Sneeuwschoenlopen: tips, techniek en terrein
Wanneer je skiën, schaatsen, langlaufen, snowboarden, winterwandelen en sleeën al allemaal eens geprobeerd hebt, of niet wilt of kunt doen, dan bestaat er nog een optie: sneeuwschoenlopen. Het is een leuke manier om sneeuwgebieden te verkennen en te genieten van de natuur. Ook is het een goede activiteit om je conditie te verbeteren en spierkracht op te bouwen. Zowel voor durfals als voor voorzichtige wandelaars heeft het sneeuwschoenlopen veel te bieden. Je hebt een aantal technieken die je kunt toepassen en kunt het zo zwaar maken als je zelf wilt.
Sneeuwschoenlopen kun je leren
Net als skiën heeft sneeuwschoenlopen een lange traditie. Jagers moesten duizenden jaren geleden vaak op jacht in diepe sneeuw en om hun kansen te verbeteren hebben ze schoeisel ontwikkeld waarmee ze zich sneller voort konden bewegen. Hieruit is het sneeuwschoenlopen ontstaan, dat tegenwoordig een populaire sport in veel sneeuwgebieden is.
In de stille natuur kom je soms gemzen tegen. Verstoor ze niet, ze hebben in de winter hun energie hard nodig
© Reinhard Hozl /
Bron: Reinhard HozlZolang je goed geïnformeerd bent over regels en natuurwetgeving van het gebied en het terrein en de mogelijke gevaren goed kunt inschatten, is deze sport geschikt voor iedereen. Verschillende looptechnieken, afgestemd op het soort terrein vergemakkelijken je tocht. De theorie van het sneeuwschoenlopen is niet moeilijk te leren, maar in de praktijk vergt het wel wat oefening. Een ideale manier om het te leren is het volgen van een cursus. De Hiervoor hoef je niet direct naar de bergen, je kunt dit gewoon in Nederland doen. De Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV) organiseert bijvoorbeeld een workshop sneeuwschoenwandelen in een ski- en snowboardhal. Maar voor het ultieme gevoel en het prachtige decor kun je toch het beste naar de bergen gaan. Er zijn verschillende cursussen en tochten in de bergen die vanuit Nederland georganiseerd worden, maar in de meeste wintersportgebieden kun je ook begeleide wandelingen boeken en
materiaal huren, van een uurtje tot hele dagen.
Je kunt onverwachte beekjes en gaten in de sneeuw tegenkomen, kennis van het terrein is noodzakelijk
© Tirol Werbung /
Bron: Tirol WerbungWaarin onderscheidt sneeuwschoenlopen zich van andere wintersporten?
Een groot deel van de
voorbereiding moet je zelf doen. Vooral wanneer je je eigen weg door het ongerepte sneeuwlandschap wilt gaan volgen, ben je op je eigen kennis en vaardigheden aangewezen. Er zijn geen aanduidingen zoals in het geval van skipistes, die aangeven hoe moeilijk een route is. Het terrein is telkens weer anders vanwege verschillende sneeuwcondities, ondergronden en hellingsgraden. Je moet daarom flexibel zijn. Sneeuwschoenlopen onderscheidt zich van langlaufen doordat je geen constante glijbeweging maakt, maar telkens één voet echt van de grond opheft. Wanneer je de spoorder bent, degene die voorop loopt, moet je voor de achtervolgers de voetpassen uitzetten. Je hebt het dan zwaarder dan degenen die achter je aan lopen. Omdat de sneeuwschoen een groot oppervlak heeft, wordt je gewicht verdeeld en zak je minder diep weg in de sneeuw dan met gewone wandelschoenen. Stokken heb je nodig om je te ondersteunen en voor je evenwicht. Ook kan het voorkomen dat je een verdieping in het terrein niet ziet en in een zogenaamd sneeuwhol terecht komt. Wanneer je tot je middel in zo'n hol zakt, zul je dankbaar zijn dat je stokken je helpen eruit te komen.
