Golfsport spelformules
Er bestaan vele verschillende spelformules in de golfsport. Wat zijn de meest voorkomende spelvormen en hoe werken deze precies?
Basisprincipes
Er zijn heel wat spelformules mogelijk, maar ze zijn altijd gebaseerd op één van de volgende twee principes:
- er wordt gespeeld in Strokeplay d.w.z. een wedstrijd in slagen met of zonder handicap verrekening.
- er wordt gespeeld in Matchplay d.w.z. een wedstrijd per hole met of zonder handicap verrekening.
Strokeplay kent twee varianten voor wat de puntentelling aangaat:
- Stableford: een puntentelling in verhouding tot het aantal slagen per hole.
- tegen PAR / tegen BOGEY: een +/-/0 telling in verhouding tot het aantal slagen per hole.
Strokeplay kent één variante wat de score aangaat:
- American Strokeplay: waarbij de score op een hole niet hoger kan zijn dan 2x de waarde van de PAR van de hole +1
Single
Iedere kant bestaat uit één speler, de mogelijke spelvormen zijn:
- Single Strokeplay
- Single Stableford
- Single tegen PAR / tegen BOGEY
- Single Matchplay
Vier-bal
Iedere kant bestaat uit twee spelers, de mogelijke spelvormen zijn:
- Fourball Betterball (4BBB): ieder speelt zijn eigen bal, alleen de beste score van een kant telt, 4BBB kan gespeeld worden in Strokeplay, Stableford, tegen PAR/Bogey of in Matchplay.
- 4B Aggragate: beide scores van een kant worden opgeteld, 4BAggregate kan gespeeld worden in Strokeplay, Stableford, tegen PAR/Bogey of in Matchplay.
Drie-bal
De spelvorm drie-bal wordt ook wel ‘bestball’ genoemd en vier-bal ‘betterball’. Bij deze spelvorm speelt een speler tegen de twee andere spelers (drie-bal). De beste score van beide spelers telt dan voor de wedstrijd. Bij de drie-bal wordt de beste speler op handicap nul gezet en de andere spelers krijgen ¾ van het verschil aan slagen weer genoteerd op de scorekaart. Meestal wordt deze wedstrijd als matchplay gespeeld.
Twee-bal
Iedere kant bestaat uit twee spelers, de mogelijke spelvormen zijn:
- Foursome: iedere kant speelt met één bal; de een slaat af op de even- en de ander op de oneven holes en spelers slaan om beurten. Foursome kan gespeeld worden in Strokeplay, Stableford, tegen PAR/Bogey of in Matchplay.
- Greensome: beide spelers slaan af op iedere hole, vervolgens kiest de kant de bal waarmee de hole zal beëindigd worden. De spelers slaan vervolgens om beurten. Greensome kan gespeeld worden in Strokeplay, Stableford, tegen PAR/Bogey of in Matchplay.
Chapman
Iedere kant bestaat uit twee spelers. Beide spelers slaan af op elke hole, spelers wisselen elkaars bal, slaan die en kiezen daarna de bal waarmee de hole zal beëindigd worden. De spelers slaan vervolgens om beurten. Chapman kan gespeeld worden in Strokeplay, Stableford, tegen PAR/Bogey of in Matchplay.
Scramble
Iedere kant bestaat uit 2, 3 of 4 spelers. Ieder speler van een kant speelt zijn eigen bal. Na elke slag wordt de beste bal gekozen en van die plaats spelen alle spelers hun volgende bal. Scramble kan gespeeld worden in Strokeplay of Stableford.
Texas Scramble
Variante op scramble, een wedstrijdvorm tussen teams van twee of meer spelers. Alle spelers van een team slaan af en kiezen dan de beste van die afslagen. Alle andere ballen worden opgenomen en geplaatst binnen een stoklengte van de beste bal. Dat principe wordt net zolang volgehouden tot de eerste bal in de hole is. Texas Scramble kan gespeeld worden in Strokeplay of Stableford.
Amerikaantje
Een kant bestaat uit 3 spelers. Iedere speler speelt zijn eigen bal. Op iedere hole zijn 6 punten te winnen. De mogelijke puntenverdeling zijn: 4-2-0, 4-1-1, 2-2-2, 3-3-0. Amerikaantje wordt gespeeld in
Matchplay.
Delany
Iedere kant bestaat uit twee spelers. Iedere speler speelt zijn eigen bal. Beide netto scores vormen samen een getal. Scoren geen van beide spelers een netto par of beter, dan vormt de hoogste netto score de tientallen van het getal, de laagste netto score vormt de eenheden van het getal.
Scoort één van beide spelers wel een netto PAR of beter, wordt de volgorde omgedraaid. Delaney wordt gespeeld in
Strokeplay.
Stokken wedstrijd
Een kant bestaat uit één speler. De speler speelt met een beperkt aantal clubs. Stokkenwedstrijd kan gespeeld worden in Strokeplay, Stableford.
Vossenjacht
Een kant bestaat uit één speler. Eén speler, de vos, speelt voorop. Zijn netto score op elke hole bepaalt de PAR voor alle volgende spelers. Vossenjacht wordt gespeeld in Strokeplay of Stableford.
