Weidegang voor sportpaarden
De meeste paardenliefhebbers zien een paard graag in de wei staan. Bij recreatiepaarden, fokmerries en de jonge aanwas is weidegang zeer gebruikelijk (regelmatig zelfs nagenoeg permanent). Helaas staan veel sportpaarden toch nog vaak lange tijd op stal of bestaat hun uitje in de buitenlucht uit een kort momentje in de (vaak kleine) zandpaddock. Dit is jammer want weidegang heeft ook voor een sportpaard veel voordelen, al zal het van geval tot geval afhangen of de voordelen opwegen tegen de nadelen.
Een gelukkig paard in de wei
Uiteraard blijft het voor een paardeneigenaar gissen wanneer een sportpaard nu echt gelukkig is. Toch wordt aangenomen dat een paard dat vaak en langere tijd buitenkomt gelukkiger is, dan eentje die een groot deel van de dag op stal moet doorbrengen. Een paard in de wei kan zich vrijelijk bewegen en desgewenst vrolijk bokken, spelen met een soortgenoot of een flinke sprint trekken. Zeker een paard met veel energie kan het zijn ruiter makkelijk en veiliger maken als de overtollige energie er voor de training al af is. Los van de mentale ontlading die dergelijke onbelaste beweging tot gevolg heeft, is dit ook voor het paardenlijf goed. In de vrije natuur legt een kudde toch al gauw een tiental kilometers per dag af, bestaande uit grazen of het zoeken naar gras, spelen en vluchten voor roofdieren. Het paardenlijf is dus ingesteld op deze bewegingen en dit heeft een positieve uitwerking op spieren, pezen en bijvoorbeeld hoeven. Aangezien van een sportpaard wordt verwacht dat deze een prestatie levert is het zaak om het lichaam en de geest zo gezond mogelijk te houden.
Blessures door weidegang
Helaas heeft deze vrije beweging ook een groot nadeel: de kans op blessures is groter. Plotseling draaien, ongecontroleerd bokken of een enthousiaste sliding-stop kunnen wondjes, dikke benen, rondvliegende hoefijzers of peesblessures tot gevolg hebben. Tevens bestaat de kans dat paarden elkaar tijdens het spelen verwonden. Met name hengsten en ruinen kennen een ruig spel.
Daarnaast is ook niet elke wei het hele jaar rond beschikbaar. In sommige gebieden worden de weides in de herfst en winter dusdanig nat, dat verantwoorde weidegang onmogelijk is. Overigens zijn de pezen en banden van paarden die dagelijkse weidegang krijgen, beter bestand tegen eerder genoemde kwetsuren dan die van een paarden die maar zelden worden losgelaten. Paarden moeten ook leren hoe ze in balans moeten blijven op een grasbodem, want dit geeft uiteraard minder grip dan de zandondergrond in een paddock. Zeker als het gras lang en nat is.
Langdurig kauwen
Het verteringsstelsel van een paard is gemaakt voor een constante aanvoer van voedsel. Immers, in de natuur wordt er ook over de hele dag verdeeld gegeten. Op een sportstal wordt er meestal in twee of drie porties ruwvoer aangeboden. Dat is dus geen ideale situatie. In de wei is een paard in de gelegenheid om langere tijd te doen over het eten en doordat er veel kauwbewegingen gemaakt worden wordt er ook veel speeksel geproduceerd wat gunstig is voor de vertering.
Sommige paarden reageren gevoelig op de suikers die in gras zitten. Met name het voorjaarsgras bevat een hoge dosis aan fructaan, wat tot stijve spieren of hoefbevangenheid kan leiden. Dit maakt dat sommige paarden beter gedoseerd geweid kunnen worden (door middel van bijvoorbeeld strookbegrazing). De extreme gevoelige dieren zullen mogelijk beter af zijn in een zandpaddock met hooi.
Sociaal gedrag en afwisseling
Een paard is een kuddedier en sociaal contact is een primaire levensbehoefte. Door paarden te weiden in kuddeverband is er sociaal contact mogelijk en kan er ‘gekroeld’ en gespeeld worden. Vooral de hoger in het bloed staande sportpaarden zijn ‘geestelijk actief’ en hebben behoefte aan afwisseling en uitdaging. Deze paarden zijn vaak gevoelig voor verveling als ze lange tijd op stal moeten staan. Dit kan resulteren in het ontstaan van vervelende gewoontes, zoals de stalgebreken luchtzuigen en weven. Weidegang biedt veel meer afwisseling dan langdurig verblijf in een stal. Er is voor het paard van alles te zien, denk aan passerende auto’s, wandelaars of de vogels in het struikgewas.
Schonere stal
Een erg voor de hand liggend voordeel, maar niet onbelangrijk, is dat een paard dat veel in de wei staat zijn stal schoner houdt. De keerzijde hiervan is dat er in kleine weides, om wormbesmetting te voorkomen, ook mest geruimd zou moeten worden. In een grotere weide is dit minder gebruikelijk. Er zal dan ook regelmatig mest moeten worden gecontroleerd op wormen of de eitjes hiervan. Ook voor de luchtwegen is de frisse buitenlucht gezond. Het stalklimaat is lang niet op elke stal prettig genoeg om lange tijd in te verblijven. Dit kan allerlei oorzaken hebben, zoals stof, een gebrekkige ventilatie, te weinig zonlicht en vieze stallen.
Dekens en weidegang
Het Nederlandse weer laat zich niet altijd goed voorspellen en kan knap wisselvallig zijn. Zeker ’s winters is het dus wel noodzaak dat sportpaarden met de juiste dekens op naar buiten gaan, maar met het ruime aanbod tegenwoordig van regen- en winterdekens hoeft dit geen probleem te zijn. In de zomer kan het zijn dat een vliegen- of eczeemdeken noodzakelijk is om een sportpaard in de wei te beschermen tegen al het rondvliegend gespuis. Het is wel een vereiste om een paard te voorzien van een sterk deken; sommige paarden hebben de nare gewoonte om aan andermans deken te willen trekken.
Organisatorische uitdaging
Weidegang vergt wel enige organisatie. Een kudde bestaat idealiter uit paarden die elkaar goed kennen en die elkaar niet door de omheining jagen. Eén paard uit de weide halen terwijl de rest er omheen drentelt is soms niet handig. Omgekeerd is één paard in de wei achterlaten meestal ook geen succes. Daarnaast zijn er paarden die zich lastig laten pakken. Zeker als ze nog maar net buiten gezet zijn, kan het voor een verzorger een hele klus zijn het paard aan te lijnen. Een eigenaar die zijn paarden aan huis heeft kan de weidegang geheel naar eigen wens in richten, maar op een pensionstal is deze vrijheid er meestal niet en zal in onderling overleg moeten worden bepaald wat het meest ideaal is.
Al met al is er veel voor te zeggen om ook de sportpaarden dagelijks weidegang te bieden. De kans op blessures is groter, maar de onbelaste beweging en het sociaal contact dragen bij aan een geestelijk en lichamelijk gelukkig paard. Indien weidegang onmogelijk is, dan is een zandpaddock een redelijk alternatief. Sowieso is elke vorm van buitenstaan beter dan een hele dag op stal. Paarden hebben vrije beweging en frisse lucht nodig. Uiteindelijk wil elke ruiter een happy athlete onder het zadel. Eentje die elke dag met plezier aan de training begint en het werk goed aankan. Weidegang kan hier zeker aan bijdragen.