Piepjestest / shuttle run test
Op scholen en sportverenigingen wordt regelmatig gebruik gemaakt van de shuttle run test, ook wel piepjestest genoemd. Bij deze test loop je steeds heen en weer tussen twee lijnen die 20 meter van elkaar af liggen. Het loopritme wordt langzaam opgevoerd en aan de hand van het uiteindelijke resultaat kun je je uithoudingsvermogen aflezen.
De piepjestest
De piepjestest bestaat alweer een aantal jaren. Het is in 1982 bedacht door Leger & Lambert. Het is een wetenschappelijk onderbouwde test waarbij het uithoudingsvermogen van de deelnemer wordt getest.
Hoe werkt de test?
De deelnemer beweegt zich tussen twee lijnen die 20 meter uit elkaar liggen. Je start met lopen als je een geluidsignaal hoort. Dit geluid is geen fluitje van een leraar of een trainer, maar is afkomstig van een cd die speciaal voor deze test is gemaakt. Voordat het volgende signaal klinkt moet je bij de andere lijn zijn. Er zit in eerste instantie wel aardig wat tijd tussen de geluidsignalen, maar de piepjes volgen elkaar steeds sneller op. Elke minuut wordt het tempo van de piepjes aangepast en komen ze sneller achter elkaar. Je zult dus steeds je looptempo iets moeten verhogen wil je op tijd bij de volgende lijn aankomen. Mocht je dit een keertje niet halen is het geen ramp. Je mag dan alsnog de lijn aantikken, maar je zult dan je tempo zodanig moeten opvoeren, dat je de volgende lijn wel binnen de tijd aantikt.
Wanneer ben je af?
De test kan op twee manieren eindigen:
Zelf opgeven
Het kan zijn dat je na een tijdje zo moe wordt van het lopen dat je uitgeput raakt. Ook kan het zijn dat je last krijgt van verzuring. Je kunt dan besluiten zelf te stoppen met de test.
Het gestelde doel niet meer halen
Het kan zijn dat je de lijn niet haalt voordat het geluidssignaal klinkt. Dit is niet erg. Je loopt door, tikt de lijn aan en versnelt je tempo zodat je de volgende lijn weer bijtijds aantikt. Mocht dit echter tweemaal achter elkaar niet lukken, dan ben je af.
Hoe kan je je prestatie meten?
Je drukt je prestatie uit in trappen. Dit trappensysteem werkt op een halve trap nauwkeurig. Elke keer dat het tempo wordt verhoogd hoor je naast een piepje ook het aantal bereikte trappen. Dit wordt onder de test duidelijk aangegeven op de cd. Je eigen prestatie is de trap die je hebt bereikt voordat je al dan niet vrijwillig bent gestopt met de test. Stel, de laatste trap die je hebt gehoord is 6,5. Dan is dat je eindprestatie. Trap 7 is dan net niet gelukt.
Kun je invloed uitoefenen op de resultaten van deze test?
Er zijn een paar dingen die je zou kunnen doen om het lopen wat langer vol te houden:
- Je kunt van tevoren oefenen door een stuk te gaan hardlopen.
- Tijdens de loop moet je zorgen dat je blijft bewegen. Ook als je ruim op tijd bij de lijn bent. Het kost veel energie om telkens opnieuw te moeten starten en een afzet te maken.
- Eet van tevoren niet te veel. Je kunt vervelende steken krijgen onder het lopen.
- Zorg dat je tempo niet te hoog ligt in het begin. Het is verspilde energie om aan de overzijde te moeten wachten op het volgende signaal.
Is deze test geschikt voor iedereen?
Op basisscholen en middelbare scholen wordt deze test vaak gebruikt. En ook in de sportwereld kom je de test regelmatig tegen. Toch is de test niet geschikt voor iedereen. Doordat je je looptempo steeds verder opschroeft, vraag je een grote inspanning van je lichaam. Als je lichaam gezond is, is dit niet erg. Heb je gezondheidsklachten? Dan kun je deze test beter aan je voorbij laten gaan.