Opzadelen van een paard
Het opzadelen van een paard is niet heel moeilijk, maar moet wel goed gebeuren. Er kunnen nare dingen gebeuren wanneer een paard niet goed is opgezadeld. Denk aan een zadel wat verschuift door een te losse singel, of drukplekken door een sjabrak wat niet goed onder het zadel ligt.
Allereerst: Veiligheid
Zorg ervoor dat je altijd controle hebt over het paard en je makkelijk weg kunt komen wanneer het paard lelijk gaat doen. Dit wil zeggen; zorg dat je de staldeur niet helemaal dichtdoet en je niet in een hoek tussen de muur en het paard gaat staan. Je rug naar het paard draaien is ook niet verstandig, dan kun je niet meer zien wat het paard doet.
Zadel je het paard op terwijl het ergens vast staat? Zorg er dan voor dat je spullen niet op de grond liggen, dan kan je paard er ook niet op gaan staan en kun jij er niet over struikelen. Net als bij het poetsen, werk je tijdens het opzadelen ook van links naar rechts. Je staat in principe altijd aan de linkerkant van je paard. Wil je naar de rechterkant van het paard? Loop dan niet klakkeloos achter zijn kont langs, maar leg je hand even op zijn kont. Dan weet het paard dat jij er loopt en zal het niet onverwachts naar achteren schoppen.
Wat heb je nodig?
Om je paard op te kunnen zadelen heb je allereerst je paard nodig. Een schoon paard, want een paard wat net in een regenplas heeft gerold neemt het je niet in dank af als je hem een zadel op zijn rug legt. Jij droogt je toch ook eerst af voordat je je kleding aantrekt? Eerst je paard poetsen dus!
Als je je paard wilt opzadelen, heb je tuig nodig. Met tuig bedoelen we:
- hoofdstel
- sjabrak
- zadel (met singel)
- eventuele hulpteugels
Bij het zadel hoort nog een
singel en het hoofdstel heeft een
bit en teugels. Misschien gebruik je wel
hulpteugels, vergeet dan ook niet om deze klaar te leggen. Als je alles klaarlegt van te voren, let er dan op dat het paard niet op of in het tuig kan gaan staan!
Hoe beginnen?
We beginnen met het
hoofdstel. Voordat je het hoofdstel om gaat doen bij het paard, kijk je of alle riempjes netjes en eventueel los hangen. Om te zorgen dat het paard niet meer weg kan lopen, leg je de teugels over de hals van het paard. Pak het paard zachtjes bij zijn neus vast en houdt tergelijkertijd de bakstukken van het hoofdstel in je hand. Let erop dat je aan de linkerkant van het paard blijft staan.
Vervolgens leg je het bit op je vrije hand en breng je dit in de mond van het paard. Ga niet met het bit tegen de tanden van het paard duwen! Wanneer het paard zijn mond niet open wil doen, kun je met je vinger zachtjes in zijn mondhoek drukken. Hier zitten geen tanden, dus kan het paard je ook niet bijten.
Als het paard het bit in heeft, schuif je het hoofdstel over zijn hoofd heen. Let erop dat er geen riempjes gedraaid zitten en dat het hoofdstel goed past. Het kopstuk van het hoofdstel schuif je over de oren van het paard. Als het hoofdstel recht zit, kun je de neusriem en keelriem vastmaken.
En daarna?
Als het hoofdstel goed zit, gaan we verder met de
sjabrak. De sjabrak komt onder het zadel te liggen. Soms zit de sjabrak aan het zadel gemaakt, in dat geval begin je gelijk met het zadel. Wij gaan er even vanuit dat je een losse sjabrak hebt. De sjabrak leg je vanaf de linkerkant van het paard op zijn rug neer, iets te ver naar voren. Zorg ervoor dat het dekje recht op de rug van het paard ligt en er geen delen dubbelgevouwen liggen.
Nu pak je het
zadel erbij. Denk goed na hoe je het zadel vastpakt; je rechterhand bij de achterkant en je linkerhand onder de voorkant van het zadel. Het zadel leg je zachtjes op de rug van het paard, op de sjabrak. Als het zadel goed ligt, dus niet scheef of verkeerd om, schuif je de sjabrak en het zadel tegelijk naar de goede plaats. Hierbij kun je het beste het sjabrak en het zadel een klein stukje optillen.
Je weet dat het zadel op de goede plaats ligt, als de schoft van het paard vrij is en je onder het zadel door kunt kijken. Om dit te controleren kun je naast de achterhand van je paard gaan staan en onder het zadel kijken. Kijk je in een rechte lijn tegen de schoft van je paard? Dan ligt het zadel goed.
Ligt het allemaal op de goede plaats? Dan kun je de singel vast gaan maken. Hiervoor gaan we eerst aan de rechterkant van het paard staan. De singel haal je door de lusjes op de sjabrak heen, zodat deze niet meer kan verschuiven. Vervolgens ga je de singel vastmaken. Trek niet in een keer de singel helemaal strak, maar doe dit gaatje voor gaatje.
Als de singel vastzit, controleer je nog eens of alles helemaal goed zit. Voordat je gaat opstijgen, trek je de singel zo strak mogelijk. Dit heet aansingelen en moet je wel op een rustige manier doen. Snoer niet ineens de singel helemaal strak, maar doe het gaatje voor gaatje. Vergeet je de singel aan te trekken? Dan schuift het zadel mogelijk naar de zijkant van het paard en zul jij vallen met opstijgen! Vergeet niet je beugels op maat te maken voordat je op het paard gaat zitten.
Iedereen heeft zijn eigen manier van opzadelen. Je zult ook merken, dat je het misschien op een andere volgorde doet als hier beschreven staat. In principe is dat helemaal niet erg, als je er maar voor zorgt dat je op een veilige manier kunt gaan rijden en op een veilige manier omgaat met je paard.