De steilheid van de hellingen
Anders dan bij gewoon wandelen, neem je vaak steile hellingen om de route als het ware af te korten. Hellingen steiler dan 30 graden zijn onmogelijk te nemen met sneeuwschoenen vanwege de ontbrekende weerstand op de kanten, zoals je met ski's wel hebt. Wanneer het terrein een hellingshoek van 20 graden heeft, is het voor ervaren sneeuwschoenlopers nog net te doen, maar dit vergt een goede techniek. Een graatwandeling over bergkammen en bergruggen is vaak veiliger dan het lopen in geulen, couloirs en trechters. Wanneer er veel nieuwe sneeuw gevallen is, zul je dieper wegzinken bij het lopen, daarom is het beter om te wachten tot de sneeuw zich vastgezet heeft. Bij geperste sneeuw en firn kun je heel gemakkelijk over de sneeuw lopen zonder weg te zinken. Zo zul je altijd in je voorbereiding rekening moeten houden met de sneeuwcondities.
De verschillende looptechnieken
Er zijn een aantal manieren om te lopen, die elk hun eigen voordelen hebben. Het is verstandig alle technieken onder de knie te hebben voordat je je aan lange tochten waagt. Het best oefen je ze tijdens een lichte sneeuwschoenwandeling op makkelijk terrein onder begeleiding. Alle technieken hebben met elkaar gemeen dat je licht wiegend loopt en dat je zwaartepunt altijd boven je standbeen blijft.
De diagonaalpas
De diagonaalpas is de basistechniek en lijkt veel op het gewone lopen dat je dagelijks doet. Omdat sneeuwschoenen breder zijn dan je loopschoenen, moet je je benen iets verder uit elkaar houden, op heupbreedte. Het is even wennen in het begin, de sneeuwschoen zit net als de langlaufski aan de achterkant los dus je kunt je voet gewoon optillen en neerzetten zoals je normaal doet. Het blijft oppassen dat je niet met de ene schoen de andere raakt. De stokken gebruik je zodanig, dat je linkerstok gelijk beweegt met je rechtervoet en andersom. Dit vergt wat arm-beencoördinatie, maar is eigenlijk hetzelfde wat je doet als je je armen tijdens gewoon lopen op natuurlijke wijze laat meebewegen.
Sneeuwschoenlopen is geschikt voor alle leeftijden mits je de technieken beheerst
© Tirol Werbung /
Bron: Tirol Werbung De 1:2 pas
De 1:2 pas is een variatie op de diagonaalpas. Hierbij doen je voeten precies hetzelfde, maar in plaats van je stokken om de beurt neer te zetten, zet je ze allebei tegelijk naar voren neer om de pas. Dit helpt om bij steilere passages meer steun te krijgen.
De eendenpas
De eendenpas is de techniek om het gemakkelijkste steile hellingen omhoog te lopen. Je zet je voeten hierbij met de voorkant iets naar buiten gedraaid neer, in een soort van V-vorm. De gemakkelijkste manier om bergaf te lopen is met lichte O-benen.
Sliden
Sliden of glijden wordt ook wel de ooievaarspas genoemd en is een variant op de diagonaalpas die je kunt toepassen wanneer de sneeuw zo diep is dat zelfs je sneeuwschoenen wegzakken. De beweging verkrijg je door als het ware op je hakken te lopen. Je tilt je bovenbeen dan zodanig op dat alleen de voorkant van de sneeuwschoen loskomt van de grond en glijdt als het ware met de achterkant van de schoen naar voren. Bij het dalen schuif je dan steeds een stukje naar beneden en remt vanzelf weer door de grip van de schoen. Op deze manier maak je ook meer snelheid bij het dalen.
Runningtechnieken
Zelfs rennen op sneeuwschoenen is mogelijk. Dit is een ware sport met wedstrijden, trainingen en speciale running- sneeuwschoenen. Bij de runningtechniek heb je net als bij hardlopen een zweefmoment, waarbij je sneeuwschoenen tussen de passen tegelijk loskomen van de sneeuw.