Cruijffiaans, het unieke taalgebruik van Johan Cruijff
De Nederlandse oud-voetballer en voetbaltrainer Johan Cruijff is niet alleen beroemd door zijn legendarische carrière als profvoetballer, maar ook vanwege zijn unieke taalgebruik: het Cruijffiaans.
Het unieke taalgebruik van Johan Cruijff kenmerkt zich door een verzameling woorden die enerzijds uit het voetbaljargon en anderzijds uit het Amsterdams afkomstig zijn. Meestal klinken zijn vlotte uitspraken in eerste instantie logisch, maar al snel blijkt het toch niet helemaal te kloppen, spreekt hij zichzelf tegen en kunnen zijn toehoorders hem niet volgen.
Kenmerken van het Cruijffiaans
Doordat Johan Cruijff voor zijn toehoorders vaak onnavolgbaar is, wordt zijn manier van spreken Cruijffiaans taalgebruik genoemd. De kenmerken hiervan zijn:
- veelvuldig gebruik van oneliners die het midden houden tussen een briljant inzicht en een open deur
- het door elkaar gebruiken van plat en deftig Nederlands
- het gebruik van neologismen en verbasteringen
- veelvuldig gebruik van tautologieën en staande uitdrukkingen
- het betrekkelijk voornaamwoord “die” wordt altijd vervangen door “wie”
- de persoonlijke voornaamwoorden “ik”, “wij” en “we” worden meestal vervangen door “je”
- veelvuldig gebruik van “dan praat je over” in plaats van “dat is”
Voorbeeldzinnen over voetbal in het Cruijffiaans
Gedurende zijn jarenlange voetbalcarrière heeft Johan Cruijff onder meer als profvoetballer en voetbaltrainer regelmatig in het openbaar gesproken. Enkele uitspraken die hij in deze rol, maar ook als voetbalanalist voor onder andere de NOS / Studio Sport en als columnist voor De Telegraaf en Nummer 14, heeft gedaan volgen hier:
- “Voetballen is simpel, maar simpel voetballen blijkt vaak het moeilijkste wat er is”.
- “Eén van de 32 landen die deelnemen aan het WK wordt wereldkampioen; de anderen niet, want die zijn er niet”.
- “Voetbal is een spel van fouten; wie de minste fouten maakt wint de wedstrijd”.
- “Voordat ik een fout maak, maak ik die fout niet”.
- “Je gaat het pas zien, als je het door hebt”.
- “Mensen zeggen ook dat een ploeg die met tien man speelt gevaarlijker is dan een ploeg met elf man; dat komt alleen maar, omdat vijf van die elf denken: ik doe een stapje minder, terwijl vijf van die tien er juist een schepje bovenop doen”.
- “Je moet een gat voor je laten vallen en er dan zelf inlopen”.
- “Als wij de bal hebben, kunnen zij niet scoren”.
- “Zonder de bal kun je niet winnen”.
- “Kijk, de bal is een essentieel onderdeel van het spel”.
- “Als je de eerste goal scoort, win je de wedstrijd”.
- “Kijk, de bal moet minimaal tussen die twee palen”.
- “Als je op balbezit speelt, hoef je niet te verdedigen, want er is maar één bal”.
- “Je moet schieten, anders kun je niet scoren”.
- “Je moet altijd zorgen dat je een doelpunt meer scoort als de tegenstander”.
- “In voetbal is het simpel: je bent op tijd of je bent te laat; als je te laat bent, moet je op tijd vertrekken”.
- “Als je een speler ziet sprinten, is hij te laat vertrokken”.
- “Als je ergens niet bent, ben je óf te vroeg óf te laat”.
- “Als je sneller wilt spelen kun je wel harder lopen, maar in wezen bepaalt de bal de snelheid van het spel”.
- “Wat is snelheid? Vaak verwisselt de sportpers snelheid met inzicht: kijk, als ik iets eerder begin te lopen dan een ander, dan lijk ik sneller”.
- “Als ik de hele tuin moet verdedigen ben ik de slechtste, als ik dit stukje moet verdedigen ben ik de beste; alles heeft te maken met meters, meer niet”.
- “Vier achter en vier op het middenveld kan nooit functioneren: je driehoeken vallen weg; je moet altijd driehoeken hebben, want alleen dan heb je constant twee afspeelmogelijkheden”.
- “Bergkamp speelde ver onder nul”.
