Herstel bij herhaling van sprints - Belangrijk bij voetbal
Tijdens een voetbalwedstrijd worden de beslissende momenten vaak gemaakt door middel van snelle en korte sprint acties. Een fractie sneller bij de bal of sneller weg kunnen sprinten bij je tegenstander kunnen beslissend zijn of een wedstrijd gewonnen of verloren wordt. In dit artikel wordt uitleg gegeven over de inhoud van sprints en hoe je kan testen of een speler goed of minder goed herstelt.
Sprinten tijdens voetbal
Een voetbal wedstrijd bestaat voor een groot gedeelte uit herhaalde sprints die snel op elkaar kunnen volgen. 25% van de wedstrijd krijgt de voetballer minder dan 20 seconde de tijd om te herstellen van een sprint actie om uiteindelijk weer een volgende sprint te moeten leveren. Een gemiddelde sprint bestaat uit een afstand van 10-20 meter (voor middenvelders soms zelfs 30 meter of meer).
8x40 meter maximale shuttle run sprint test
Om een indruk te krijgen hoe goed iemand herstelt na herhaalde sprints kan je er voor kiezen om dit te doen door middel van de 8x40 meter maximale shuttle run sprint test. Deze test is ontworpen om je een inzicht te geven van sprinten, kappen, draaien en weer sprinten. Dit is typisch voor een explosieve sport als voetbal waarbij deze elementen vaak voor komen en een doorslaggevend karakter kunnen hebben voor het resultaat van de wedstrijd.
Uitvoering
De proefpersoon/sporter wordt gevraagd om 40 meter af te leggen tussen 2 lijnen die 20 meter uit elkaar liggen. De proefpersoon/sporter start in het midden van deze 20 meter en sprint bij de start 10 meter naar één van de eindlijnen van het parcours. Hij draait daar 180 graden en sprint 20 meter naar het andere eind toe. Draait dan weer 180 graden en sprint de laatste 10 meter terug. De proefpersoon/sporter wordt gevraagd om tijdens het sprinten minimaal 1 voet over de lijn heen te plaatsen. De proefpersoon/sporter krijgt tussen elke sprint 20 seconde de tijd om te herstellen voordat hij de volgende sprint weer moet afleggen. Dit zal de proefpersoon/sporter zal in totaal het parcours 8x40 meter afleggen.
Voorbeeld
| 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
Tijd: | 09.05 | 09.14 | 09.03 | 09.42 | 09.53 | 10.28 | 10.40 | 11.06 |
In de bovenstaande tabel kan je duidelijk zien waar het punt ligt waarbij de vermoeidheid een grote rol gaat spelen. Vanaf de 6e sprint is het verlies meer dan een halve seconde en start de anaerobe glycolyse. Omdat de sprints voornamelijk de fosfaatpool uitputten mag er slechts 5% aan snelheid verloren gaan door neuromusculaire vermoeidheid. Zodra de eindtijd boven de 10 seconde uitkomt start de anaerobe glycolyse. Dit systeem heeft invloed op de pure snelheid die geleverd wordt tijdens de sprints. De sprints zijn geen sprints meer als men te lang in dit systeem blijft trainen.
Advies voor het trainen van herhaalde sprints
Het is belangrijk dat de trainingen afgestemd zijn op het uitputten van de fosfaatpool. Aangezien de afstanden tijdens het sprinten tijdens voetbal voornamelijk onder de 10 seconde ligt. Om goede snelheidstraining te realiseren is het belangrijk dat de sporter niet gaat verzuren. Met andere woorden betekent dit dat de anaerobe glycolyse niet mag worden aangesproken. Hoe meer de sporter hierin terecht komt hoe meer invloed dit gaat hebben op de sprints.
De training moet gericht zijn op afstanden die specifiek voor het voetbal zijn waarbij de richttijd nooit langer mag zijn dan 10 seconde. Dit in combinatie met korte herstel pauzes. Alle mogelijk richtingen en vormen met variaties in tijd zijn een must.