Copa Latina: voorloper van de Europacup, 1949-1952
Het idee was niet nieuw: de beste clubs uit verschillende landen om een beker laten spelen. Het beste voorbeeld daarvan vond al sinds 1927 in het midden van Europa plaats: de Mitropa (Mittel-Europa) Cup. Die was na de Tweede Wereldoorlog echter in verval geraakt, waardoor de weg vrijkwam voor een nieuw initiatief: de Copa Latina. Hierin streden de vier kampioenen van Frankrijk, Italië, Portugal en Spanje tegen elkaar.
1949: Het eerste toernooi
Het eerste mini-toernooi om de Copa Latina werd in Madrid en Barcelona gespeeld, kort na het einde van de nationale competities. Deelnemers waren de kampioenen Sporting Lissabon (Por), AC Torino (Ita), Barcelona (Spa) en Stade Reims (Fra).
De halve finales
In de eerste halve finale ontmoette Sporting Lissabon AC Torino. Grote kans dat Torino deze wedstrijd had gewonnen, als niet anderhalve maand eerder het voltallige eerste elftal bij een vliegtuigongeluk was omgekomen. Het jeugdige elftal dat nu aantrad, had weinig kans. Drie goals van de topscoorder van dienst, Fernando Peyroteo – met 40 goals met een straatlengte topscoorder van de Portugese competitie - bezorgden Sporting een 3-1 overwinning. Marchetto maakte het tegendoelpunt voor Torino. Op dezelfde dag trad Barcelona in Barcelona aan tegen Stade Reims. Ook dit was een ongelijke strijd: César maakte er twee, Nicolau, Canal en Seguer elk één in een gemakkelijke 5-0 overwinning.
Barcelona eerste winnaar
Een week later werden de prijzen verdeeld. In Barcelona maakten AC Torino en Stade Reims er voor de derde plek een doelpuntenfestijn van: 5-3. Voor Torino scoorden Pravisano en Carapallese elk twee keer, Marchetto maakte de vijfde. Voor de Fransen waren Meano, Flamion en Pierre Sinibaldi succesvol. De finale vond plaats in Madrid. Dat vormde geen beletsel voor Barcelona, al bleek het niet gemakkelijk om Sporting Lissabon af te schudden. Uiteindelijk maakten Seguer en Basora de twee doelpunten die er toe deden, Jesus Correia scoorde voor Sporting.
1950: Benfica profiteert van thuisvoordeel
De Copa Latina sloeg aan, en een jaar later volgde editie nummer twee in Lissabon. Met vier nieuwe kampioenen: Lazio Roma (Ita), Girondins Bordeaux (Fra), Atletico Madrid (Spa) en Benfica (Por).
Halve finales prooi voor Bordeaux en Benfica
De Franse kampioen Girondins Bordeaux kon in Lissabon niet beschikken over zijn voltallige selectie. De eerste en tweede keeper waren geblesseerd, net als de Luxemburgse sterspeler Camille Libar. Toch won Bordeaux van Atlético Madrid met 4-2, door doelpunten van Garriga, Persillon, Mustapha en Kargu. Voor de Madrilenen vonden alleen de toen bijna 36-jarige Marokkaan Ben Barek en de Zweed Carlsson het doel. De eerste Nederlander die aan dit toernooi meedeed, Bertus de Harder van Bordeaux, raakt in deze wedstrijd aan zijn knie geblesseerd en miste daardoor de finale. Benfica had in de andere halve finale weinig moeite met Lazio Roma, een team met goede voetballers (Nyers, Trevisan, Puccinelli) maar zonder echte toppers. Arsenio, Corona en Rogerio maakten er 3-0 van.
Winst na sudden death
Een dag later al (11 juni) werden de kleine en grote finale gespeeld. Atletico Madrid trok de derde plaats naar zich toe door met 2-1 van Lazio te winnen (goals van Ben Barek en Escudero, tegengoal van Sentimenti III). De finale werd een uitputtingsslag. Zelfs na verlenging bleef het gelijk. Voor Benfica scoorden Arsenio, Corona en Pascoal, Doye (de vervanger van De Harder) maakte er twee voor Bordeaux, Persillon eentje. Gevolg was dat beide teams op 18 juni opnieuw tegenover elkaar stonden. En weer was het spannend. Lange tijd was het doelpunt van Kargu (Bordeaux) het enige van de wedstrijd. Totdat de topscoorder van het toernooi, Arsenio, in de negentigste minuut gelijk maakte. Er moest worden verlengd, maar dat leverde in een half uur niets op. Daarna werd besloten tot sudden death: wie het eerste scoorde, had gewonnen. Uiteindelijk, na 26 minuten sudden death maakte Julinho voor Benfica de winnende treffer.
1951: Gemakkelijke winst voor AC Milan
Onder de vier deelnemers van 1951 zaten twee oude bekenden: Sporting Lissabon (1949) en Atletico Madrid (1950) hadden al eerder meegedaan, het thuisspelende AC Milan en Olympique Lille waren nieuw. Lille was overigens geen kampioen van Frankrijk, maar met hetzelfde puntenaantal als tweede achter OGN Nice geëindigd.
