Hygiëne in het zwembad
Zwemmen in een zwembad behoor je te doen in schoon en warm water. Zelf kun je er ook zorg aan dragen om het water zo schoon mogelijk te houden. Maar wat als het water niet warm genoeg is?
Bacteriën en vuil
Zwemmen doen we in water. Dat water komt in contact met onze huid, maar via onze mond en neus komt het water ook in onze maag en darmen. Iedere zwemmer brengt een hoeveelheid bacteriën mee op zijn huid, in neus, mond en darmen. Een deel van deze bacteriën komt terecht in het water en dus ook in en op het lichaam van andere zwemmers en kunnen daardoor eventueel ziekten overbrengen. Over het algemeen valt dat gevaar mee, omdat ervoor gezorgd is dat er voldoende desinfecterende stoffen (meestal chloor) aan het zwemwater wordt toegevoegd. Deze desinfecterende stoffen moeten de bacteriën in het zwemwater onschadelijk maken.
Toch is het raadzaam om ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk bacteriën in het water terecht komen. Wat hierboven staat voor bacteriën geldt ook voor vuil. Stofdeeltjes maken het water troebel, en als dat te erg wordt kan het soms zijn dat de bodem van het zwembad niet meer zichtbaar is. Dat is een groot gevaar voor de veiligheid.
Als het water niet voldoende helder is kunnen we niet beoordelen wat er in de buurt van de bodem gebeurt, maar wordt het in geval van lesgeven of training geven ook moeilijker om de techniek van zwemmen, springen enz. in het water te beoordelen. Ieder zwembad beschikt over een filterinstallatie die ervoor moet zorgen dat vuil (haren, huidschilfers en stofdeeltjes) uit het water worden verwijderd. Maar als we ervoor zorgen dat er weinig vuil in het water komt, dan zal het water daardoor zeker helderder blijven.
Zowel met betrekking tot de bacteriën als met betrekking tot het vuil kunnen er een aantal maatregelen genomen worden die ervoor zorgen dat vervuiling tot een minimum beperkt blijft.
- Zorg voor een strikte scheiding tussen het deel van het zwembad waar met schoeisel gelopen wordt en het deel waar met blote voeten gelopen wordt.
- Breng geen kledingstukken en andere materialen in contact met het zwemwater. Materiaal dat in het zwembad gebruikt wordt, moet in het zwembad blijven. Materiaal dat van buiten komt moet eerst goed schoongemaakt worden voordat het in het zwembad gebruikt wordt.
- Zorg ervoor dat zwemmers voordat zij het water ingaan zich goed douchen.
In het voorgaande zijn een tweetal zaken aan de orde gekomen die verband houden met de eisen die aan zwemwater gesteld kunnen worden.
Eisen die aan zwemwater gesteld kunnen worden:
- Zwemwater moet voldoende helder zijn (je moet de bodem goed kunnen zien).
- Zwemwater mag geen schadelijke bacteriën bevatten.
- Er komt nog een eis bij en dat is: zwemwater moet een redelijke temperatuur hebben.
Afkoeling in water
Over deze laatste eis kan het volgende worden opgemerkt: een mens kan alleen maar leven als de temperatuur diep in zijn lichaam ongeveer 37 graden bedraagt. Als een mens zich in een omgeving bevindt waarvan de temperatuur lager is dan zijn lichaamstemperatuur, dan wordt er warmte afgegeven aan de omgeving en daardoor koelen we af. In de lucht valt die afkoeling nog wel mee, daarom kunnen we bijvoorbeeld in lucht van 20 graden goed leven, maar in water gaat dat minder goed. Dat komt omdat warmte veel sneller door water wordt opgenomen dan door lucht. Of anders gezegd, aan water geven we veel sneller warmte af dan aan lucht.
Om te voorkomen dat het lichaam in het water te sterk afkoelt, moet ervoor gezorgd worden dat er voldoende warm water is. Wat de meest geschikte watertemperatuur is, dat wil zeggen wat de watertemperatuur is waarbij ook magere mensen niet meer afkoelen is niet bekend, omdat dat nog nooit goed is onderzocht. Bovendien hangt het er vanaf hoe actief je bent in het water. En de één vindt water van 28 graden prettig en de ander heeft het liefste water van 32 graden om in te zwemmen.
Personen met een beetje dikke onderhuidse vetlaag die ook nog actief zijn in het water koelen ook bij 24 graden nog niet af, terwijl magere mensen ook als zij intensief zwemmen in water van 27 graden het nog koud krijgen. Bedenk in ieder geval dat zwemwater veel warmer hoort te zijn dan lucht om ons behaaglijk in te voelen. Bedenk ook dat als iemand het koud krijgt als hij aan het zwemmen is, harder zwemmen niet helpt. Wel wordt er dan meer warmte geproduceerd, maar de warmteafgifte neemt door sneller te gaan zwemmen ook toe, nog sneller dan de warmteproductie, waardoor men toch nog afkoelt.
Iemand die het echt koud heeft in het water, moet er uit, ook al is een eventuele les of training nog niet afgelopen. Vroeger, nu ook nog wel, werd geroepen dat je wel wende aan koud water. Je werd er hard van. Geloof dat maar niet. Mensen die het voortdurend koud hebben in het zwembad komen op den duur niet meer terug. Als het water te koud is blijven alleen de wat dikkere mensen zwemmen en als je afgaat op het postuur van de topzwemmers, dan moet het water meestal te koud zijn. Zwemmen blijf je alleen doen als je het leuk vindt. Dus magere mensen houden ermee op.