AM-AM
Een kant bestaat uit 3 of 4 amateur spelers. AM-AM kan gespeeld worden in Strokeplay, Stableford of tegen PAR/Bogey. De mogelijke vormen zijn:
- 3AM-1BB kant bestaat uit 3 spelers, de beste score van de 3 spelers telt.
- 3AM-2BB kant bestaat uit 3 spelers, de twee beste scores van de 3 spelers worden samengeteld.
- 3AM-3BB kant bestaat uit 3 spelers, de 3 scores worden samengeteld.
- 4AM-1BB / 4AM-2BB / 4AM-3BB / 4AM-4BB
Pro-AM
Een kant bestaat uit één PRO en 1, 2 of 3 amateurs. Pro-AM kan gespeeld worden in Strokeplay, Stableford of tegen PAR/Bogey. De mogelijke vormen zijn:
- Pro-AM 2B een kant bestaat uit één pro en één amateur, de beste score telt.
- Pro-AM 3B een kant bestaat uit één pro en 2 amateurs, de beste score telt.
- Pro-AM 4B een kant bestaat uit één pro en 3 amateurs, de beste score telt.
Vlaggenwedstrijd
Een kant bestaat uit één speler. Elke speler plant zijn vlaggetje met zijn naam op de plaats waar zijn bal ligt, nadat hij het toegestane aantal slagen gedaan heeft, namelijk een aantal dat gelijk is aan de PAR vermeerderd met zijn handicap: een speler, bijvoorbeeld met handicap 24, die op een baan speelt met PAR 71, heeft een krediet van 95 slagen.
Koordjeswedstrijd
Een kant bestaat uit één speler. Spelvorm waarbij men zijn bal mag verplaatsen naar waar men wil. Daarbij moet de speler telkens een stuk koord afknippen dat gelijk is aan de verplaatste afstand. Elke speler krijgt een bepaalde lengte koord volgens de handicap.
ShootOut
ShootOut is met name leuk voor het publiek en wordt om die reden vaak gespeeld bij professionals. Om een van te voren vastgesteld prijzenbedrag gaan 9 spelers de baan in. Een aangewezen scheidsrechter zoekt op een hole een (lastige) speelsituatie uit, waarna alle spelers vanuit deze opgedragen positie hun bal slaan (bijvoorbeeld vanuit een lastige bunker bij de green).
De speler die in de betreffende speelsituatie de slechtste score heeft valt af. Voor de overgebleven spelers zoekt de referee een nieuwe speelsituatie op de volgende hole. Wat vaker gebeurt, is dat de 9 spelers gewoon de hole spelen en dat de referee bij twee of meer gelijken de beschreven situatie kiest. De speler die dan het laatst overblijft wint de ‘Shoot out’.
Rabbit
De ‘Rabbit’ is een spelvorm die wordt georganiseerd om de beginnende golfer ervaring op te laten doen met het spelen van een wedstrijd en het spelen met andere mensen. Iedere speler krijgt een handicap mee van 54 en op het eind van de ronde wordt er geteld op basis van Stableford. Degene met de meeste Stableford punten wint de wedstrijd.
Meestal gaat er per flight een meer ervaren speler mee om waar nodig tekst en uitleg te geven. Het gaat bij de Rabbit wedstrijden dus enerzijds om het leereffect en anderzijds om beginnende golfers enthousiast te maken voor het behalen van een (actieve) handicap. Als deze wedstrijd wordt georganiseerd voor golfers met een handicap tussen de 54 en 37 dan wordt meestal met volledige handicap verrekening gespeeld in de Stableford vorm. Men krijgt dan het volgens de course rating op de scorekaart aangegeven aantal slagen.
Zweedse wedstrijd
Bij de ‘Zweedse wedstrijd’ wordt de eerste 9 holes Strokeplay gespeeld en de tweede 9 holes vervolgens in Stableford. De telling wordt dan dat de Stableford punten moeten worden afgetrokken van het netto aantal slagen bij het Strokeplay gedeelte. Er vindt weer volledige handicap verrekening plaats op basis van de course rating. Wordt de Zweedse wedstrijd met paren gespeeld krijg een team 3/8 van de gezamenlijke handicap als slagen mee de baan in.
Tegen-par
Bij de wedstrijdvorm ‘Tegen-par’ spelen alle deelnemers tegen de par van de baan een vorm van matchplay. Als een speler ‘netto’ (aantal slagen minus de eventueel te ontvangen slagen) een betere score heeft dan de par van de baan dan schrijft hij een ‘+’ op de kaart. Bij gelijk aan de baan een ‘0’ en bij slechtere netto score een ‘-‘.
Handicap verrekening bij ‘Tegen-par’: ¾ van de handicap van de speler wordt verrekend. Iemand met handicap 20 krijgt bij ‘Tegen-par’ dus 15 slagen mee (20 x ¾). De 15 extra slagen worden ingevuld bij de 15 moeilijkste holes, aangegeven met de stroke index 1 t/m 15.
Bisque
Bisque is een afgeleide van Tegen-par. Hierbij mag de speler zelf bepalen waar hij of zij de slagen invult, onafhankelijk dus van de stroke index.