Bodyprotector voor de paardensport
Wie op een paard klimt loopt het risico om er vanaf te vallen. De bodyprotector biedt bescherming. Hoewel de bodyprotector nog niet zo is ingeburgerd als de cap, zien we hem steeds vaker verschijnen op wedstrijden en in de manegelessen. Bij het onderdeel cross in de samengestelde wedstrijdsport (SGW) en bij veel oefencrossen en tripalons in de bodyprotector verplicht. Er zijn verschillende typen bodyprotectors, met allemaal hun voor- en nadelen. Het vinden van een bodyprotector met een fijne pasvorm is erg belangrijk, dan ben je sneller geneigd om hem aan te trekken.
Pasvorm
De voorzijde van een bodyprotector is korter dan de achterzijde. De voorzijde beschermt de borstkas, maar biedt daardoor toch voldoende bewegingsvrijheid. De achterzijde is langer en beschermt het grootste gedeelte van de wervelkolom. Een bodyprotector moet precies passen om een goede bescherming te bieden.
De gehele bodyprotector moet nauw aansluiten, zonder te knellen. De voorkant moet over de ribben vallen om daar de nodige bescherming te leveren. De achterzijde moet lang genoeg zijn, maar niet zo lang dat deze in de weg zit bij het rijden. Bij het aan laten meten van een bodyprotector is het belangrijk om aan te geven in welk zadel je gaat rijden. De bodyprotector zal bij een dressuurzadel eerder tegen de hoge lepel aankomen dan bij een vlakker springzadel. Vaak zijn in ruitersportzaken testzadels te vinden waar je even op kunt gaan zitten om het goede gevoel te krijgen.
Blokjes of platen?
Voorheen bestonden de meeste bodyprotectors uit grote gedeeltes. Deze protectors zijn nog steeds verkrijgbaar. Het rugpaneel loopt bij deze protectors langs de zijkanten door naar voren. De bewegingsvrijheid is met deze protectors in het begin wat minder, hoewel dit na veel dragen wel beter wordt. Inmiddels zijn er ook bodyprotectors op de markt waarbij deze grote platen zijn opgedeeld in blokjes. Hierdoor sluit de bodyprotector gemakkelijker om het lichaam aan en is de bewegingsvrijheid direct vanaf het begin beter. De blokjesprotectors zijn inmiddels een stuk betaalbaarder geworden.
Er zijn ruiters die geen bodyprotector willen dragen omdat zij dit oncomfortabel vinden zitten. Een goed passende bodyprotector waarmee een tijdje is gereden zit niet oncomfortabel. De bodyprotector vormt zich tijdens het rijden naar je lichaam en zal daarom steeds beter gaat zitten.
Bevestiging
De meeste bodyprotectors bevestig je met klittenband. Bodyprotectors zijn meestal verstelbaar bij de schouders en aan weerszijde van de taille. Het klittenband bevat een roodgekleurd gedeelte. Dit gedeelte dient altijd bedekt te zijn wanneer de bodyprotector wordt gedragen. Dit is namelijk het minimale sluitvlak dat het klittenband nodig heeft om ook bij een val of een onverwachte beweging goed te blijven sluiten. Vaak zit er aan de voorzijde van de bodyprotector nog een extra veiligheidssluiting.
Keurmerk
Het Britse instituut BETA heeft een normering opgesteld voor bodyprotectors. Deze verdeling loopt in drie levels. Level 1 heeft een groen label, level 2 heeft een oranje label, level 3 heeft een blauw label. Level 3 bodyprotectors voldoen aan de hoogste norm. Deze levels zijn vergelijkbaar met de Europese norm. In de meeste ruitersportzaken worden alleen bodyprotectors met level 3 verkocht. Op deze labels staat vaak het jaartal 2018. In dat jaar zijn de eisen iets aangescherpt, te opzichte van de level 3 2009 bodyprotectors. De bodyprotectors die aan level 3 2009 voldoen mogen nog steeds worden gebruikt. Aan de bodyprotector mag je niets zelf aanpassen, anders is deze niet meer goedgekeurd volgens de norm.
Opblaasbare bodyprotector
Naast de bodyprotector die uit schuim bestaat, bestaan er ook opblaasbare vesten. Deze vesten lijken op een bodywarmer en zitten met een koord verbonden aan het zadel. Bij een val schiet dit koord los en activeert het opblaassysteem. Na een val kan het vest weer opnieuw worden gebruikt, er moet dan wel een nieuw luchtpatroon in het vest worden geplaatst. Bij samengestelde wedstrijden mag dit vest worden gebruikt, maar alleen in combinatie met een bodyprotector.
Wedstrijdsport
De paardensport kent verschillende disciplines: springen, dressuur en eventing. In al deze disciplines is het dragen van een goedgekeurde veiligheidscap met driepuntssluiting verplicht. Alleen de dressuur kent hier een uitzondering op, vanaf de Z1 mag er met hoedje worden gereden. De bodyprotector is toegestaan bij de dressuur en het springen, maar niet verplicht. De bodyprotector mag zowel over als onder het rijjasje worden gedragen in de wedstrijdring. Bij het rijden van een cross is de bodyprotector verplicht. Naast de bodyprotector mag ook een opblaasbaar vest worden gebruikt, mits deze voldoet aan de CE-norm.