Wedstrijdkleding voor de paardensport (springen)
Ga je voor het eerst op springwedstrijd? Dan moet jij je natuurlijk goed voorbereiden. Heb je de reglementen gelezen en goed getraind? Natuurlijk hebben alle disciplines zo hun charme, maar het springen blijft voor veel ruiters toch de mooiste. Hoewel bij het springen in de klasse B de verzorging slechts minimaal meetelt, dient de kleding wel aan een aantal eisen te voldoen. Maar waar moet je nu op letten bij het samenstellen van je wedstrijdoutfit voor het springen? Wat heb je allemaal nodig?
De kledingvoorschriften voor het springen verschillen niet veel van de kledingvoorschriften voor de dressuur. Wel zie je op het wedstrijdterrein nog vaak dat de dressuurruiters zich wat klassiek kleden en dat de springruiters wat minder gereserveerd zijn in hun keuze. De springruiter dient ook bij de prijsuitreiking in volledig tenue ten tonele te verschijnen.
Cap
Tijdens wedstrijden is het verplicht om een goedgekeurde en goedpassende cap te dragen. Een cap dient getest te zijn en te voldoen aan veiligheidseis EN1384 en beschikken over een driepuntsbevestiging. Het wordt gewaardeerd als de kleur van de cap aansluit bij de rest van de kleding.
Plastron of stropdas
De plastron wordt om de hals geknoopt en vastgezet met een plastronspeld. De plastron of stropdas dient lichtgekleurd te zijn. Wanneer een overhemd met een hoge boord wordt gedragen is het dragen van een plastron of stropdas niet verplicht. Heren kunnen een stropdas dragen.
Rij-jasje en wedstrijdblouse
Het rij-jasje moet van het type colbert zijn, beschikken over knopen en een platliggende revers hebben. Het jasje moet het zitvlak geheel of gedeeltelijk bedekken. Het jasje mag een krijtstreep hebben. Vaak wordt de kleur van het jasje afgestemd op de rest van de outfit.
Onder het jasje wordt een lichtgekleurd shirt, blouse of overhemd gedragen. Dit mag lange of korte mouwen hebben. Wanneer de blouse lange mouwen heeft, moeten er witte manchetten aanzitten. De blouse moet altijd een witte kraag hebben. Het is toegestaan om een bodyprotector te dragen, onder of over het rij-jasje.
Handschoenen
Rijhandschoenen zijn bij het springen niet verplicht. Wanneer ze wel worden gedragen wordt de kleur vaak afgestemd op de rest van de kleding.
Rijbroek en riem
De rijbroek mag wit, beige of geel van kleur zijn. Alle typen rijbroeken zijn toegestaan. Wanneer er riemlusjes aan de broek zitten kan er een riem worden gedragen. Deze moet dezelfde kleur hebben als de laarzen.
Laarzen
Springruiters mogen met rijlaarzen rijden, al dan niet voorzien van bruine kappen. Naast rijlaarzen, mag er ook worden gestart met jodhpurs in combinatie met gladleren chaps of gaithers. De jodhpurs en chaps moeten qua kleur gelijk zijn. Alle kleuren laarzen zijn toegestaan.
Hulpmiddelen: Sporen en zweep
Voor het gebruik van sporen en zweep in de springring zijn regels opgesteld. Er mag in alle klassen met sporen worden gereden, mits dit geen scherpe sporen zijn zoals sporen met vastzittende wieltjes. Er mag met een zweep worden gereden met een maximale afmeting van 75 cm.
Voor het paard: schabrak en oornetje
Al hoort het niet helemaal bij de wedstrijdkleding van de ruiter, toch wordt het schabrak (het dekje) vaak aangepast op de kleding van de ruiter. Een oornetje is bij het springen toegestaan. Meestal wordt de kleur van het oornetje afgestemd op de kleur van de kleding of het schabrak.
Verenigingstenue
Wanneer je rijdt voor een vereniging waarbij een verenigingstenue is ingesteld, dien je daarin te rijden, mits dit tenue voldoet aan de regels van de sportbond.
Weersinvloeden
Wanneer het extreem warm is (meer dan 30 graden Celcius) kan de official op het wedstrijdterrein besluiten dat er is zomertenue gereden mag worden. Dit houdt in dat het rij-jasje uit gelaten mag worden. Bij extreme regenval kan de official bepalen dat er in regenjas gereden mag worden.