kampioenen uitgelicht (2000-2020)

Waar het verschil tussen Real Madrid en FC Barcelona aan het begin van de eeuw nog op elf titels stond, maakte FC Barcelona het verschil met de jaren iets kleiner, tot acht in 2020.

FC Barcelona

In elf jaar tijd, van seizoen 2008-09 tot en met het seizoen 2018-19 werd FC Barcelona acht keer kampioen. In het seizoen 2018-19 wist FC Barcelona voor de 26e keer de titel te pakken. De keren dat FC Barcelona geen kampioen werd, wist de club aan de Spaanse kust tweede te worden. Daarmee is FC Barcelona de club die het vaakst tweede werd (26 keer). Daarmee staat het boven Real Madrid, die club werd 23 keer tweede.

Real Madrid

In ongeveer twintig jaar zorgde Real Madrid ervoor dat er zeven titels toegevoegd werden aan haar erelijst. De Koninklijke, zoals de club genoemd wordt, werd in het seizoen 2019-20 voor de 34e keer kampioen. Iets meer dan tien jaar eerder wist Real Madrid de derde ster op het shirt toe te voegen. In het seizoen 2011-12 werd voor het eerst de grens bereikt van honderd punten, een record in dat jaar. Een jaar later bereikte FC Barcelona echter ook de grens van honderd punten.

Atlético Madrid en Valencia

Atlético Madrid werd voor de tiende keer kampioen in haar geschiedenis in 2014. Daarop moest de tweede club uit Madrid wel bijna twintig jaar wachten. In al de seizoenen dat Diego Simeone volledig aan het roer stond (vanaf 2012-13), werd Atlético Madrid minimaal derde. Vier keer werd Atlético Madrid derde, twee keer tweede en dus één keer eerste. Van 2000 tot en met 2011 was Atlético Madrid niet bij de bovenste drie te vinden.

Valencia is de enige club, naast Barcelona, Real Madrid en Atlético Madrid, die kampioen wist te worden. In 2002 en 2004 werden de vijfde en zesde titel toegevoegd aan het palmares.

Lees verder

• Alle topscorers in La Liga per seizoen (tot en met 2019-20)