FNRS Wedstrijden rijden; F-proeven & Va-Proeven
FNRS wedstrijden worden speciaal voor manegeruiters georganiseerd, bij de KNHS ligt de focus meer op het paard en ruiter als combinatie, bij de FNRS ligt de focus op de ruiter. Een manegeruiter rijdt nu eenmaal niet altijd op hetzelfde paard. Een FNRS jury let extra op de ruiter en de hulpen die door de ruiter gegeven worden.
Beginnen bij het begin
Als je wilt beginnen met het diploma rijden zal je bij een FNRS manege moeten gaan rijden. Hier ontvang je je eigen FNRS Ruiterpaspoort. In het ruiterpaspoort komen alle behaalde promotiepunten en diploma’s te staan, zo kan je goed bijhouden wat je wel en nog niet gehaald hebt. De dressuurproeven worden F-proeven genoemd. Deze beginnen bij de F1 en lopen t/m de F20. Bij de even F-proeven horen diploma’s. Deze worden alleen gehaald als de ruiter genoeg promotiepunten heeft behaald en de theorie (bij de proeven F2, F4, F6 en F10) met minder dan 3 fouten wordt afgerond.
Promotiepunten
Als een ruiter voor zijn of haar proef 210 of meer punten heeft gehaald, dan krijgt de ruiter een promotiepunt(PP).
- Bij de F1 en F2 proeven is 1 PP nodig om door te gaan naar de volgende proef.
- Bij de F3 t/m F8 zijn minimaal 2 PP’s en maximaal 5 PP’s nodig om door te gaan.
- Bij de F9 t/m F20 zijn minimaal 3 PP’s en maximaal 5 PP’s nodig om door te gaan.
De manegehouder mag het minimale aantal PP’s altijd verhogen.
Waar wordt op gelet?
Een FNRS jury is speciaal opgeleid om op de ruiter en de invloed van de ruiter op het paard te letten. Het is belangrijk dat de ruiter de goede hulpen geeft. Als je een KNHS proef vergelijkt met een FNRS proef zal het onderste gedeelte het meeste opvallen. Bij de KNHS ligt van onderdeel 22 t/m 29 de nadruk het meest op het paard en de gangen van het paard, de ruiter wordt in 2 onderdelen beoordeeld. Bij de FNRS proef ligt bij onderdeel 26 t/m 35 de nadruk vooral op de ruiter zijn houding en zit en de gegeven been en teugelhulpen. Vanaf de F9 wordt de houding van het paard belangrijk, maar altijd wordt er gelet op hoe de ruiter de houding van het paard beïnvloed. Natuurlijk is het net als bij de KNHS belangrijk om tijdens het rijden van een FNRS proef de figuren netjes te rijden.
Va-Proeven
Na het behalen van een PP in de F3 heeft de ruiter de mogelijkheid om mee te doen met Vaardigheid Proef 1 (Va1). Hierbij moet de ruiter een proefje met obstakels rijden, zoals slalommen en een hindernis springen. Vanaf de F4 mag je ook in de Va2 starten. Voor een PP heb je bij de vaardigheid proeven 180 punten nodig, en per proef moeten 2 PP’s behaald worden om verder te mogen. Bij de Vaardigheid kan ook een diploma behaald worden, deze wordt na het behalen van Va2 gegeven. Natuurlijk wordt er bij de Vaardigheid Proeven vooral gelet op de hulpen en houding en zit van de ruiter, maar ook op de gereden figuren en het nemen van de obstakels en hindernissen.