Ajax 1969-1970: Kampioenschap met bijsmaak

Ook in dit seizoen werd het weer een titelrace tussen Ajax en Feijenoord. Beide teams verloren slechts eenmaal maar toch werd Ajax met vijf punten voorsprong voor de veertiende keer landskampioen. De Rotterdammers speelden te vaak gelijk en hadden hun energie ook nodig in het toernooi om de Europa Cup-1. Waar Ajax een jaar eerder nog faalde in de finale tegen AC Milan won Feijenoord in dit seizoen wel de belangrijkste Europa Cup. Dat stak in Amsterdam onderhuids toch een beetje ondanks het feit dat de landstitel en KNVB-beker werden gewonnen.

Ajax wordt zakelijker

Na de verloren Europa Cup 1-finale tegen AC Milan met 4-1 besloot trainer Rinus Michels zijn selectie te reorganiseren. Met een iets meer behoudende tactiek wilde hij zakelijker gaan spelen en dit betekende voor diverse spelers het einde bij Ajax. Anderen mochten wel blijven maar konden hun basisplaats vergeten. Nieuw bij Ajax waren Gerrie Mühren (Volendam), Nico Rijnders (Go Ahead), Ruud Krol (eigen jeugd) en Dick van Dijk (FC Twente). Deze laatste was vorig seizoen, samen met Feijenoorder Ove Kindvall, topscorer geworden van de eredivisie met dertig doelpunten. Dick van Dijk maakte vooral indruk in de wedstrijd FC Twente-Ajax (5-1) toen hij driemaal scoorde namens de Tukkers.

Tien winstpartijen op rij

Ajax begon de nieuwe competitie met een 1-3 zege in Groningen tegen GVAV en won vervolgens zes wedstrijden achtereen zonder groots voetbal te laten zien. Op 5 oktober stond de topper tegen PSV op het programma. Naast Ajax had ook Feijenoord alle wedstrijden gewonnen, PSV stond vier punten achter de koplopers. Met een uitblinkende Piet Keizer in haar gelederen won Ajax overtuigend met 3-0 en was PSV voorlopig op zes punten gezet. Een week later won Ajax in Enschede van FC Twente door drie doelpunten van Piet Keizer. Doordat Feijenoord tegen Sparta niet verder kwam dan een 1-1 gelijkspel werd Ajax alleen koploper. Johan Cruijff scoorde in de met 4-0 gewonnen wedstrijd tegen DOS ook driemaal en Ajax leek klaar voor de topper tegen Feijenoord.

Twee Feijenoorders halen hun gram

Een week voor deze titanenstrijd kreeg Feijenoorder Wim van Hanegem in het duel tegen NEC een officiële waarschuwing wegens natrappen. Veel ophef ontstond toen de KNVB een schorsing van drie wedstrijden bekend maakte voor de Feijenoord-speler. Heel Nederland bemoeide zich er mee en het Feijenoord-bestuur was verontwaardigd en woedend over deze zware straf. De Rotterdammers gingen in beroep en hadden succes: de straf werd tot na de topper tegen Ajax uitgesteld. De wedstrijd in de uitverkochte Kuip met 67.000 toeschouwers leek op 0-0 uit te draaien maar ineens was daar uitgerekend een ex-Ajacied die drie minuten voor tijd vanaf dertig meter uithaalde, 1-0. Zijn naam was Theo van Duivenbode, overbodig bevonden door Ajax-coach Rinus Michels. En wie was de grote uitblinker in dit duel? De eigenlijk geschorste Wim van Hanegem!

