Anorexia in combinatie met Topsport
Sporters en topsporter zijn vaak bezig met gezond eten en het handhaven van een goed gewicht. Bij veel sporten speelt gewicht een belangrijke rol bij de prestatie, hoe lager het gewicht hoe beter de prestatie. Het behouden van het juiste gewicht is voor de sporter is moeilijk. Steeds meer sporters ontwikkelen dan ook vaker een eetstoornis. Deze eetstoornis wordt bij topsporters anorexia athletica genoemd. Om deze vorm van anorexia goed te ku
Wat is Anorexia Nervosa?
De letterlijke vertaling van Anorexia Nervosa is “gebrek aan eetlust door nerveuze oorzaken”. Deze vertaling omvat niet het algehele ziektebeeld van anorexia, patiënten die aan deze ziekte lijden hebben wel degelijk eetlust en een hongergevoel. Door verschillende oorzaken wil iemand die aan anorexia lijdt dit gevoel onderdrukken. Veel voorkomende kenmerken van een anorexia patiënt zijn een extreme drang om te vermageren, een grote angst hebben om aan te komen en het hebben van een abnormaal zelfbeeld.
Anorexia patiënten proberen op veel verschillende manieren gewicht te verliezen, een veel voorkomende manier is om zichzelf uit te hongeren. De patiënten eten op een dag heel erg weinig en van alles wat ze wel eten houden ze nauwkeurig de calorieën bij, zodat ze nooit een voedingsmiddel eten waar veel suikers of vetten in zitten. Om dit “dieet”dagelijks vol te houden is erg veel discipline nodig, zo af en toe hebben sommige patiënten dan ook een eetbui. Tijdens deze eetbui eten ze alle voedingsmiddelen die ze anders nooit zouden eten, en krijgen hierna vrijwel meteen spijt waardoor ze dit proberen te compenseren door bijvoorbeeld te braken of extreem te gaan sporten.
Een andere manier die anorexia patiënten gebruiken om te vermageren is het gebruik van laxeermiddelen en plastabletten. Sommige patiënten braken ook direct na het eten om zo geen calorieën binnen te krijgen.
Als gevolg van de angst om aan te komen sporten veel anorexia patiënten extreem veel. Zo doen zij veel buikspieroefeningen en gaan grote afstanden hardlopen, dit alles om de calorieën die ze binnen hebben gekregen weer te verbranden.
Diagnose
Om de diagnose Anorexia Nervosa te stellen zijn er aantal criteria volgens DSM-IV vastgesteld waar de patiënt aan moet voldoen. DSM-IV staat voor Diagnostic and Statistical Manuel of Mental Disorders. Het is een handleiding waar duidelijke criteria instaan om een diagnose te stellen. Er zijn voor verschillende psychische stoornissen criteria opgesteld.
Hieronder de criteria voor Anorexia Nervosa:
- Weigering het lichaamsgewicht te handhaven op of boven de grens van vijfentachtig procent van het te verwachten gewicht voor mensen van dezelfde leeftijd en lengte.
- Voor volwassenen wordt hiervoor in de praktijk meestal een Body Mass Index (BMI: het gewicht in kilo’s gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters) van maximaal 17,5 als maat gehanteerd. Voor kinderen en adolescenten gelden lagere bovengrenzen, afhankelijk van geslacht en leeftijd.
- Intense angst om aan te komen terwijl er in werkelijkheid sprake is van ondergewicht.
- Stoornis in de lichaamsbeleving. Dit uit zich in ontkenning van de ernst van het huidige lage lichaamsgewicht, een vertekend beeld van het eigen lichaam, of in een onevenredig groot belang van het gewicht of de lichaamsvorm voor het gehele zelfbeeld.
- Bij vrouwen en meisjes na de eerste menstruatie: het wegblijven van de menstruatie gedurende drie opeenvolgende cycli. Wanneer de menstruatie alleen kunstmatig kan worden opgewekt door toediening van hormonen, zoals de anticonceptiepil, voldoet iemand óók aan dit criterium.
Anorexia in combinatie met topsport
Sporters, met name topsporters die een sport uitoefenen waarbij gewicht belangrijk is, hebben meer kans op anorexia. Deze vorm van anorexia wordt ‘anorexia athletica’ genoemd. Vrouwen ontwikkelen deze stoornis vaker dan mannen. Ook bij dit ziektebeeld is iemand bang om aan te komen terwijl ze al een slank lichaam hebben. Het veel sporten op hoog niveau in combinatie met een te lage energie-inname is een belangrijk kenmerk van deze vorm van anorexia. Het verschilt van anorexia nervosa daar waar het vermageren zich uit door veel te sporten maar niet op hoog niveau.
