Sportfans: waarom maakt je favoriete team je gelukkig?
Een fan zijn gaat niet alleen om het winnen of verliezen. Het gaat over zelfvertrouwen, delen en onze innerlijke holbewoner. Je bent een superfan, je kan het niet helpen, je vader was het, je opa was het en zelf ben je het ook altijd geweest. Je steunt je team, of ze nu winnen of verliezen. Het maakt niet uit of het koud is buiten en of het regent, mensen gaan evengoed naar de wedstrijd en mensen vragen zich af waarom ze het eigenlijk doen. Misschien heb je je het eens afgevraagd over jezelf of over een andere fan. Waarom hebben we zulke sterken banden met onze favoriete teams?
Een boost voor het zelfvertrouwen
Als we zelf niet veel complimenten krijgen of verdienen liften we soms mee op het succes van anderen. Het beste voorbeeld hiervan is wanneer ouders opscheppen over wat hun kind allemaal heeft gepresteerd. Maar dit doen we ook met mensen die we niet van dichtbij kennen. Politici, acteurs, atleten uit bijvoorbeeld de stad waar we wonen of uit ons land. Door de connectie voel je je goed. Wanneer fans bijvoorbeeld over hun favoriete team praten doen ze dat vaak op een manier waaruit blijkt dat ze zichzelf met het team associëren. Ze gebruiken "wij" als ze het over het team praten als het team het goed doet, ook al zijn ze zelf geen onderdeel van het team. Als er iets negatiefs is voorgevallen rond het team willen de mensen vaak niet met het team worden geassocieerd. De "wij" wordt vervangen door de derde persoon. Maar er zijn fans die trouw blijven, ook als het minder goed gaat met het team, zij zijn loyaal aan het team. Deze fans zijn vaak trots op zichzelf dat ze fan zijn in goede en slechte tijden, zij houden niet van de fans die alleen fan zijn als het goed gaat en vinden dat zij ook niet mogen meedelen in de eer en het feest als het team succes heeft.
Een universele taal
Terwijl de wereld constant verandert blijft de essentie van sport gelijk. Wanneer je met mensen praat kunnen ze bijvoorbeeld over hun familie zeggen dat ze opgroeien en samen met opa en vader voetbal keken. Er zijn weinig opa's die met hun kleinkinderen praten over het laatste boek dat ze hebben gelezen en er zijn weinig kinderen die met hun opa over de kolenmijnen en de oorlog praten. Voetbal en andere sporten bieden een gedeelde interesse, er worden ideeën uitgewisseld, en er wordt gepraat in een taal die iedereen begrijpt. Hetzelfde geldt voor mensen met een andere economische en sociale achtergrond. Het kan zijn dat er een advocaat, een vuilnisman en een werkloos persoon met een verschillende achtergrond bij elkaar zitten, het maakt niet uit hoeveel geld ze hebben of in welke plaats ze wonen. De connectie is dat ze fan zijn. Verschillende factoren van onze identiteit helpen ons te weten wie we zijn. Als je mensen vraagt om te noteren over wie ze zijn, dan schrijven ze zaken op als geslacht, het land waar ze vandaan komen, religie en het sportteam waar ze fan van zijn. Voor veel mensen is het fan-zijn een belangrijk deel van wie ze zijn, we voelen verbondenheid met andere mensen die hetzelfde team trouw zijn, net als mensen dat bijvoorbeeld kunnen voelen voor mensen met dezelfde religie. De geschiedenis en tradities van de club zorgen ervoor dan mensen zich verbonden voelen met de anderen.
Onze primitieve behoeften
Het fan-zijn heeft waarschijnlijk een evolutionaire oorsprong. Een van de meest fundamentele angsten van de mens is geïsoleerd en alleen te zijn en niet verbonden met anderen, dus alles dat ons kan verbinden met anderen helpt om ons goed te voelen. Deze angst heeft ons altijd gedreven om gelijkgestemden op te zoeken. In onze evolutionaire historie heeft dit de mens geholpen om te overleven: de mens leefde met de eigen groep of stam en apart van mensen van andere stammen en groepen die een potentiële bedreiging waren, te weten of mensen voor of tegen je zijn heeft in de geschiedenis altijd bescherming geboden.
Emoties kunnen een vlucht nemen
Sport biedt een veilige manier om emoties te kunnen uiten en dat is een voordelig psychologisch effect. Er komt zoveel emotie kijken bij sport, maar veel mensen die fan zijn weten niet waarom ze bij sport emoties voelen die ze bij andere zaken niet voelen, dit is vooral het geval bij mannen. Er zijn maar weinig gelegenheden waarbij mannen kunnen huilen, maar in een stadion zijn er huilende mannen en mannen die elkaar omhelzen en dat is helemaal geaccepteerd in deze omgeving. Ze kunnen schreeuwen en boos zijn en huilen maar het is allemaal sociaal geaccepteerd. In een andere omgeving kan het niet sociaal geaccepteerd zijn om een andere man te omhelzen. Sport biedt afleiding en een uitvlucht van het dagelijks leven en een uitlaatklep voor agressie en emotie. Mensen met een baan als politieagent en advocaat vertellen dat ze de hele week met mensen met problemen omgaan en dat het fijn is dat ze dan in het weekend in het stadion kunnen schreeuwen. In het stadion kun je tegen de fans van de tegenstander schreeuwen dat hun team slecht is, buiten het stadion zouden de meesten zich nooit zo gedragen maar in het stadion is dit volledig geaccepteerd.
Lichamelijk effect
Fan zijn van een sportteam heeft ook een lichamelijk effect: jezelf met het team associëren en meeliften op het succes van het team verandert de productie van endocriene hormonen, het testosteronlevel stijgt bij de fans van het winnende team en het daalt bij de fans van het verliezende team. Daarnaast stijgt de productie van serotonine bij winst of succes van het team waardoor het geluksgevoel groter wordt.
Er wordt vaak op een negatieve manier gepraat over de emoties van de sportfans en wat erbij komt kijken. Je hoort vaak over stress en geweld, maar er zijn dus ook positieve effecten, het gaat dieper dan het lijkt als je er oppervlakkig naar kijkt.