Wat is zaalvoetbal?
Zaalvoetbal is een variant van voetbal, welke in de zaal gespeeld wordt. De sport wordt tegenwoordig aangeduid met de term “Futsal”. Futsal is een samentrekking van twee Spaanse woorden: ‘futbol’ (voetbal) en ‘sala’ (zaal). Voor de buitenstaander lijkt zaalvoetbal veel op het bekende voetbal op de velden, maar snelheid van het spel maakt een andere speelwijze noodzakelijk.
De sport wordt gespeeld in de zaal met een ‘plofbal’. De plofbal stuitert nauwelijks en de eigenschappen van de bal verschillen aanzienlijk van de bal die gebruikt bij veldvoetbal. Tijdens een wedstrijd spelen twee teams met ieder vijf veldspelers tegen elkaar.
Geschiedenis
Futsal is ontstaan in Argentinie in de jaren dertig van de vorige eeuw. Pas in de jaren 60 waaide de sport over naar Nederland om vervolgens vanaf 1968 een onderdeel van de KNVB te worden, toen nog onder de naam zaalvoetbal. In 1977 speelde Nederland voor het eerst een interland, welke werd verloren van België. In 1988 was het eerste officiële WK in Nederland en de finale verloor Nederland van Brazilië, welke vervolgens ook de daaropvolgende WK’s van 1992 en 1996 wist te winnen. Pas in 1999 is er een officieel EK en dat werd gehouden in Spanje.
Verschillen ten opzichte van voetbal
Het meest in het oogspringende verschil is dat Futsal binnen gespeeld wordt, maar ook het veld is kleiner. Doordat futsal in een kleine ruimte met een klein aantal spelers gespeeld wordt, ligt het aantal balcontacten veel hoger dan bij veldvoetbal. Door het spelen in een kleine ruimte is het nodig sneller te spelen en is zaalvoetbal intensiever dan veldvoetbal.
De regels van futsal verschillen op veel punten van voetbal. De belangrijkste verschillen zijn:
- intrappen in plaats van ingooien;
- fysiek contact is verboden;
- een gele kaart resulteert in een tijdstraf van 2 minuten;
- terugspelen op de keeper is niet toegestaan;
- er mag onbeperkt gewisseld worden.
Het geringste fysieke contact leidt tot een strafschop, hetgeen voor veel veldvoetballers veel aanpassing vergt.
Het Speelveld
Het speelveld is een rechthoek met een lengte van 38 meter en een breedte van 20 meter.
Het speelveld is afgebakend met duidelijke zwarte lijnen. De lijnen zijn vijf cm breed, maar in het doel zijn ze 8 cm breed. De lijnen aan de zijkant heten zijlijnen en bij de doelen heten doellijnen. Het speelveld is in twee helften opgedeeld door een lijn, de middellijn. Op het midden van deze lijn ligt het middelpunt, waarvandaan de aftrap geschiedt. Op één zijlijn is aan weerszijden van de middellijn een korte streep aangebracht als afbakening van de wisselstrook.
Voor de doelen ligt een doelgebied, welke afgerond hoeken heeft en dus niet rechthoekig is zoals met voetbal. Op een afstand van 6 meter tegenover het midden van de doellijn ligt de strafschopstip. Deze ligt op de rand van het strafschopgebied.
Op het midden van de doellijnen zijn de doelen geplaatst. De doelen zijn 3 meter breed en 2 meter hoog. Het doel heeft een diepte van 1 meter.
De spelers
Een wedstrijd wordt gespeeld door twee teams die ieder bestaan uit 5 spelers, waarvan er één de doelverdediger is. De doelverdediger moet zich in zijn kleding onderscheiden van de veldspelers. Ieder team heeft de beschikking over wisselspelers met een maximum van 6 spelers. Deze wisselspelers kunnen naar eigen inzicht op ieder moment worden ingezet.
Het wisselen dient te gebeuren in het daarvoor bestemde deel van het veld. Het veld moet verlaten worden op de plaats waar de wisselspeler het veld inkomt. De wisselspeler mag niet eerder het veld in dan dat de te vervangen speler het veld verlaten heeft.
Bij foutief wisselen dient de fout bestraft te worden door een vrije schop op de plaats waar de bal zich bevond op het moment van overtreding. Bij herhaling van foutief wisselen wordt de betrokken speler bestraft met een tijdstraf van 2 minuten.
Geblesseerde spelers mogen op elke plek het spel verlaten.