Slechte velden

De stadsderby tegen DWS leefde in niet echt in Amsterdam. Slechts 21.000 toeschouwers zagen Ajax in het Olympisch Stadion met 0-2 winnen. Dick van Dijk scoorde namens Ajax driemaal in het uitduel tegen SVV dat in het Sparta-stadion werd gespeeld. Liefst 23.000 toeschouwers zorgden voor een mooie recette voor SVV dat overigens wel met 0-6 verloor. Door onverwachte sneeuwbuien werd het veld er in De Meer op 7 december tegen ADO niet beter op. Pas in de laatste minuut scoorde Dick van Dijk de winnende treffer (2-1). Voor de Amsterdammers stonden nog twee uitwedstrijden op het programma in december maar beide duels werden afgelast wegens de slechte velden. Velen hadden echter hun twijfels of er inderdaad niet gespeeld had kunnen worden in Maastricht tegen MVV en in Deventer tegen Go Ahead.

Tussenstand aan kop

De strijd met Feijenoord gaat verder

Door twee gelijke spelen in het nieuwe jaar tegen NEC (0-0) en MVV (1-1) kwam Feijenoord weer op gelijke hoogte met de Amsterdammers. De eerste zege (4-1) werd behaald op 8 februari tegen AZ ’67 met o.a twee treffers van Johan Cruijff. Ook een week later scoorde dezelfde speler tweemaal in de met 1-3 gewonnen wedstrijd tegen Go Ahead. Tegen Sparta in het Olympisch Stadion leek Ajax een punt te gaan morsen maar in de laatste seconden van de wedstrijd scoorde Gerrie Mühren met een afstandsschot de bevrijdende 2-1. De uitblinkende Sparta-doelman Jan van Beveren had de Rotterdammers lang in de race gehouden maar nu was hij kansloos. Sparta was na afloop woedend want men vond dat de speeltijd al lang voorbij was. Op 15 maart won Ajax binnen vier dagen voor de tweede achtereenvolgende maal met 5-1. Nadat eerst Carl Zeiss Jena, na een eerdere 3-1 nederlaag, met 5-1 werd verslagen en Ajax naar de halve finale van de Jaarbeursstedenbeker bracht, werd ook Holland Sport met dezelfde cijfers verslagen. Ajax nam door deze zege de koppositie met één punt voorsprong weer over van Feijenoord.

Strafschoppen

In het Paasweekend moest scheidsrechter Leo van der Kroft onder politiebegeleiding van het veld in Eindhoven. Discussiepunt waren de twee strafschoppen van Ajax. Na een eerste helft met een 1-1 tussenstand nam Velibor Vasovic na de theepauze volgens diverse PSV-spelers de gegeven strafschop niet volgens de reglementen maar de arbiter was duidelijk, 1-2. De overtreding waaruit de tweede strafschop ontstond was volgens velen buiten het strafschopgebied gemaakt maar ook nu was de scheidsrechter onverbiddelijk: strafschop. Ook nu benutte Velibor Vasovic dit klusje en won Ajax fortuinlijk met 1-3. Na de 3-0 zege op FC Twente, met een uitblinkende Piet Keizer, was de voorsprong op Feijenoord inmiddels opgelopen naar vier punten.

Ajax herstelt zich

Een mindere periode brak aan. Voor de halve finale van de Jaarbeursstedenbeker werd Ajax door Arsenal uitgeschakeld na een 3-0 verlies en 1-0 winst. Ook tegen AZ ’67 werd men uitgeschakeld voor de KNVB-beker met 2-1. Maar het lot was de Amsterdammers goed gezind. Er moest één ploeg ‘teruggeloot’ worden om tot een even aantal deelnemers te komen voor de kwartfinale en Ajax werd de gelukkigste. Een zevenklapper was te zien op 19 april in Utrecht waar de Ajacieden met liefst 1-7 wonnen van het tegen degradatie strijdende DOS. De ploeg van trainer Rinus Michels was klaar voor de misschien wel beslissende topper tegen Feijenoord voor het landskampioenschap.