Doelpuntrijke halve finales
Op 20 juni was AC Milan oppermachtig ten opzichte van de Spaanse kampioen Atletico Madrid, waar Ben Barek ondertussen zijn schoenen aan de wilgen had gehangen. Renosto scoorde driemaal in de 4-1 overwinning, vaste topscoorder Gunnar Nordahl vond één wel voldoende. Diens landgenoot Carlsson maakte de eretreffer voor Atletico. Twee dagen later beleefde Frans international (23 interlands, vier goals) André Strappe de dag van zijn leven. Nadat de eerste confrontatie tussen Lille en Sporting Lissabon in 1-1 was geëindigd (doelpunten van Jensen en Vasquez), werd de replay een waar doelpuntenfestijn. Via 3-1 werd het 4-4 na negentig minuten, in de verlenging trok Lille met 6-4 aan het langste eind. Vasquez maakte er drie voor zijn ploeg (de andere was van Caldeira), maar Strappe spande de kroon. Maar liefst vijf keer vond hij het net. Het andere Franse doelpunt kwam van Tempovski. In de Franse defensie speelde de Nederlandse international Cor van der Hart, die twee dagen later de eerste landgenoot werd die een Copa Latina-finale speelde.
Nordahl maakt het verschil
Nadat 15.800 toeschouwers in San Siro eerst Atletico Madrid plek drie zagen veroveren (3-1 winst op Sporting Lissabon, met goals van (wederom) Carlsson, Mascaro en Paya, tegendoelpunt Travassos), traden AC Milan en Olympique Lille aan voor de hoofdprijs. In Nederland staat Van der Hart bekend als een van ’s lands meest elegante en beste verdedigers ooit, in Milaan bleef de Franse verdedigign in gebreke. Misschien was de vermoeidheid nog te groot, maar met Nordahl in de Italiaanse hoofdrol werd het nooit een echte wedstrijd. Bij rust was het al 3-0 (twee van Nordahl, een van Burini) en in de tweede helft kwamen er nog twee Italiaanse doelpunten bij (Nordahl en Annovazzi). Het beroemde Zweedse trio GRE-NO-LI (Gunnar Gren, Gunnar Nordahl en Nils Liedholm) had AC Milan na het landskampioenschap opnieuw een titel bezorgd.
1952: Barcelona wint voor de tweede keer
Als laatste was in 1952 Frankrijk aan de beurt als gastland. Ditmaal was OGC Nice, wederom Frans kampioen, wel bereid om aan het mini-toernooi in Parijs mee te doen. Ook Juventus (Ita) was nieuw, Barcelona (tweede keer) en Sporting Lissabon (derde keer) niet.
Halve finales eindigen in 4-2
De twee halve finales van deze editie werden beiden al in de eerste helft beslist. Zowel OGC Nice als Barcelona nam een 3-0 voorsprong op zijn tegenstander, die dat niet meer konden herstellen. In de 4-2 van OGN Nice tegen Sporting Lissabon scoorde Carré tweemaal, de Argentijn Carniglia en Courteaux maakten er elk een. Albano en Verissimo scoorden tegen. Barcelona boekte tegen het Deens georiënteerde Juventus (Karl Aage Hansen, John Hansen en Karl Aage Praest stonden in de basis) eveneens een 4-2 overwinning. Basora (2), Manchon (1) en Kubala (1), scoorden. De Italiaanse vedette Giampiero Boniperti maakte de tegendoelpunten.
César de gevierde man bij Barcelona
Nadat voor een magere zevenduizend toeschouwers Juventus in Parijs Sporting Lissabon versloeg met 3-2 (Boniperti, Karl Aage Hansen en Vivolo voor Juve, Martin tweemaal voor Sporting), kwamen de mensen een dag later iets massaler (23 duizend) naar de finale tussen Barcelona en OGC Nice in het Parc-des-Princes. Zij zagen een wat teleurstellende wedstrijd, waarin beide verdedigingen lang de nul konden vasthouden. Uiteindelijk vond spits César in de tachtigste minuut wel een gaatje en veroverde Barcelona als eerste club voor de tweede keer de Copa Latina.
Spanje wint landenklassement
Behalve een individuele winnaar was de Copa Latina ook een wedstrijd tussen de deelnemende landen. Telkens na vier edities - tweemaal dus in de geschiedenis van de beker - werd een landenklassement opgesteld aan de hand van een puntensysteem. Vier punten voor de winnaar, drie voor de verliezend finalist, enzovoort. De eerste winnaar werd Spanje, via tweevoudig winnaar Barcelona (acht punten) en de twee derde plaatsen van Atletico Madrid (vier punten) in de tussenliggende jaren. Tweede werd Frankrijk met 10 punten, gedeeld derde Italië (9) en Portugal (9).