In een onderzoek van Zucker, Womble, Williamson en Perrin (1999) worden sporten onderverdeeld in twee categorieën. Categorie één is ‘refereed sports’, dit zijn sporten onder leiding van een scheidsrechter, zoals handbal, volleybal, tennis etc. Categorie twee is ‘judged sports’, dit zijn sporten met juryleden, zoals turnen, judo, schoonspringen, atletiek etc. Bij de judged sports worden de sporters beoordeeld op hun uiterlijk en niet alleen op hun prestaties. Uit het onderzoek is gebleken dat bij de deelnemers van de judged sports meer eetstoornissen zijn gediagnosticeerd, namelijk 13%, dan bij de refereed sports en niet sporters, waar 3% een eetstoornis had.
Uit het onderzoek van Byrne, McLean en Byrne (2002) blijkt dat bij sporten waarin slank zijn belangrijk is, er een vergroot risico bestaat op het ontwikkelen van anorexia athletica. Sporters kunnen een hoge druk voelen om slank te blijven, een hardloper loopt bijvoorbeeld harder wanneer deze lichter is. Ook judo is een sport waarbij gewicht meespeelt, hier worden mensen ingedeeld in gewichtsklasse en hier moet je in blijven. Byrne, McLean & Byrne (2002) stellen ook dat voornamelijk atleten die onder hoge druk staan om slank te blijven een eetstoornis ontwikkelen.
Daarnaast hebben Biesecker en Martz, (1999) een onderzoek gedaan naar wat voor een invloed de manier van coachen heeft op sporters in relatie tot eetproblemen. Hier werden twee soorten coachingstijlen gebruikt, de positieve en negatieve stijl. Dit werd getest op zowel mannen als vrouwen. Bij alle twee de coachingstijlen stond het gewicht centraal, maar bij de positieve stijl op een persoonlijke en zorgzame manier. Bij de negatieve coaching was het erg gericht op prestatie en een niet leuke benadering van gewichtscontrole. Sporters met een negatieve coachingstijl hadden meer angst voor een negatief lichaamsbeeld, lieten meer dieetgedrag zien en waren bang om aan te komen. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de stijl van coachen een verschil kan maken. Wanneer er een negatieve coachingstijl is hebben meer sporters een eetstoornis. Soms kan de soort coaching doorslag geven om een eetstoornis te ontwikkelen.
Conclusie
Uit de onderzoeken kan de conclusie worden getrokken dat met name topsporters die een sport beoefenen waar gewicht een belangrijke rol speelt, meer risico hebben om een eetstoornis te ontwikkelen. Sporten waar het gewicht een belangrijke rol speelt zijn bijvoorbeeld turnen, ballet, atletiek en judo. Uit het onderzoek van Biesecker en Martz (1999)kan daarnaast geconcludeerd worden dat de manier van coaching ook een belangrijke rol speelt bij het risico op een eetstoornis. Wanneer de coach een sporter continu negatief benaderd over het gewicht zal dit eerder resulteren in een eetstoornis bij die sporter dan wanneer een sporter positief gecoacht wordt.
Behandeling
Sporters met anorexia athletica, hebben een andere behandeling nodig dan gewone patiënten met anorexia. Er moet extra rekening gehouden worden dat sporters niet uit hun omgeving worden gehaald. Sporten blijft een belangrijke rol spelen in hun leven. De belangrijkste doelen bij de behandeling van sporters is volgens Taylor (1997) de voedingstoestand verbeteren en zo ook de gezondheid verbeteren. Door middel van zelfregulatie moet het streefgewicht bereikt worden.
Wanneer een sporter met anorexia athletica gedwongen wordt om te stoppen met zijn sport, kan dit zijn motivatie negatief beïnvloeden. De sporter wordt dan patiënt en kan dan eerder geneigd zijn om niet meer mee te willen werken aan de behandeling, waarmee de eetstoornis moeilijk te behandelen is. Aan de andere kant kan het de sporter ook juist positief beïnvloeden. Volgens de richtlijnen kunnen sporters met anorexia niet meedoen aan een training of wedstrijd. De sporter kan gemotiveerd worden om weer te herstellen en mee te werken aan de behandeling zodat ze weer mogen sporten.