Nieuwe revolutie in het joggen: Fartlek
Ben je moe van altijd hetzelfde rondje in het park te lopen? Of wil je op een originele manier aan je conditie werken? Maak dan kennis met een Zweedse, originele vorm van joggen, namelijk Fartlek! Fartlek betekent in het Zweeds snel spel of snelheidsoefening. De beweging die je doet hangt af van je omgeving waar je verschillende snelheden kan afwisselen.
Voorwaarden
Het vaartspel moet voldoen aan twee voorwaarden:
- Er moet worden gelopen in een natuurlijke omgeving. Dat wil dus zeggen dat er afwisseling van bodem moet zijn zoals bijvoorbeeld: zand, beton, gras, grind, ...
- De loper moet zelf de intensiteit en lengte van de snelle en trage stukken bepalen. Je wisselt continu af met wandelen, sprinten, joggen, hardlopen, ... Dit hangt, zoals al gezegd, af van je omgeving. Tussen stoplichten wandel je bijvoorbeeld, of sprint je net heel hard over.
Fartlek versus intervaltraining
Eigenlijk is fartlek wel te vergelijken met intervaltraining, maar het verschil is dat je bij fartlek in een gekozen natuurlijke omgeving loopt. Je maakt gebruik van de natuurlijke variantie, zoals je bijvoorbeeld heuvels op kan lopen. Een ander verschil is het feit dat er bij fartlek geen vast schema is. Je moet niet exact zoveel minuten lopen, maar kan dit op eigen gevoel bepalen. Dit is zeker een voordeel want je kan je concentreren op je eigen tempo, en de belasting die je er van ervaart. Je leert zo beter je eigen tempo te bepalen en te behouden en zo beter naar je eigen lichaam te luisteren.
Hoe begin je er aan?
Het beste is om te lopen met meerdere personen. Dan kan er iemand om de beurt bepalen hoe snel en ver een interval wordt. Zoek ergens een leuk park, maar ook in de stad kan je goed afwisselen. Bijvoorbeeld, tussen die en die paal sprinten we, dan stappen we tot het verkeerslicht, enzovoort.
Voorbeeldschema Fartlek
Hier onder vind je een voorbeeldschema. Zoals al gezegd werkt fartlek niet met strakke roosters die je op de seconde moet volgen. Maar om een idee te krijgen van wat je ongeveer in een training kan doen, kan je volgend schema doorlezen.
- Begin met een warming-up. Je hoeft niet te joggen, maar wandel wel stevig door. Doe dit drie minuten lang.
- Daarna ga je vijf minuten lang joggen.
- Na het joggen doe je er weer een tandje bij en ga je weer wat harder rennen. Dit doe je 5x1 minuut. Na 1 minuut wat harder te hebben gerend ga je 1 minuut joggen, dan weer 1 minuut wat harder, en na een minuut weer joggen, etc.
- Dan doe je vijf lange sprints van ongeveer honderd meter. Na honderd meter sprinten ga je honderd meter joggen en dit herhaal je vijf keer.
- Dan doe je vier korte sprints van ongeveer twintig seconden. Ook hier ga je na de twintig seconden 1 minuut hardlopen en na de minuut hardlopen weer twintig seconden sprinten. In plaats van twintig seconden kun je ook van lantaarnpaal naar lantaarnpaal of van stoplicht naar stoplicht sprinten.
- Je begint nu alweer aan de cooldown door vijf minuten te joggen.
- Na het joggen ga je drie minuten stevig wandelen.
Veel succes met deze leuke loopvariatie!