Verstrekking en intrekking licentie KNVB: eisen en gevolgen
Om als betaald voetbalclub actief te kunnen zijn in de Eredivisie of Jupiler League is een licentie nodig. Deze wordt verstrekt door de licentiecommissie van de KNVB. Daarvoor moet worden voldaan aan een hele lijst met eisen. Gedurende de competitie zijn clubs verplicht diverse rapportages te verschaffen aan de commissie zodat hun voortgang kan worden gemonitord. In het ergste geval kan de licentiecommissie van de KNVB besluiten tot intrekking van de licentie. Een club kan dan niet langer uitkomen in een profcompetitie. Dit overkwam FC Twente in 2016. Zij kregen wel een licentie om deel te nemen aan de Jupiler League in het seizoen 2016/2017. Dit besluit werd later door de beroepscommissie ongedaan gemaakt.
KNVB licenties
Taak licentiecommissie KNVB
Om als betaald voetbalclub (BVO) actief te mogen zijn is een licentie van de KNVB vereist. Deze licentie wordt door de
licentiecommissie verstrekt indien een betaald voetbalclub (voorwaardelijk) aan alle door deze commissie gestelde eisen heeft voldaan. Deze eisen zijn ingedeeld in vijf categorieën. Het huidige licentiesysteem (2018) bestaat sinds 2004.
De licentiecommissie van de KNVB stelt zich tot doel om de continuïteit en de eerlijkheid van de Nederlandse betaald voetbal-competities te waarborgen. Daarvoor kijkt het naar de volgende aspecten:
- Heeft een club de financiële huishouding op orde?
- Voldoet een club aan de jaarlijkse veiligheidsaudit?
- Voldoet de organisatie van een club aan de gestelde eisen?
- Is de kwaliteit van de jeugdopleiding voldoende?
- Is de juridische structuur, invulling van de arbeidsorganisatie en de administratie in orde?
A- en B-eisen
De eisen die de licentiecommissie stelt worden opgedeeld in twee categorieën: A en B. Clubs moeten aan beide eisen voldoen, maar de sanctie bij niet voldoen is verschillend. Voldoet een club niet aan een van de A-eisen dan kan zij worden verplicht om een plan van aanpak in te dienen dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de commissie. Vervolgens maakt de commissie kenbaar welke sanctie zal worden opgelegd wanneer een club niet binnen een bepaalde termijn uitvoering geeft aan het plak van aanpak. Voldoet een club niet aan een van de B-eisen dan kan daarvoor direct een
boete worden opgelegd en wordt een termijn gegeven waarbinnen alsnog aan de eis moeten worden voldaan.
Als een club een betalingsachterstand heeft bij een andere club in verband met een transfer, de Stichting Contractspelersfonds KNVB (CFK) of bij haar eigen personeel dan kunnen ook
punten in mindering worden gebracht in de lopende competitie.
Financieel Rating Systeem (FRS)
Wanneer een club in de problemen komt en een sanctie van de licentiecommissie dreigt dan heeft dit in het grootste deel van de gevallen te maken met financiële zaken. Elke club is verplicht om op verschillende momenten in het jaar financiële rapportage in te dienen. De commissie destilleert hieruit een aantal gegevens zoals de buffer van liquide middelen, de toekomstige netto marge, de personeelskostenratio en de begrotingsdiscipline. Aan elke van deze categorieën wordt een puntentotaal toegekend. Op basis van het aantal behaalde punten wordt een club ingedeeld op categorie I, II of III. Een club die zich in categorie I bevindt zit in een gevarenzone. De financiën zijn hier onvoldoende op orde. Een plan van aanpak zal dan tot verbetering moeten leiden. Gebeurt dit niet dan kan een sanctie worden opgelegd, uiteenlopend van een geldboete tot intrekking van de licentie. Voor clubs die uitkomen in de Champions League of Europa League kunnen zwaardere eisen gelden.
Worst case: intrekking licentie
De zwaarste sanctie die de licentiecommissie kan uitdelen is het intrekken van de licentie. Deze sanctie staat beschreven in artikel 12 lid 2, aanhef en onder c van het Licentiereglement. Effectief betekent dit dat een club niet langer kan uitkomen in een betaald voetbal-competitie. Het kan zich dan alleen nog inschrijven om deel te nemen aan een competitie op amateurniveau. In de regel betekent dit doorgaans het faillissement van de club.
FC Twente
In 2016 kreeg
FC Twente te maken met deze zware sanctie van de licentiecommissie. Nadat FC Twente in 2015 en 2016 al meermaals bestraft was met puntenaftrek besloot de licentiecommissie in mei 2016 tot intrekking van licentie. Volgens het licentiereglement had het de keuze tussen het opleggen van een boete van maximaal € 45.250 of het intrekken van licentie. Omdat het de eerste straf te licht en de laatste te zwaar vond, koos het voor een tussenvorm. De licentie werd ingetrokken maar direct daarop volgens werd een licentie verstrekt om uit te kunnen komen in de Jupiler League, het tweede niveau in Nederland. De straf kan worden gezien als een gematigde vorm van de zwaarste straf. Omdat FC Twente het niet eens is met de oplegging van deze straf stapte het na de uitspraak van de licentiecommissie naar de burgerrechter om het besluit aan te vechten. De rechter kon niets voor de club betekenen maar de beroepscommissie van de KNVB maakte de straf alsnog ongedaan waardoor FC Twente in het seizoen 2016/2017 toch op het hoogste niveau uit mag komen.
FC Utrecht
In 2016 werd ook FC Utrecht bedreigd met een sanctie. Deze betrof niet de KNVB-licentie maar de UEFA-licentie voor deelname aan Europees voetbal. Ook voor deelname aan de Europa League moet een licentie worden afgegeven. Omdat FC Utrecht met de commissie verschilde van mening over een essentiële eis (het betalen van bepaalde vergoedingen aan andere clubs) is door het bureau licentiezaken van de KNVB, dat de aanvragen voor een Europese licentie behandelt geen Europese licentie afgegeven. FC Utrecht kan tegen deze beslissing in beroep gaan mocht het op basis van de resultaten een ticket voor de Europa League bemachtigen.