Eetproblemen in de sportwereld

Bijna iedereen die zich bezighoudt met sport kent het verhaal van Leontien van Moorsel. Nadat Leontien een aantal succesvolle jaren beleefde daalde ze een eind op de wereldranglijst, dit was het gevolg van haar eetprobleem: anorexia nervosa. Inmiddels heeft Leontien geen anorexia nervosa meer, ze kreeg het daarna ook voor elkaar om weer te klimmen op de wereldranglijst. Van Moorsel is echter niet de enige sporter die problemen ondervond of ondervindt op het gebied van voeding en sport. Denk ook maar eens aan sporters die uitkomen in: gewichtsklassen (zoals bij judo en boksen) esthetische sporten (turnen, kunstschaatsen en dansen) of sporten waarbij een laag gewicht voordeel kan opleveren (bijv. lange afstand lopen en triathlon). Deze sporters moeten namelijk ook goed op hun gewicht letten.

Sport en energie

Voor een optimale prestatie is voeding erg belangrijk. Alle energie die het lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren is namelijk afkomstig uit je voeding. Wanneer er een teveel aan energie, wordt ingenomen wordt het teveel aan energie voor een deel opgeslagen als vet. Een goede energiebalans is daarom essentieel, het is hierbij belangrijk dat de energie inname zoveel mogelijk gelijk is aan het energieverbruik. Het spreekt voor zich dat (top) sport (intensieve inspanning) vraagt om een hogere energie-inname dan wandelen of bureauwerk (lichte inspanning). Sporters moeten hun voeding hierop afstemmen. Wanneer iemand zijn voeding er als volgt uit ziet: ruim de helft uit koolhydraten, een derde uit vetten en de rest uit eiwitten, kan er gesproken worden over goede (adequate) voeding, mits de energietoevoer ook adequaat is. Daarnaast is het belangrijk om te letten op de vochtinname, aangeraden wordt om 1,5 tot 2 liter vocht per dag in te nemen. Daarnaast is het zo dat bij langdurige of intensieve inspanning het vochtverlies door zweten kan oplopen tot één liter per uur. Dit extra aan vochtverlies moet ook worden aangevuld, dit komt dan bovenop de 1,5 tot 2 liter per dag die aangeraden wordt.

Sport en energie

Voor een optimale prestatie is voeding erg belangrijk. Alle energie die het lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren is namelijk afkomstig uit je voeding. Wanneer er een teveel aan energie, wordt ingenomen wordt het teveel aan energie voor een deel opgeslagen als vet. Een goede energiebalans is daarom essentieel, het is hierbij belangrijk dat de energie inname zoveel mogelijk gelijk is aan het energieverbruik. Het spreekt voor zich dat (top) sport (intensieve inspanning) vraagt om een hogere energie-inname dan wandelen of bureauwerk (lichte inspanning). Sporters moeten hun voeding hierop afstemmen. Wanneer iemand zijn voeding er als volgt uit ziet: ruim de helft uit koolhydraten, een derde uit vetten en de rest uit eiwitten, kan er gesproken worden over goede (adequate) voeding, mits de energietoevoer ook adequaat is. Daarnaast is het belangrijk om te letten op de vochtinname, aangeraden wordt om 1,5 tot 2 liter vocht per dag in te nemen. Daarnaast is het zo dat bij langdurige of intensieve inspanning het vochtverlies door zweten kan oplopen tot één liter per uur. Dit extra aan vochtverlies moet ook worden aangevuld, dit komt dan bovenop de 1,5 tot 2 liter per dag die aangeraden wordt.

Lage energiebalans

Een energietekort is het gevolg van een te lage energiebalans. De lichamelijk toestand van een sporter kan hierdoor negatief worden beïnvloed. De kans op overbelastingsblessures neemt dan bijvoorbeeld toe en aanwezige blessures hebben meer tijd nodig om te genezen. Als er sprake is van een ernstig energietekort zal er ook gewichtsverlies zijn, ook is er dan een versnelde botontkalking. Vrouwen merken het meestal door het uitblijven van de menstruatie.

