Elektrische hulpmotor: mechanische doping voor de racefiets
Bij het WK veldrijden 2016 werd er een motortje in een fiets van een Belgische renster aangetroffen. Het schandaal heeft het taboe op inbouwmotortjes buiten de wedstrijdsport wel weggenomen. Er zijn goede redenen om een racefiets met trapondersteuning aan te schaffen. Ouderen en jongeren met medische klachten (bijvoorbeeld hartklachten) kunnen hierdoor met de groep mee blijven fietsen. De huidige elektromotortjes zijn nog maar 5 centimeter groot en wegen bijna niks. Een haaks tandwieltje kan een speciaal bevestigd tandwieltje op de as aandrijven waar de trappers en het kettingwiel aan zitten. Alleen de prijs van € 3.000,- (in 2016) schrikt nog behoorlijk af.
Inhoudsopgave
Mechanische doping binnen de professionele wielersport
Bij een controle van de internationale wielerunie UCI, tijdens het WK veldrijden van 30 en 31 januari 2016, werd er een motortje in een fiets van de Belgische Femke Van den Driessche aangetroffen. De elektriciteitskabeltjes staken uit de buizen onder het zadel en de tandwielen, die normaal makkelijk loslaten, zaten nu muurvast. Ze werd door de UCI voor zes jaar geschorst en moest € 18.000,- boete betalen. Ze is helemaal met veldrijden gestopt.
Het is al langer bekend dat het mogelijk is om een motortje in een fiets in te bouwen. Begin jaren 2000 waren er al racefietsen uitgerust met elektrische hulp.
In 2010 kwam de mogelijkheid van gemotoriseerd fietsen voor het eerst ter sprake na de Ronde van Vlaanderen. De Zwitser Fabian Cancellara won met een dusdanige snelheid, dit kon niet alleen mensenwerk zijn. In datzelfde jaar werd, voor de start van de Tour de France in Rotterdam, de eerste controle op mechanische doping uitgevoerd. Toch wordt door enkele insiders verondersteld dat vanaf 2010 gebruik gemaakt is van mechanische doping in de Tour de France. De methodes die de wielerbond UCI gebruikt om deze motortjes in het frame op te sporen zijn nog onvoldoende adequaat.
In november 2017 kwam de Amerikaanse oud-prof Phil Gaimon in zijn boek Draft Animals opnieuw met dezelfde beschuldigingen aan het adres van Fabian Cancellara op basis van beelden. Naar aanleiding hiervan heeft de internationale wielerunie UCI aangegeven onderzoek te gaan doen naar de vermeende mechanische doping. De Zwitser heeft de beschuldigingen altijd tegengesproken.
In Frankrijk werd in 2017 ook een amateurrenner betrapt met een motortje in het frame van zijn fiets. De UCI heeft in 2017 tijdens de Ronde van Frankrijk gecontroleerd met speciale tablets die motortjes door middel van een magnetisch veld kunnen opsporen.
De elektrische motor in de racefiets
Het is mogelijk met een vrijwel geluidloos motortje in het frame ongeveer 90 minuten extra vermogen te genereren. Dat leidt tot een prestatieverbetering van 10 tot 20 procent. De nieuwste elektromotortjes worden door een magneet aangedreven en kunnen maximaal 250 watt vermogen leveren. De apparatuur is nog maar 5 centimeter groot en weegt bijna niks. De motortjes worden verstopt binnenin de zitbuis en worden aangedreven via bluetooth. Een haaks tandwieltje kan een speciaal bevestigd tandwieltje op de as aandrijven waar de trappers en het kettingwiel aan zitten. Het kost ongeveer € 3.000,- euro om een motortje in te laten bouwen.
Is de hulpmotor een risico voor de wielersport
Duidelijk is dat een hulpmotortje niet mag. In de regels van de Internationale Wielerunie (UCI) staat: "De fiets zal uitsluitend worden voortgedreven via een ketting, door de benen die circulair bewegen, zonder elektrische of andere ondersteuning". Een racefiets is tegenwoordig gemaakt van koolstof. En een elektrische motor bevat metaal. Een eenvoudige metaaldetector of het maken van röntgenbeelden (voor warmtebeelden) is voldoende om een fiets met ingebouwd motortje te vinden. Wanneer alle fietsen die in de wedstrijd worden gebruikt ook worden gecontroleerd is dit afdoende. Dit moet dan ook gelden voor vervangende fietsen die de renners mogen gebruiken tijdens de wedstrijden, denk bijvoorbeeld aan een speciale bergfiets. Wanneer de UCI frequent gaat controleren is het daarom niet aannemelijk dat een elektrische motor in wielerwedstrijden wordt gebruikt. De ontwikkelingen zullen wel nauwgezet moeten worden gevolgd.
Is er een markt voor elektrische racefietsen
Door het schandaal met de Belgische veldrijdster Femke Van den Driessche lijkt het taboe op inbouwmotortjes weggenomen en bleek dit juist goede reclame. Ze vinden nu gretig aftrek bij fietswinkels. Er wordt nog laatdunkend over elektrische racefietsen gedaan maar er zijn natuurlijk goede redenen om er wel één aan te schaffen:
- Ouderen die moeite hebben hun groep bij te houden. Zo kunnen ze blijven meefietsen.
- Jongeren met gezondheidsklachten, bijvoorbeeld hartklachten. Zo kunnen ze blijven meedoen.
- Een groep die zonder te veel inspanning met een racefiets willen fietsen.
Indien de racefietser de discipline heeft om het systeem alleen te gebruiken wanneer er bergop gereden wordt of wanneer hij vol in de wind komt te zitten, kan hij elke fietstocht met zijn teamgenoten rijden.
Elektrische racefietsen zijn er in 2016 nog niet veel. De prijs van € 6.000,- schrikt nog behoorlijk af. Er zijn een beperkt aantal complete racefietsen te koop. Je kunt ook een pakket kopen waarmee je je eigen racefiets van elektrische ondersteuning (trapondersteuning) kunt voorzien. De motor zit in de staande buis en drijft direct de trapas aan. De batterij wordt in een bidonhouder geplaatst en met een knop op het stuur zet je hem aan of uit. De batterij levert altijd hetzelfde vermogen, is qua kracht niet instelbaar en levert 200 Watt aan extra vermogen. Als de motor niet ingeschakeld is, staat de boel in vrijloop. Je hebt dus geen extra weerstand door de motor.
Een trapondersteuning bestaat uit de volgende vijf componenten:
- Miniatuur drukknop
- Elektronische controle, in de zadelpen gemonteerd
- 200 Watt aandrijving met vrijloop
- Lithium-Ion accu
- Externe batterijlader