De oorsprong van tai chi chuan – Shaolin chuan (kung fu)
Hoe heeft tai chi chuan zich ontwikkeld? De meningen zijn erover verdeeld. Tai chi zou ontstaan zijn uit het vroege Shaolin chuan (kung fu), een gevechtsmethode waaraan eeuwen later de tai chi-vormen ontsproten. Sterker nog, Shaolin chuan mag als het prototype van de Chinese martiale kunst worden beschouwd. Tai chi chuan verbreedde zich echter van een vechtkunst voor monniken tot een seculiere methode voor de ontwikkeling van lichaam en geest, waarbij de leerling met behulp van chi de vierde bewustzijnsdimensie betreedt. Om die reden wordt tai chi ook wel het 'esoterische systeem' genoemd, een ontwikkeling die nog steeds gaande is, zowel in China als in Europa en de Verenigde Staten.
Inhoud
Hoe tai chi chuan begon...
Er doen veel verhalen en legenden de ronde – gelardeerd met officiële optekeningen – over het ontstaan van tai chi chuan. Chang San-Feng (9 april 1247 – onbekend), een gebochelde wijsgeer waardoor hij volgens sommigen uit die tijd op een kraanvogel leek, zou de
grondlegger ervan zijn. Naar verluidt zou hij zich in het Pao Ci-gebergte, in het midwesten van China, verder bekwaamd hebben in het Shaolin chuan. Het vormde de beginperiode van een lange ontwikkeling, waaruit veel tai chi-vormen zijn ontstaan. Over zijn geboortedag bestaan overigens twijfels. In tai-chi-kringen wordt zijn 'verjaardag' echter op de bovengenoemde dag gevierd.
Shaolin chuan (kung fu)
Ook over de Shaolin-tempels zijn veel legenden bekend en spreken tot de verbeelding, niet in het minst door de vele Kung Fu-films die erop gebaseerd zijn. Deze
boeddhistische kloosters in China zijn altijd gerelateerd geweest aan de Chinese vechtkunst. Aan een van die tempels zou de ontwikkeling van tai chi chuan veel te danken hebben. Shaolin chuan zou zijn uitgevonden in een vermaarde Shaolin-tempel in het Shiao Si-gebergte, dat deel uitmaakte van de toenmalige noordelijke provincie Ho-Nan tijdens de Wei-dynastie.
Shaolintempel
Dit in de 3de eeuw n.C. gestichte klooster werd in de 6de eeuw, tijdens de Liang-dynastie, bezocht door Ta-Mo, een
Indiase bodhidharma-meester. Over de stichting van de Shaolintempels, afgeleid van het woord 'shaoshi', een berg in het Songshan-gebergte, doen nogal wat exotische versies de ronde. Veel is in de nevelen des tijds verborgen gebleven, ondanks de 'officiële' optekeningen die hier en daar opduiken.
Zieke monniken
In het genoemde klooster gaf Ta-Mo onder andere les in
meditatie. In leven en werk baseerde hij zich op het principe dat geestelijke ontwikkeling sterk afhankelijk is van een gezond lichaam dat in een
goede conditie verkeert. Fysieke kracht en weerstandsvermogen vond hij zeer belangrijk omdat de monniken anders de urenlange concentratie- en meditatieoefeningen niet zouden volhouden. Een bijkomend en daaraan gerelateerd probleem was dat het klooster vaak werd aangevallen door bandieten, tegen wie de monniken zich effectiever hoorden te verdedigen. Bovenal was het Ta-Mo een doorn in het oog dat veel monniken tijdens het
mediteren indutten. Veel van hen waren ziekelijk en verzwakt, veelal door gebrek aan conditie.
Kung fu
Ta-Mo droeg hen bepaalde oefeningen op die 's ochtends uitgevoerd dienden te worden. Dit
yogasysteem van 'reiniging, versterking en verandering' zou uiteindelijk uitmonden in de gevechtstechnieken die als Shaolin chuan (boksen) werden betiteld, doorgaans in één adem genoemd met het populaire
kung fu. In latere eeuwen zou blijken dat Shaolin chuan de basis vormde van tai chi chuan, volgens ingewijden 'de meest verheven martiale kunst'.
De vijf chuans van de Shaolin-training
In de periode na de
dood van Ta-Mo raakte deze kloostertraining in het slop. Eeuwen later hervatte de boeddhistische monnik Joy Yuang deze oefeningen. Yuang was een meester in de martiale kunst. Het systeem van Ta-Mo ontwikkelde hij tot een gevechtsmethode die de 'tweeënzeventig handen' werd genoemd. De oorspronkelijke vijf chuans, elk met vijf tot zes houdingen, vormden daarbij de basis van het Shaolin-boksen. De chuans waren geënt op het gedrag van bepaalde dieren.
De oorspronkelijke chuans
Door de eeuwen heen kreeg elke chuan er tal van houdingen bij. De oorspronkelijke vijf chuans zijn:
- Draak-chuan. Gericht op het trainen van concentratie, lichtheid en verstilling.
- Tijger-chuan. De nadruk ligt op springend van houding veranderen.
- Luipaard-chuan. Oefeningen in het gebruik van kracht.
- Slang-chuan. Een van de peilers is adembeheersing.
- Kraanvogel-chuan. Concentratie- en evenwichtsoefeningen.
Yang-stijl /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)Stichter van tai chi chuan
Chang San-Feng, de vermeende stichter van
tai chi chuan, was een volgeling van dit systeem. Hij zou tien jaar in het genoemde Shaolin-klooster hebben gewoond en zich daar alle Shaolin-chuans eigen hebben gemaakt. Er doen veel legenden de ronde over hoe hij daarna tai chi chuan heeft ontwikkeld.
Synthese
Volgens velen verkreeg hij tijdens talloze dromen inzicht omtrent het wezen van tai chi chuan en hoe deze gevechtstechniek gestalte moest krijgen. Er zijn echter ook verhalen bekend dat hij geïnspireerd werd door het gedrag van dieren, met name van hun aanvalstechnieken. Een andere stichtingstheorie is dat hij aan de basis stond van een synthese van toenmalige gevechtssystemen en vervolgens het zogenaamde '
esoterische systeem' creëerde.
Officiële optekeningen
William C.C. Hu heeft zich in zijn
The Origin of Tai Chi Chuan gebaseerd op officiële optekeningen uit de Ming-dynastie aangaande de historiciteit van Chang San-Feng. Hoewel de meningen erover verdeeld blijven, wordt algemeen aangenomen dat
Chang San-Feng de grondlegger is van tai chi chuan, waaraan uiteindelijk veel stijlen ontsproten, zoals de
Yang-, de
Chen-, de
Wu- en de Sun-stijl.
Lees verder