Ajax 2013-2014: Het vierde achtereenvolgende kampioenschap

Het hechte collectief van trainer Frank de Boer won ook dit seizoen weer de landstitel. Nooit eerder won Ajax viermaal achtereen het landskampioenschap en verbeterde dus haar eigen clubrecord. Spectaculair was het seizoen niet te noemen, wel degelijk met veel gelijke spelen. Voor Ajax-begrippen werd er weinig gescoord (69 doelpunten) maar daartegenover stonden ook weinig tegendoelpunten (28). Men was in Amsterdam uiteraard blij met het kampioenschap maar er was ook kritiek te horen over de behoudende speelwijze.

Matig begin van Ajax

Ajax opende het seizoen met een regelmatige 3-0 overwinning op Roda JC Kerkrade maar kreeg in de tweede wedstrijd al zijn eerste nederlaag te verwerken. Nadat Ricardo van Rhijn in de 65e minuut bij een 1-2 voorsprong van Ajax een overtreding beging in het strafschopgebied kon hij meteen met rood vertrekken en leidde de benutte strafschop het begin in van de uiteindelijke 3-2 nederlaag tegen AZ. Al vroeg in het seizoen stond de Klassieker tegen Feyenoord op het programma dat de eerste twee duels had verloren. Op de zeer slechte grasmat van de Amsterdam Arena scoorde Graziano Pellè al na 6 minuten de 0-1 maar Kolbeinn Sigthórsson werd de ‘man of the match’. Met twee doelpunten in een tijdsbestek van zes minuten (waarvan één uit een makkelijk gegeven strafschop) bracht hij Ajax naar een 2-1 voorsprong, een score die na negentig minuten matig voetbal ook nog steeds op bord stond.

Vlak voor het einde van de overschrijvingstermijn zouden Toby Alderweireld (naar Atlético Madrid) en Christian Eriksen (naar Tottenham Hotspur) alsnog vertrekken bij Ajax en dat voelde als een groot gemis. Vooral in de uitwedstrijd tegen PSV had men deze spelers nog goed kunnen gebruiken. Tot aan de 53e minuut was er voor de Amsterdammers nog weinig aan de hand totdat doelman Kenneth Vermeer een fout maakte en Tim Matavz makkelijk de 1-0 binnen kon schieten. Vijftien minuten later stond PSV met 4-0 voor tegen een ontredderd spelend Ajax. Maar dat ook Ajax, met Jasper Cillessen in het doel voor Kenneth Vermeer, binnen een kort tijdsbestek veel kon scoren werd een week later duidelijk tegen het arme Go Ahead Eagles, dat na rust volledig in elkaar klapte. In nauwelijks zes minuten tijd liep Ajax van 0-0 uit naar een 4-0 voorsprong om uiteindelijk te eindigen met een 6-0 overwinning.

Een jongensdroom komt uit

Tegen FC Utrecht werd in competitieverband eindelijk na een drie jaar weer eens gewonnen (3-0). Minder verging het de Amsterdammers tegen FC Twente (1-1), RKC Waalwijk (0-0) en Vitesse (0-1). Voordat de voorzichtige kritiek in volle hevigheid zou losbarsten won Ajax zijn eerste uitwedstrijd van het seizoen in Nijmegen tegen NEC (0-3). Het inmiddels nieuwe middenveld met Daley Blind, Thulani Serero en Davy Klaassen begon te draaien en met Jasper Cillessen in het doel werd de verdediging bijna onpasseerbaar. Op 7 december werd Davy Klaassen in de met 4-0 gewonnen thuiswedstrijd tegen NAC Breda de eerste Ajax-speler van dit seizoen die een hattrick maakte.

In de laatste twee uitwedstrijden voor de winterstop kon zelfs het ‘Lucky Ajax’ weer eens uit de oude schoenendoos tevoorschijn worden gehaald. Bij SC Cambuur scoorde Davy Klaassen in de 90e minuut de winnende treffer (1-2) maar nog extremer was de ontknoping in Kerkrade tegen Roda JC, dat de overwinning al dacht binnen te hebben. Voor de 17-jarige Jaïro Riedewald, die enkele dagen eerder zijn officiële debuut voor Ajax had gemaakt in de bekerwedstrijd tegen IJsselmeervogels, werd het een wedstrijd om nooit meer te vergeten. Na te zijn ingevallen in de 80e minuut scoorde hij in de 88e en 90e minuut de gelijkmaker en winnende treffer voor Ajax, dat daarmee winterkampioen werd voor Vitesse.