Tussenstand aan kop

Kampioenschap komt dichterbij

De Rotterdammers waren dan weliswaar nog ongeslagen maar hadden wel veel meer gelijke spelen behaald dan Ajax en stonden daardoor op vijf punten achterstand. Eén van de redenen voor dit puntenverlies waren de Europese besognes van Feijenoord maar dit had wel geleid tot een finale plaats in het Europa Cup 1-toernooi. Bij winst van Ajax leek het kampioenschap beslist en daar gingen de Ajacieden dan ook voor. Maar na zeventig minuten spelen stonden de Rotterdammers met 1-3 voor in de uitverkochte Meer. Ajax kromde de rug en via Johan Cruijff en Wim Suurbier kwam men terug tot 3-3, een uitslag waar iedereen vrede mee had. Twee slechte wedstrijden volgden tegen MVV (2-0 winst) en NAC (1-1) maar op Hemelvaartsdag werd DWS in de met zonovergoten stadsderby overklast, 6-1. Door te winnen van Telstar zou het landskampioenschap officieel in Amsterdamse handen terecht komen maar een vermoeiend ogend Ajax kwam niet verder dan een 1-1 gelijkspel.

Hoofdrollen Dick van Dijk en Johan Cruijff

Dan moest het maar gebeuren op Tweede Pinksterdag tegen het al gedegradeerde SVV was de algemene tendens, maar één persoon zou er niet zo luchtig over denken. Trainer Rinus Michels liet zijn harde kant zien en passeerde voor deze kampioenswedstrijd vaste basisspelers Gerrie Mühren, Barry Hulshoff en doelman Gert Bals, die tot nu toe geen duel hadden gemist. ‘Dan hadden ze maar tegen Telstar kampioen moeten worden’. In een povere eerste helft kwam Ajax op een 2-0 voorsprong maar de doelpuntmachine brandde pas echt los in de zestigste minuut. In achttien minuten tijd scoorden de Amsterdammers liefst vijfmaal om tenslotte op 8-0 uit te komen. Hoofdrollen waren weggelegd voor Dick van Dijk en Johan Cruijff, die respectievelijk vijfmaal en driemaal scoorden. Opvallend was de doelpuntenproductie van Dick van Dijk tegen de club waar hij zijn profcarrière begon. In de eerste wedstrijd scoorde hij al driemaal waardoor hij dus liefst achtmaal scoorde tegen SVV.

Landskampioen met bijsmaak

Ajax was voor de veertiende keer landskampioen geworden en voor de vierde maal in de laatste vijf jaar. Toch was er geen grote vreugde in het Amsterdamse kamp. Ten eerste waren diverse spelers het niet eens met trainer Rinus Michels wat het passeren betreft van het al genoemde trio. Verder had het Europese succes van aartsrivaal Feijenoord, dat als eerste Nederlandse club de Europa Cup-1 wist te winnen, de nationale prestaties van Ajax overschaduwd. Trainer Rinus Michels zag het anders: "we zijn misschien wel blasé geworden na al die kampioenschappen van de laatste jaren". Een rel ontstond ’s avonds bij Hotel Krasnapolsky toen honderden jeugdige Ajax-supporters de zaal wilden binnenkomen waar het elftal feest zat te vieren wegens de behaalde titel. Voorzitter Jaap van Praag had de jeugd ’s middags beloofd dat ze welkom waren op het feest als men zich koest zou houden tijdens de wedstrijd… De gepasseerde spelers Gerrie Mühren en Barry Hulshoff kwamen trouwens niet opdagen, doelman Gert Bals wel.

Honderdste doelpunt

In de laatste wedstrijd scoorde Ajax haar honderdste doelpunt van de competitie. Niet de topscorers Johan Cruijff of Dick van Dijk, die beiden al 23 doelpunten hadden gemaakt, zouden deze eretreffer maken. Het was de in de competitie debuterend Arie Haan die meteen ook zijn eerste competitiedoelpunt scoorde. Ook de twintigjarige George van Bockel maakte als invaller voor Sjaak Swart zijn debuut. Door dat Ajax drie dagen later ook de KNVB-beker won van PSV met 2-0 werd de tweede dubbel in de historie behaald.

Uitslagen

Eindstand

Topscorers

Selectie