Biologisch paspoort: spoort doping op
Thomas Dekker gaat in 2009 niet naar de Tour de France omdat er in zijn bloed dynepo zou zijn aangetroffen. Dit kon worden aangetoond door het biologisch paspoort . De Internationale wielerunie UCI heeft dit biologische paspoort op 1 januari 2008 ingevoerd. Maar wat is een biologisch paspoort nu eigenlijk?
Bloed- en urineafnames vergelijken met voorgaande resultaten
Door steeds opnieuw bloed en urine af te nemen en dat te vergelijken met de waarden van bloed en urine van voorgaande keren, wordt doping ontdekt aldus de Wielerunie. Er wordt voor het paspoort naar een aantal verschillende zaken gekeken, waaronder hematocriet en hemoglobine. Een biologisch paspoort wijst vooral bij duursport uit of er stoffen zijn gebruikt die op de lijst van verboden middelen staan.
Biologisch of biomedisch paspoort
Het biologisch paspoort wordt ook wel biomedisch paspoort genoemd. Als een sporter verboden middelen gebruikt is dat terug te zien in het bloed en in de urine. Door voortdurend in de gaten te houden hoe beide lichaamsstoffen er uit zien en hoe ze eventueel veranderen, wordt het gebruik van verboden middelen opgespoord. Daarvoor zijn dan natuurlijk wel flink wat controles nodig. Sinds invoering van het biologisch paspoort zijn ongeveer 8000 bloed- en urinemonsters genomen van zo’n 840 wielrenners. De basisgegevens, dus toen het paspoort werd opgesteld, worden steeds vergeleken met de resultaten van de proeven die totaal onverwacht worden genomen. Vaak worden controles namelijk niet aangekondigd en moet op een moment dat de sporter het niet verwacht bloed geven of in een bekertje plassen. De proftourploegen betalen ieder zo’n 120.000 euro per jaar voor deze controles. Ook de organisatoren van wielerwedstrijden en de wielrenners zelf betalen mee aan de controles en het paspoort. De sporters dragen zelfs 2 procent af van hun prijzengeld om er voor te zorgen dat de controles worden gedaan. In totaal is er al zo’n 4 miljoen gemoeid met het hele biologische paspoort.
Verdachten van doping
Door het biologisch paspoort zouden al 5 sporters worden verdacht van het gebruik van doping. Dit zijn Igor Astarloa, Ricardo Serrano, Ruben Lobato, Pietro Caucchioli en Francesco De Bonis. Nu is dus ook Dekker aan dat rijtje toegevoegd.
Wat is doping?
Overigens is niet heel eenvoudig aan te geven wat doping is. Het gaat namelijk niet alleen maar om stoffen, maar ook om methoden om het lichaam te behandelen. Leidend is dat stoffen en methoden die verboden zijn door het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) niet geoorloofd zijn. Daaronder vallen onder andere het toedienen van bloed (dat bijvoorbeeld is voorzien van extra zuurstof), vloeistoffen die met een spuit worden ingespoten en pillen, poeders en drankjes. Maar ook alleen al het bezitten is niet geoorloofd. Sporters, maar ook hun artsen worden ieder jaar op de hoogte gebracht van wat mag en van wat niet mag. Zo is het bijvoorbeeld ook verboden om een bloedtransfusie te krijgen, omdat dit zou kunnen zorgen voor bloed met meer zuurstof. Iemand die echter net een ernstig ongeval heeft gehad en dood kan bloeden, kan natuurlijk niet anders dan voorzien worden van bloed. Dat geldt ook voor sporters. Om die reden zijn er uitzonderingen gemaakt en kunnen sporters dispensatie aanvragen voor bepaalde ingrepen. Oppassen geblazen is het verder met medicijnen waarin soms zaken zitten die op de WADA lijst staan en zelfs met voedingssupplementen. Een aanvulling op voedsel mag alleen als duidelijk is dat er geen doping in de middelen zit. Er is namelijk nog wel eens vervuiling doordat in een fabriek ook andere middelen worden gemaakt die wel onder doping kunnen vallen. Bij een controle kunnen die stoffen gevonden worden. Ook buitenlandse middelen bevatten nog wel eens middelen waarin dopinggeduide stoffen zitten.
Gekeken in het bloed wordt onder andere naar:
- Hematocriet (hoeveelheid rode bloedcellen die de dikte van het bloed bepalen)
- Hemoglobine (zorgt voor het vervoer van transport in het bloed)
- Reticulocyten (rode bloedcellen die nog jong zijn)
In de urine wordt gekeken naar:
- hormoon testosteron
- hormoon epi-testosteron
De verhouding tussen testosteron en epi-testosteron is in dit geval belangrijk, want dit kan aangeven dat er verboden middelen of methoden zijn gebruikt.
Per jaar minstens 6 keer bloed en 4 keer urine geven
Sporters moeten voor het biologisch paspoort per jaar minimaal 6 keer bloed geven en minstens 4 keer in een bekertje plassen. Daarnaast worden alle andere dopingsuitslagen meegenomen in het paspoort. Sporters die op topniveau presteren moeten daarom altijd aangeven waar ze verblijven. Dit wordt ook wel met whereabouts aangeduid. Op elke willekeurig moment kan hen gevraagd worden bloed en of urine af te staan om zo te kijken of er sprake is van het gebruik van verboden middelen.
Beoordeling door experts
Overigens worden bloed en plas beoordeeld door negen hematologiedeskundigen die uit Australië, Italië, Frankrijk, Zweden en Duitsland komen. Op termijn zouden ook experts kunnen worden ingezet die verstand hebben van de hormoonhuishouding en steroïden.