Ajax 1936-1937: Viermaal achtereen afdelingskampioen

Ajax werd in dit seizoen voor de vierde achtereenvolgende maal afdelingskampioen in de eerste klasse. Al op 17 januari werden de roodwitten de beste van hun afdeling en sloten de competitie uiteindelijk af met negen punten voorsprong op nummer twee Xerxes. Voor de Amsterdamse voetballiefhebber stond na vele jaren weer eens in competitieverband de stadsderby Ajax tegen Blauw Wit op het programma. Tevens verloor Ajax na ruim drie jaar in de afdelingscompetitie weer eens een thuiswedstrijd. Op 20 december won DFC verrassend met 0-1 in De Meer en maakte een einde aan de ongeslagen thuisserie van de Amsterdammers.

Routiniers stoppen

Bij Ajax waren de routiniers Wim Volkers en Henk Mulders gestopt met topvoetbal en daarmee leverde Ajax veel ervaring in. Wim Volkers, alias ‘De Mug’, speelde 265 competitiewedstrijden voor Ajax en de behendige dribbelaar scoorde daarin 129 doelpunten. De zevenvoudige international won met Ajax in dertien jaar tijd acht afdelingskampioenschappen en drie landstitels. Henk Mulders kwam zeven jaar voor Ajax uit en speelde 136 competitiewedstrijden waarin hij tot 64 doelpunten kwam. Tweemaal kwam hij voor het Nederlands elftal uit en won met Ajax zes afdelingstitels en drie landskampioenschappen.

Uitstekende start

Ondanks dit gemis begon Ajax uitstekend aan de competitie. Op de eerste speeldag werd DFC in Dordrecht door een technisch beter spelend Ajax via o.a. twee treffers van Piet van Reenen met 1-3 verslagen. Vlak voor tijd kwam DFC nog terug van een 0-3 achterstand door een benutte strafschop maar de tegentreffer was meer voor de statistieken. Tegen DHC stond Ajax na een klein half uur spelen op een verrassende 0-2 achterstand maar in vijf minuten tijd was de score al weer omgebogen naar een 3-2 voorsprong. In de tweede helft kwam daar nog een Amsterdams doelpunt bij zodat de eindstand 4-2 werd. Een teleurstellend gelijkspel (2-2) werd behaald tegen RCH, dat nog geen punt had veroverd, maar er nu dus wel eentje bij kreeg. Op 11 oktober stond sinds lange tijd weer eens in competitieverband de stadsderby tussen Ajax en Blauw Wit op het programma. De laatste maal dat beide kemphanen tegenover elkaar hadden gestaan was op 25 mei 1930. Het betrof een wedstrijd in de kampioenscompetitie die door Blauw Wit met 1-0 werd gewonnen.

Dubieuze beslissing

In de volgepakte Ajax-stadion, welke met extra plaatsen was aangevuld om de grote belangstelling te kunnen verwerken, waren 29.000 toeschouwers aanwezig. Die zagen Blauw Wit al na drie minuten op voorsprong komen door een doelpunt van Van Nol. Na dertig minuten spelen snelde Erwin van Wijngaarden richting Blauw-Wit doel maar leek de bal over de zijlijn te zijn geweest. Grensrechter Frans Couton, oud eerste elftalspeler van Ajax, stak de vlag omhoog maar meteen ook weer omlaag. De voorzet van Erwin van Wijngaarden werd door Piet van Reenen goed beoordeeld en de gelijkmaker stond op het scorebord. Groot was de consternatie bij de spelers van Blauw Wit die massaal protesteerden bij de scheids- en grensrechter. Arbiter Boekman vroeg meerdere malen aan grensrechter Couton of de bal nu wel of niet over de zijlijn was geweest. ‘Nee’, was het antwoord en dus werd het een geldig doelpunt. Twee minuten voor rust scoorde Piet van Reenen zijn tweede doelpunt en bracht Ajax op voorsprong. De tweede helft van deze boeiende strijd was van minder van niveau en gescoord werd er niet meer. Iedereen was het na afloop over eens dat de gelukkigste had gewonnen.

Piet van Reenen op schot

In IJmuiden tegen Stormvogels leek het weer in het voordeel van de thuisclub van de thuisclub te gaan werken vanwege de hevige storm. Toch maakte niet Stormvogels maar Ajax gebruik van de weersomstandigheden. Met de wind mee belandde een voorzet van Jan Stam pardoes in het doel van Stormvogels (0-1) en een verkeerde uittrap van de doelman kwam bij Jan Gerritsen terecht en deze schoot met de wind mee over de graaiende doelman heen (0-2). In de tweede helft was Stormvogels oppermachtig maar de hechte Ajax-defensie hield, op één tegendoelpunt na, stand. Ook moeizaam was de thuiszege op Excelsior welke pas gestand kreeg twee minuten voor tijd toen Jan Stam de 2-1 tegen de touwen kopte. Ajax-topschutter Piet van Rheenen was op schot tegen Xerxes (1-3), ADO (2-0) en CVV (0-4) door in elke wedstrijd twee doelpunten te scoren. De eerste helft van de competitie zat er op en de Ajacieden stonden er zeer goed voor.

