De pirouette in dressuurproeven
Verzameling, kracht en balans: dat zijn de kernwoorden die horen bij een goed gereden pirouette. Vanaf de klasse ZZ-Licht wordt er in de dressuurproeven een voorzichtig begin gemaakt met deze oefening. Uiteindelijk wordt er toegewerkt naar de hele pirouette in de Grand Prix-proeven. Hoe werk je toe naar het rijden van een pirouette voor een 8?
De oefening
De pirouette is een zo klein mogelijke cirkel gereden in verzamelde galop waarbij de voorhand van het paard om de achterhand draait. De achterbenen draaien dus een kleine cirkel, waar de voorhand in een grotere cirkel omheen draait. Wenselijk is dat de drietakt, die de galop kenmerkt, zo veel mogelijk behouden blijft. Toch mag het niet als fout worden aangemerkt als de zuivere takt een fractie verloren gaat. Het paard dient licht gebogen om het binnenbeen van de ruiter te zijn en tijdens de oefening te blijven.
De achterhand moet meer gewicht opnemen. Dit zal zich uiten in een dalende achterhand waarbij de gewrichten van het achterbeen meer gebogen zijn. De voorhand krijgt zo de mogelijkheid om zich ‘licht’ te maken en te gaan draaien.
Arbeidspirouette
Veel ruiters beginnen thuis met de arbeidspirouette. Hierbij wordt de cirkel nog groot gehouden en gaat het erom dat het paard de basisbeginselen van een pirouette onder de knie krijgt. Vaak wordt gebruik gemaakt van een cirkel van tien tot twaalf meter. Feitelijk heeft deze oefening meer weg van travers op een volte. Het paard moet leren zijn balans te houden terwijl hij op meer dan twee sporen galoppeert. Naast kracht en lenigheid vergt het ook veel behendigheid van het paard om deze oefening uit te voeren. Vervolgens kan dit uitgebouwd worden naar kleinere pirouettes. Ook in de gevraagde proeven zit deze opbouw in moeilijkheidsgraad: beginnend met de kwart en halve pirouette in de ZZ-Licht en eindigend met hele pirouette in de Grand Prix. Ook als de (kleinere) pirouettes al bevestigd zijn, wordt er vaak in de training nog veel gebruik gemaakt van de arbeidspirouette. Paarden moeten te allen tijde voorwaarts blijven denken in een pirouette en dit kan door middel van het schakelen in een arbeidspirouette bewerkstelligd worden. Een kleinere pirouette leent zich minder voor dit schakelwerk.
Kwart pirouette
In een paar ZZ-Licht-proeven wordt een kwart pirouette gevraagd. Het is de bedoeling dat het paard in twee tot vier sprongen met de achterhand een kwart cirkel met een straal van maximaal twee meter draait. Daarbij moet de voorhand duidelijk om de achterbenen draaien. De kwart pirouette wordt vanaf een voorgeschreven letter op de hoefslag richting de AC-lijn gevraagd. Als voorbereiding moet de galop een aantal sprongen extra worden verzameld. De pirouette dient recht in- en uitgereden te worden, maar op het moment van draaien moet het paard wel om het binnenbeen van de ruiter gebogen zijn.
Halve pirouette
De halve pirouette wordt zowel in de ZZ-Licht als in de ZZ-Zwaar en Prix St. George gevraagd. In de ZZ-Licht-proef mogen de achterbenen een halve cirkel met een straal van maximaal drie meter maken. Het wenselijk aantal sprongen hierbij ligt tussen de drie en de zes. Het gaat erom dat de beweging al duidelijk gaat neigen naar de uitvoering van een pirouette op hoger niveau. De halve pirouette gevraagd in de ZZ-Zwaar en de Prix St. George dient al duidelijk kleiner en meer verzameld gereden te worden.
Hele pirouette
Na de kwart en de halve pirouette wordt er toegewerkt naar de hele pirouette zoals voorgeschreven in de Grand Prix-proef. De straal van de cirkel dient ongeveer gelijk te zijn aan de lengte van het paard en in zes tot acht galopsprongen moet de oefening gereden worden. Het formaat van de cirkel en het recht in- en uitrijden kan bijzonder goed door de jury beoordeeld worden omdat beide pirouettes op de AC-lijn gevraagd worden.
Tot slot
De pirouette is een oefening die pas in de hogere dressuur om de hoek komt kijken. Dit is niet voor niets, want paard en ruiter moeten al ver gevorderd zijn om tot een goede pirouette te kunnen komen. Verzameling, kracht en balans zijn vereist. Een goede voorbereiding is ook in de paardensport het halve werk.