- “De Koreaanse verdediging was net geitenkaas, elk commentaar is hier overbodig”.
- “Ik geloof niet: in Spanje slaan alle 22 spelers een kruisje voordat ze het veld opkomen; als het werkt, zal het dus altijd een gelijk spel worden”.
- “Italianen kennen niet van je winnen, maar je ken wel van ze verliezen”.
- “Als Italianen één kans krijgen, maken ze er twee”.
- “Italië heb een paar hele goeie voetballers, maar die moet je dan wel de bal spelen zodat ze kunnen voetballen”.
- “Zet er één in de spits, maak er een tutti frutti van”.
- “Als ik thuis kom van een televisie analyse vraagt mijn vrouw: wat heb je gezegd?; dan zeg ik: al sla je me dood”.
Algemene voorbeeldzinnen in het Cruijffiaans
Johan Cruijff heeft zijn unieke uitspraken niet alleen in de voetbalwereld gebruikt. Hier volgen een aantal uitspraken in het Cruijffiaans die niet direct met voetbal te maken hebben, al had het soms best gekund:
- “In zekere zin ben ik waarschijnlijk onsterfelijk”.
- “Ieder nadeel heb zijn voordeel”.
- “Toeval is logisch”.
- “In ben overal tegen; totdat ik een besluit neem, dan ben ik ervoor”.
- “Met het mes op de schede”.
- “Ik spreek beter Spaans dan welke Nederlander dan ook, maar slechter Spaans dan welke Spanjaard dan ook”.
- “De tijd dat ik zelf geld mee nam is al heel lang geleden; ik neem altijd de naam en het gezicht mee”.
- “Mensen moeten harder rijden, dan zijn ze sneller van de weg, dus zijn er minder files”.
Het gebruik van Cruijffiaans in de media
Van 2004 tot 2007 zond de VARA de Nederlandse satirische animatieserie Café de Wereld uit, waar karikaturen van bekende Nederlanders samenkomen in een virtueel café. De afleveringen stonden vaak in het teken van een bepaald thema. Rond dit thema vonden verschillende grappen plaats, terwijl er onder de bezoekers een discussie ontstond. In deze serie werd Johan Cruijff gepersifleerd door een typisch Cruijffiaans sprekende stemartiest Rinie van den Velzen.
Naast Rinie van den Velzen werd / wordt Johan Cruijff ook geïmiteerd door televisie- en radiopresentator René van den Berg, radio dj Edwin Evers en de cabaretiers Kasper van Kooten, Jochem Myjer en Viggo Waas.
Ook in het Spaans had Johan Cruijff een kenmerkend taalgebruik, zoals onder meer het veelvuldig gebruik van de uitdrukking “en un momento dado”, waarmee hij “op een gegeven moment” te letterlijk vertaalde. Deze uitdrukking werd zelfs gebruikt in de titel van een in 2004 uitgebrachte documentaire over het leven van Johan Cruijff: Johan Cruijff – En Un Momento Dado. De film begint en eindigt met de afscheidswedstrijd van Johan Cruijff bij FC Barcelona in 1999. Aan het einde van de documentaire is ook een lang interview met Johan Cruijff opgenomen, waarin zijn unieke, Cruijffiaanse uitspraken veelvuldig te horen zijn.
Naar aanleiding van zijn zestigste verjaardag in 2007 neemt Johan Cruijff zijn eigen taalgebruik onder de loep in een interview van NOVA over de presentatie van de vele boeken die hij als voetbalmeester geschreven heeft.
Samen met Sytze de Boer schreef Johan Cruijff het in 2011 uitgegeven Johan Cruijff - Uitspraken: een biografie in uitspraken. Sytze de Boer is documentalist bij de Volkskrant en sinds de jaren zestig houdt hij een Cruijff-archief bij. Dit boek is een uitgave van de Cruijff Bibliotheek, die als doel heeft uitgaven te publiceren om de betekenis van Johan Cruijff weer te geven. Een deel van de opbrengsten komt ten goede aan de Cruijff Foundation, waarmee Johan Cruijff geld ophaalt voor kansarme kinderen, waar ook ter wereld. Zelf vindt hij Johan Cruijff - Uitspraken: een biografie in uitspraken een mooie selectie van wat hij in de loop der jaren gezegd heeft; hij vindt het af en toe zelfs verrassend, maar toch staat hij nog steeds achter de meeste uitspraken…