Asynchroon roeien, sneller dan de normale techniek?
Roeien gebeurt al sinds jaar en dag sychroon. Alle roeiers in de boot zetten tegelijk af en zo stuwen ze maximaal voort. Dit zorgt echter voor een grote fluctuatie in de snelheid, waarin wel eens veel energie verloren zou kunnen gaan, het is dan ook zeer de vraag of dit wel de efficientste manier van roeien zou zijn. Bij asynchroon roeien is die fluctuatie een stuk minder en wellicht is deze methode dus ook wel sneller.
Anouk de Brouwer doet haar afstudeeronderzoek over dit onderwerp aan de faculteit Bewegingswetenschappen van de VU, Amsterdam. De meeste informatie die hier beschreven staat is afkomstig van een presentatie over haar project. Dit is dus niet mijn informatie maar heeft dus ook geen geschreven bron. Het is echter wel interessant genoeg om met u allen te delen.
Snelheidsfluctuaties
Roeiers komen vooruit door zich uit te strekken, waarbij ze zich als het ware afzetten tegen het water end e boot naar achter duwen. Daarna trekken ze weer in, waardoor de boot naar voren beweegd. De massa van de boot is kleiner dan die van de roeiers, waardoor hierbij de boot relatief meer beweegd dan de roeiers. De boot versnelt steeds als de roeiers intrekken en remt af als de roeiers afzetten.
De weerstand van de boot met het water kan je berekenen met de volgende formule:
F = 1/2 p * v² * A * C
Waarbij F de kracht van de weerstand is, p de dichtheid van de stof waar je door heen beweegd (hier dus water), v is de snelheid, A is de oppervlakte van de boot, in de beweegrichting en C is een weerstandscoefficient (hier onbelangrijk).
Je ziet dat de weerstand afhankelijk is van de snelheid in het kwadraat. Dit betekend dat als de snelheid twee keer zo groot wordt, dan wordt de weerstand 4 keer zo groot! Een fluctuatie in de snelheid heeft logischerwijs dus een vergrote weerstand tot gevolg.
Een rekenvoorbeeltje maakt het misschien duidelijker. De waterdichtheid verandert nooit, het oppervlak van de boot ook niet zomaar en de weerstandscoefficient ook niet. Omdat die dus altijd hetzelfde zijn kunnen we die hier ook x noemen. Dan is de weerstandskracht nu dus: F = v² * x
Stel, bij een snelheids fluctuatie ga je de helft van de tijd 5 km per uur en de andere helft 10 km per uur. De weerstand bereken je dan met: F = 1/2*5²+1/2*10² * x = 62,5 x (1/2 omdat het de helft van de tijd is)
Bij een constante snelheid precies daar tussenin krijg je deze berekening: F = 7,5² * x = 56,25 x
Conclusie: bij een fluctuerende snelheid in dit voorbeeld heb je een tegenkracht van 62,5 maal een set constante waarden die we hier x noemen. Bij een gemiddelde snelheid heb je een tegenkracht van 56,25 maal dezelfde set constante waarden.Oftewel: bij een constante snelheid ondervindt je minder weerstand.
Asynchroon roeien voor een constante snelheid.
Dan komt nu de vraag, kan je door niet meer tegelijk te roeien bewerkstelligen dat de boot een constante snelheid krijgt? In deze grafieken zie je hoe je de snelheid van boot zou kunnen gaan. In de eerste grafiek zie je fluctuaties, maar in de tweede grafiek doven de pieken gevormd door de ene groep roeiers uit door de dalen van de andere groep en visa versa. Zo ontstaat er een constante snelheid. Nou ja, de praktijk is niet zo mooi, in werkelijkheid zijn de terugtrekfase en de afzetfase niet geheel even lang en daarom is de overlap niet perfect. De fluctuatie verdwijnt dus niet volledig, maar wordt wel sterk gereduceerd.
Meten op ergometers
Anouk de Brouwer heeft het stilstaan van het antifase roeien geweldig meetbaar gemaakt. Zij heeft hiervoor ergometers gebruikt, dit zijn de roeiapparaten die ook in de sportschool staan, om op de kant te kunnen trainen. Ze heeft er twee aan elkaar gemaakt en op wieltjes gezet. Nu kunnen de ergometers net zo bewegen als een roeiboot ten opzichte van de roeiers. Nu liet zij de roeiers op de ergometers in fase en in antifase roeien en het bleek echt dat de roeiers bij antifase bijna stil bleven staan, waar ze bij in fase roeien steeds ruim een halve meter bewogen!
Maar wat betekend dat voor de praktijk? Antifase roeien heeft een nadeel, omdat de bewegingen niet meer gelijk gaan kan je elkaar in de weg zitten. Voor deze vorm van roeien heb je dus een grotere boot nodig! Bovendien is het niet handig om vanaf de start dit te doen. Versnellen gaat synchroon wel beter, dus bij de start moet waarschijnlijk wel synchroon geroeid worden. Daarna vindt er een overgang plaats en kan asynchroon beter zijn. Voorlopig zijn er nog geen harde bewijzen gevonden voor asynchroon roeien. Echter wel sterke indicaties. Zonder twijfel wordt dit verhaal later dus nog vervolgd.