Tussenstand aan kop

Weer geen winst in Utrecht

Na het trainingskamp in het Turkse Belek stond na de winterstop meteen de ‘papieren’ topper tegen PSV op het programma. De jonge Eindhovense ploeg had inmiddels al elf punten achterstand op Ajax en moest dus in de Amsterdam ArenA winnen om nog enigszins in de buurt van de Amsterdammers te blijven. Even leek dat te gaan lukken in de eerste helft maar de echte scherpschutter ontbrak bij PSV. Een herboren Ajax scoorde na rust wel en won verdiend met 1-0 en zette PSV op een achterstand van maar liefst veertien punten!

Na acht zeges op rij verloor Ajax op 2 februari voor het eerst weer punten en uiteraard was dit wederom bij een getergd FC Utrecht (1-1). De laatste Ajax-zege in Utrecht was al weer van vijf jaar geleden toen men op 1 maart 2009 met 0-2 won. Grote man bij de thuiswedstrijd tegen SC Heerenveen was Lasse Schöne, die driemaal scoorde waarvan twee uit strafschoppen. De thuiswedstrijd tegen AZ stond in het teken van de revanche, want drie dagen eerder was Ajax thuis afgebluft door Red Bull Salzburg (0-3) voor de Europa League. De Alkmaarders werden de dupe van de Amsterdamse dadendrang want met enkele prachtige doelpunten won Ajax probleemloos met 4-0. De 19-jarige Ricardo Kishna, die tegen Red Bull Salzburg zijn officiële debuut had gemaakt, scoorde bij zijn competitiedebuut als invaller een wonderschoon doelpunt.

Ajax onbedreigd bovenaan

De roodwitten stonden vlak voor de Klassieker tegen Feyenoord zes punten voor op nummer twee FC Twente. De Rotterdammers hadden negen punten minder dan Ajax en stonden op de vierde plaats en moesten dus winnen om het verschil kleiner te kunnen maken. De Amsterdammers hadden enkele dagen eerder wederom een afstraffing gekregen van Red Bull Salzburg en waren uitgeschakeld voor de Europa League. In een zeer matige Klassieker won Ajax met resultaatvoetbal met 1-2 door o.a. het eerste competitiedoelpunt van Joël Veltman. Door puntenverlies van de concurrenten FC Twente en Vitesse konden de Amsterdammers verder uitlopen maar een zwak en ongeconcentreerd spelend Ajax verloor zelf ook vier punten tegen laagvliegers SC Cambuur (1-1) en NAC Breda (0-0).

Tussenstand aan kop

Ajax schakelt FC Twente uit voor de titel

Door de nucleaire veiligheidstop in Den Haag werd de uitwedstrijd tegen RKC Waalwijk uitgesteld en kon de ploeg van trainer Frank de Boer zich in alle rust voorbereiden op de topper tegen FC Twente op 30 maart. Drie dagen eerder hadden de Amsterdammers in de halve finale van de KNVB-beker via een 0-1 zege door een doelpunt van Lasse Schöne op AZ de bekerfinale bereikt. De dubbel lonkte maar eerst moest er afgerekend worden met FC Twente, dat bij een eventuele winst op Ajax de achterstand tot vier punten zou kunnen verkleinen en daarmee de spanning in de competitie kon terug brengen. Een uitverkochte Amsterdam ArenA, met o.a. veel oud-Ajacieden in de speciale Engelenbak, zagen een uitstekend spelend FC Twente uit de startblokken komen maar paal en kruising stonden een doelpunt in de weg. Maar na een half spelen was het Stefano Denswil die Ajax naar een 1-0 voorsprong kopte. FC Twente gaf zich ook na rust nog niet gewonnen en ging wederom op jacht naar een doelpunt maar net als in het eerste bedrijf viel de treffer aan de andere kant. Lasse Schöne bracht de roodwitten, die in een speciaal shirt voor het Fonds Gehandicaptensport speelden, op een 2-0 voorsprong gevolgd door nog een doelpunt van Bojan Krkic (3-0). De Enschedeërs waren geknakt, Ajax daarentegen had een grote stap gezet richting het 33e landskampioenschap.