Een sporter die in een bepaalde gewichtsklasse uitkomt, moet er voor zorgen dat hij/zij niet te zwaar wordt. Als dit wel het geval is, zal de sporter moeten afvallen (aftrainen). Het is de bedoeling dat dit geleidelijk gebeurt(± 0,5-1 kg per week). Het komt vaak voor dat sporters in de praktijk te laat beginnen met het aftrainen. Om in korte tijd toch de nodigde kilos af te vallen, combineren de sporters in zo'n situatie vaak (te) weinig eten en te weinig drinken met veel inspanning. Als in korte tijd teveel gewichtsafname of een vochttekort optreedt, heeft dit een negatieve invloed op de prestatie en de gezondheid. Op vocht aftrainen kan gevaarlijke situaties opleveren, zoals oververhitting en beschadiging van de nieren door uitdroging.

Wie lopen een hoger risico en waarom?

Ook in de sport zijn het vooral vrouwelijke atleten en dan met name adolescente meisjes, die een risicogroep vormen om eetstoornissen of eetproblemen te ontwikkelen, dat zijn de bevindingen van Davis en Mook die hier onderzoek naar deden in 1992 en 1998.

Daarnaast komen in de wetenschappelijke literatuur drie sporttakken naar voren, waarbinnen eetstoornissen en eetproblemen aanmerkelijk vaker zouden voorkomen. Sporten met gewichtsklassen, esthetische sporten en duursporten zouden, zeker wanneer deze op topniveau beoefend worden, de kans op aan eten en afvallen gerelateerde problemen doen vergroten. Zowel langdurig uithongeren, herhaaldelijk en veelvuldig moeten aftrainen als intensief bewegen en trainen lijken een rol te kunnen spelen in het ontstaan van eetproblematiek. Als een sporter hierin niet goed wordt begeleidt ontstaan er gemakkelijker eetproblemen. Niet de sport zelf, maar een interactie van persoonskenmerken met omgevingsfactoren zorgt er dan voor dat sporters problemen ontwikkelen. Als persoonsgebonden factoren worden onder meer geslacht, leeftijd en psychologische variabelen als perfectionisme, prestatiedrang, negatief lichaamsbeeld en een gering zelfvertrouwen genoemd. Omgevingsgebonden factoren bestaan onder andere uit sporttak, niveau van sporten, prestatiedruk, sociale druk, blessures, sportbeëindiging en traumatische gebeurtenissen.

Daarnaast is het zo dat als een sporter na een gewichtsafname direct beter gaat presteren, hij/zij de betere prestatie daar aan toe zal schrijven. Als de buitenwereld daar dan ook nog eens heel positief op reageert, kan dit de sporter doen besluiten telkens meer gewicht te verliezen. Als die situatie uit de hand loopt, kan dit een ernstige eetstoornis tot gevolg hebben, met eventueel verstrekkende gevolgen.

Eetstoornissen

We kunnen verschillen soorten ernstige (klinische) eetstoornissen onderscheiden. De eetstoornissen die de meeste mensen wel kennen zijn anorexia nervosa en boulimia nervosa. Anorexia patiënten proberen doelbewust hun eetlust en hongergevoel te onderdrukken. Het gewicht van deze patiënten ligt lager dan 15% dan wat normaal is voor een bepaalde leeftijd en lengte. Boulimia patiënten kampen met vreetbuien, waarbij ze in korte tijd een grote hoeveelheid voedsel nuttigen. Na de vreetbuien volgt het compensatiegedrag, dit is dan zelf opgewekt braken, laxeren en overmatig bewegen (sporten). Er is ook een zogenaamde groep van a-typische eetstoornissen. Hier vallen de sporters onder, anorexia athletica. Een belangrijk kenmerk van deze aandoening is de extreme hoeveelheid lichaamsbeweging die iemand hanteert om af te vallen. Personen met anorexia athletica kunnen ook periode met eetbuien hebben, dit kan ook nog gevolgd worden door zelfopgewekt braken en laxeren. Dit doen de sporter om af te vallen zodat ze een betere prestatie kunnen neerzetten.