De stand aan kop

Ajax verpletterd DHC in topper

Na de wegens regen en sneeuw afgelaste wedstrijd tegen DFC moest Ajax aantreden in de topper tegen DHC. De grote vraag was of de ploeg uit Delft, dat thuis nog ongeslagen was, de spanning in de competitie terug kon brengen en Ajax kon naderen tot op drie punten. Zevenduizend toeschouwers zagen een gelijk opgaande eerste helft waarin Piet van Reenen via twee doelpunten Ajax op een 0-2 voorsprong zette maar door twee treffers van Ditmars binnen één minuut werd de stand weer gelijk getrokken. Voor de pauze scoorde Ajax nogmaals zodat de ruststand aanbrak met 2-3. Tot de 72e minuut bleef deze stand gehandhaafd maar toen was het Piet van Reenen die de 2-4 maakte en de totale inzinking van DHC inluidde. Binnen een kwartier werd de thuisploeg helemaal verpletterd door de Amsterdammers die uiteindelijk wonnen met liefst 2-9! Piet van Reenen scoorde in deze wedstrijd in totaal vijf doelpunten.

Na drie jaar weer eens een thuisnederlaag

In de laatste wedstrijd van het jaar, waarin Louis Fränkel zijn Ajax-debuut maakte, zorgde DFC voor een enorme verrassing. Via een doelpunt in de 77e minuut van De Smit won een strijdend DFC verdiend met 0-1 in Amsterdam. Voor de spanning in de competitie maakte het niet veel uit want ook nummer twee DHC verloor met 4-1 van ADO, zodat het verschil zeven punten bleef. Voor de Ajax-supporters was het weer even wennen om hun favoriete club thuis te zien verliezen in de afdelingscompetitie. De laatste maal dat een ploeg in de afdelingscompetitie van Ajax in Amsterdam had gewonnen was al weer ruim drie jaar geleden. Op 24 september 1933 won Sparta met 3-4.

Defensies de baas

Op 3 januari startte Ajax in het nieuwe jaar met een regelmatige 3-0 zege op hekkensluiter RCH. Een week later zagen dertigduizend toeschouwers in het Olympisch Stadion een bloedeloze 0-0 wedstrijd in de Amsterdamse stadsderby Blauw Wit-Ajax. De verdedigers waren in dit duel een klasse beter dan de aanvallers, waardoor er weinig spectaculaire situaties ontstonden voor beide doelen.

De twaalfde afdelingstitel is binnen

Op 17 januari kon Ajax door zelf te winnen van Stormvogels en gunstige resultaten van de concurrenten al afdelingskampioen worden in de eerste klasse. Door Piet van Reenen en een benutte strafschop van Jan van Diepenbeek stond Ajax na veertig minuten spelen op een 2-0 voorsprong maar doelman Gerrit Keizer blunderde in de laatste minuut voor de pauze. De Ajax-goalie dacht dat het schot van Haak naast zou gaan en deed niets maar tot zijn verbazing verdween de bal via de binnenkant van de paal alsnog in het doel (2-1). In het tweede bedrijf gebeurde er niet veel meer, zelfs het ruwe spel van enkele spelers van Stormvogels was verdwenen omdat arbiter Lissauer de teugels strakker was gaan aantrekken. Doordat DHC met 1-1 gelijk speelde tegen RCH en DFC thuis verloor met 3-5 van Blauw Wit werd Ajax vier wedstrijden voor het einde van de competitie inderdaad afdelingskampioen. Een ovatie volgde voor de spelers maar verder bleef men er eigenlijk nuchter onder. Een afdelingskampioen is nog geen landskampioen.

Toch nog verlies

In de resterende duels won Ajax moeizaam in Rotterdam van Excelsior dat met rust nog verdiend leidde met 1-0 en zelfs een strafschop had gemist. Maar binnen twee minuten na de pauze was de stand al weer 1-2 geworden en daar bleef het ook bij. Toch wel verrassend was de thuisnederlaag tegen nummer twee Xerxes dat na een 2-0 achterstand bij rust in de tweede helft binnen tien minuten de stand had gelijk getrokken. Door nog tweemaal te scoren wisten de Rotterdammers met 2-4 te winnen van Ajax. Op 21 februari maakte Tjeerd Aukema zijn competitiedebuut bij de roodwitten die door een doelpunt van Piet van Reenen in de zevende minuut met 0-1 wonnen van ADO in Den Haag.

Geen record

In de laatste wedstrijd kon CVV het tot de pauze volhouden (0-0) ondanks dat Ajax vele kansen onbenut had gelaten. Pas na zestig minuten spelen kwam het eerste Amsterdamse doelpunt, gevolgd door nog drie, zodat de eindstand op 4-0 werd bepaald. Het kampioenschap van de ploeg van trainer Jack Reynolds was de twaalfde afdelingstitel in de eerste klasse van Ajax. Daarmee waren de roodwitten nog geen recordhouder. Die eer was weggelegd voor Go Ahead uit Deventer dat in dit seizoen voor de vijftiende maal oostelijk afdelingskampioen werd.

Uitslagen

Eindstand

Topscorers

Selectie