De inhaalwedstrijd in Waalwijk tegen RKC was binnen een half uur beslist (0-2), de thuisclub kon niet beter en Ajax wilde niet meer zodat het resterende deel van het duel plichtmatig werd uitgespeeld. Op papier hadden de Amsterdammers nog één lastige hindernis te nemen voordat de laatste drie wedstrijden tegen ADO Den Haag, Heracles Almelo en NEC zouden aanvangen. De enige twee nederlagen die Ajax vorig seizoen had geleden waren tegen Vitesse geweest (0-2 en 3-2) en ook in dit huidige seizoen was het Vitesse die Ajax de laatste nederlaag had bezorgd. Op 2 november was het in Amsterdam 0-1 geworden voor de Arnhemmers. Na deze nederlaag was Ajax 18 competitieduels ongeslagen gebleven.

Nog geen officieel kampioen

Op 6 april had Ajax de eerste mogelijkheid om kampioen te worden indien het zou winnen van Vitesse en nummer twee Feyenoord punten zou verspelen tegen RKC Waalwijk. Maar Ajax mocht achteraf blij zijn dat het met één punt kon vertrekken uit Arnhem want in de eerste helft mochten de Amsterdammers de handen dichtknijpen met slechts een 1-0 achterstand. Na de theepauze herstelde Ajax zich en kwam meteen terug in de wedstrijd door een doelpunt van Kolbeinn Sigthórsson in de 47e minuut. Dit was de nekslag voor de thuisclub dat niet meer het niveau van de eerste helft kon evenaren. Een week later kwam de tweede kans op het kampioenschap maar ook nu moest concurrent Feyenoord, dat inmiddels de achterstand tot zes punten had verkleind, wel ‘meewerken’ door punten te verliezen tegen PSV. Beide duels werden gelijktijdig om half vijf afgewerkt. Al gauw had men in de Amsterdam ArenA in de gaten dat er niet meer in zat dan een ‘officieus kampioenschap’. Ajax won zonder moeite van ADO Den Haag (3-2) terwijl Feyenoord hetzelfde deed in Eindhoven (0-2).

Afgedroogd door PEC Zwolle

Doordat op zondag 20 april eerst de bekerfinale op het programma stond moesten de Ajacieden dus twee weken wachten op de derde kans om de landstitel te bemachtigen. De ‘cup-final’ werd voor Ajax een ware nachtmerrie. PEC Zwolle vernederde een apathisch spelend Ajax met liefst 5-1 en daarmee mochten de Amsterdammers nog de handen dichtknijpen. Geen dubbel (kampioenschap en KNVB-beker) en trible (Supercup, kampioenschap en KNVB-beker) dus voor Ajax.

Kampioen na matige afsluiting

En wie op 27 april een getergd Ajax zou verwachten in Almelo kwam bedrogen uit. Zowel Ajax als Heracles Almelo waren gebaat bij één punt, Ajax om kampioen te worden en Heracles Almelo om zich definitief veilig te spelen. Door de ongeregeldheden in de bekerfinale tegen PEC Zwolle was het Polman Stadion zwaar beveiligd en was Vak-410 niet welkom. Toch konden vele Ajax-fans, die wel in Almelo aanwezig waren, na afloop juichen voor het 33e landskampioenschap van de Amsterdammers. Na twee prachtige vrije schoppen van Lasse Schöne (0-1) en Simon Cziommer (1-1) werd het steeds duidelijker dat het duel op een ‘salon-remise’ zou afstevenen. Het ‘heen en weer geschuif’ van beide ploegen in de slotfase was begrijpelijk maar niet om aan te zien. Ajax was terecht kampioen geworden maar glanzend was het allemaal niet geweest.

Ook in de laatste wedstrijd van het seizoen was er een matig spelend Ajax te zien dat in een speciaal kampioensshirt speelde. NEC kreeg wat het wilde (2-2) en kon daarmee rechtstreekse degradatie voorkomen. De uitverkochte Amsterdam ArenA zag alleen buiten de wedstrijd om enkele hoogtepunten. In de rust liepen de jeugdelftallen, die kampioen waren geworden, een ereronde en Lasse Schöne werd na afloop uitgeroepen tot Ajacied van het Jaar en ontving de Rinus Michels Award. Davy Klaassen werd gehuldigd als Talent van het Jaar en kreeg de Marco van Basten Trofee.

Al met al leverde de ploeg van trainer Frank de Boer een unieke prestatie: nog nooit in haar bestaan had Ajax vier jaar achtereen de landstitel gewonnen. Het was tevens een evenaring van de records van PSV in het betaalde voetbal en HVV uit de amateurtijd.

Uitslagen

Eindstand

Topscorers

Selectie