Kenmerken van een eetstoornis

Personen (en dus ook sporters) met een eetstoornis hebben een grote (onwerkelijke) angst om dik te worden. Ze zien zichzelf ook dikker dan in werkelijkheid het geval is. Als gevolg hiervan ontstaat een obsessie op het gebied van eten en gewicht. De sporter is de hele dag bezig met calorieën tellen en gewicht controleren. Tegenover de buitenwereld en tegen zichzelf ontkent de sporter dat er problemen zijn. De eetstoornis wordt zoveel mogelijk verborgen gehouden. Zo ontstaat er een situatie, waar de sporter in de meeste gevallen niet zonder hulp weer uit kan komen. Echter, pas als iemand zelf inziet dat hij/zij problemen met voeding heeft, hebben behandeling en begeleiding effect.

Signaleren van eetproblemen

Daarnaast is het zo dat eetstoornissen en eetproblemen vaak maar moeilijk te signaleren zijn door de omgeving. Dit heeft uiteenlopen oorzaken. Bij eetstoornissen en eetproblemen gaat het om obsessief eet- of lijngedrag, dat uit schaamte voor de buitenwereld verborgen gehouden wordt. Munnickhof en Coumans (2000) concludeerden uit de door hen gehouden interviews onder diverse Nederlandse sportbegeleiders en ex-topsporters, dat eetstoornissen zich vaak buiten het zicht van de begeleiding voltrekken.

De sportkoepel NOC*NSF heeft volgens een woordvoerder op dit moment geen programma dat is toegespitst op het voorkomen of signaleren van eetstoornissen bij topsporters. Er zijn ook geen concrete plannen om dit thema in de toekomst op te pakken.

Behandeling

Om te voorkomen dat zich door aftrainen eet- of voedingsproblemen ontwikkelen, is een goede begeleiding belangrijk. Wanneer een sporter het vermoeden heeft dat hij/zij zelf niet goed met voeding omgaat tijdens het sporten of wanneer een sporter hulp nodig heeft tijdens het aftrainen, is het aan te raden advies aan een (sport)diëtist te vragen. Die kan nagaan of de voeding optimaal is en de sporter krijgt dan een goed advies. Indien nodig kan er ook begeleiding bij het aftrainen/afvallen worden geregeld. Zijn de eetproblemen ernstiger of bestaat het vermoeden van een eetstoornis? Dan is het belangrijk voor de sporter om daar niet meer te blijven zitten. De sporter zou iemand in vertrouwen moeten nemen en samen op zoek moeten gaan naar een oplossing. Personen die een helpende hand kunnen bieden zijn bijvoorbeeld de huisarts of sportarts en een sportdiëtist. Indien nodig kan de hulp van gespecialiseerde centra op het gebied van eetstoornissen worden ingeschakeld.
© 2010 - 2024 Vodiservice, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Eetstoornis NAOEetstoornis NAODe eetstoornis NAO (niet anders omschreven) is de diagnose die gesteld wordt als patiënten niet aan alle criteria van ee…
Anorexia en Boulimia NervosaIedereen heeft wel eens van de eetstoornissen Anorexia en Boulimia Nervosa gehoord. Veel mensen weten er dus wel het nod…
Informatie over eetstoornissenTegenwoordig komt een eetstoornis vaak voor. Veel mensen snappen niet waarom mensen zoveel afvallen. Hoe zit dat precies…
Eetstoornissen behandelingEetstoornissen behandelingMensen met eetstoornissen zoals anorexia en boulimia hebben vaak een wisselende stemming door wat ze eten en wegen op de…

Sporten op muziekSporten op muziekJe moet natuurlik wel een beetje van muziek houden om op muziek te kunnen sporten, maar wie houdt er nu helemaal niet va…
Vrouw komt vaak op tweede plaats bij atletiekverenigingVrouw komt vaak op tweede plaats bij atletiekverenigingAtletiekverenigingen zijn er zowel voor mannen als voor vrouwen. Wat betreft het betalen van de maandelijkse contributie…
Bronnen en referenties
  • A. P. de Bruin, Thin is going to win, disorded eating in sport, Amsterdam, 2010
  • www.nocnsf.nl
  • www.proud2bme.nl
Vodiservice (75 artikelen)
Laatste update: 21-03-2010
Rubriek: Sport
Subrubriek: Overige sport
Bronnen en referenties: 3
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.