Vijf grootste voetbalstadions van Europa
Fan experience wordt steeds belangrijker in het voetbal. De fans willen niet alleen een wedstrijd bijwonen, ze willen echt iets beleven. Bovendien is een moderne voetbaltempel voor zakenlui een ideale plaats om te netwerken. Wil je als club vooruit, dan moet je zorgen dat je over een stadion met voldoende mogelijkheden beschikt. Maar welke stadions zijn anno 2016 de grootste van Europa qua capaciteit?
1. Camp Nou FC Barcelona 99.354
Camp Nou is sinds 24 september 1957 het stadion van FC Barcelona. Het stadion werd ontworpen door de architecten Francesc Mitjans Miró, Josep Soteras Mauri en Lorenzo García Barbón. De vorige thuisbasis, Camp de Les Corts, werd te klein bevonden voor de groeiende status van de club. Bij de opening bedroeg de capaciteit 93.053 plaatsen. Ter gelegenheid van het WK in 1982 werd het stadion uitgebreid en was er plaats voor ongeveer 120.000 toeschouwers. In 1994 vond weer een verbouwing plaats. De staanplaatsen bovenaan werden vervangen door zitplaatsen waardoor de capaciteit terugviel naar de huidige 99.354 plaatsen.
De oorspronkelijke naam was Nou Estadi del FC Barcelona. Vanaf het begin werd eigenlijk vooral Camp Nou gezegd, waardoor in 2000 bij een stemming beslist werd dat dit vanaf dan de officiële naam zou zijn. In het stadion kan je ook het gekende museum van FC Barcelona bezoeken. Het museum is goed voor zon 1 à 2 miljoen bezoekers per jaar.
2. Wembley Engeland 90.000
Het Wembley Stadium is gelegen in de wijk Wembley, in het noordwesten van Londen. Het oorspronkelijke stadion op de site, het Empire Stadium, werd geopend in 1923. Het Empire Stadium werd ontworpen door John Simpson en Maxwell Ayerton en was vooral bekend van de twee witte torens. In 2003 besloot men het stadion volledig te verbouwen en vier jaar later kon het vernieuwde Wembley Stadium openen. Het is nu een moderne tempel waar de Engelse nationale ploeg de thuiswedstrijden afwerkt en waar ook veel popconcerten plaatsvinden. Verder worden er nog rugbywedstrijden gespeeld in Wembley.
3. Santiago Bernabéu Real Madrid 85.454
Het Santiago Bernabéu stadion in Madrid werd geopend op 14 december 1947. Het is genoemd naar een heel erg belangrijke man in de geschiedenis van Real Madrid. Santiago Bernabéu was er speler, assistent-trainer, hoofdtrainer en maar liefst vijfendertig jaar voorzitter. Na de Spaanse burgeroorlog in 1936 was hij het die de club redde. Het stadion werd ontworpen door Manuel Muñoz Monasterio en Luis Alemany Soler. De oorspronkelijke capaciteit bedroeg 75.145. Maar het stadion onderging verschillende renovaties, waarvan een laatste in 2011. Die laatste renovatie bracht de capaciteit op iets meer dan 85.000 plaatsen.
4. Signal Iduna Park Borussia Dortmund 81.359
Dit stadion, oorspronkelijk het Westfalenstadion, werd geopend op 2 april 1974 en had een initiële capaciteit van 54.000 plaatsen. Het is de thuishaven van de Duitse topclub Borussia Dortmund. Sinds het seizoen 2015-2016 telt het meer dan 81.000 plaatsen, waardoor het qua capaciteit voorbij het Stade de France sprong. De huidige naam verwijst naar verzekeringsmaatschappij Signal Iduna, dat tot 2021 over de naamrechten van het stadion beschikt. Het stadion is vooral gekend voor
die Gelbe Wand, de Gele Muur, van supporters die elke thuiswedstrijd op post zijn. In deze tribune staan duizenden fans een hele wedstrijd recht, zingen uit volle borst en pakken regelmatig uit met indrukwekkende tifos.
5. Stade de France Frankrijk 81.338
Het Stade de France is gelegen ten noorden van Parijs in de voorstad Saint-Denis. Er vinden verschillende sportwedstrijden plaats, zoals rugby, voetbal en atletiek. Verder wordt het ook gebruikt voor muziekconcerten. Het stadion werd geopend op 28 januari 1998, het jaar waarin het WK voetbal gespeeld werd in Frankrijk. Sindsdien is het ook het nationale voetbalstadion. Dat was voordien het Parc des Princes, waar PSG speelt. Het waren ook de Fransen die er dat jaar de finale met 3-0 wonnen van Brazilië en zo wereldkampioen werden. De vier architecten van het Stade de France zijn Michel Macary, Aymeric Zubléna, Michel Regembal en Claude Constantini.