Vechtsport: judo
Judo(Japans voor ''zachte weg''), een vechtsport die is voortgekomen uit jiujitsu, waarbij het erom gaat de tegenstander op technisch juiste wijze ten val te brengen. Judo wordt beoefend in een zaal die met de Japanse naam dojo wordt aangeduid. De tegenstanders ontmoeten elkaar op de mat, bestaande uit een houten onderlaag met daarop schuimrubber genaamd tatami. Het uniform van een judobeoefenaar (judoka) bestaat uit een lange broek, een jas (kimono) en een sluitband (obi).
Geschiedenis
De oorsprong van judo ligt in China. Vanuit China kwam het jiujitsu over naar Japan. Rond 1880 begon de Japanner Jigoro Kano deze sport afzonderlijk van het jiujitsu te beoefenen. Zo ontstond judo als een afzonderlijke tak van sport, die rond 1900 ook doordrong in Europa en Amerika.
In Nederland werd judo in 1938 geïntroduceerd door J. van der Bruggen, leerling van de Japanner T. Nakada, en werd na de Tweede Wereldoorlog populair vooral door de successen van Anton Geesink en Wim Ruska. De Nederlandse judoka's zijn georganiseerd in de Judo Bond Nederland (JBN) (opgericht in 1939).
Gevecht technieken
Het gevecht, staande gevoerd, kent zestig werptechnieken (nage-waza), verdeeld in:
- beenworpen (ashi-waza),
- heupworpen (gashi-waza),
- schouderworpen (kata-waza),
- armworpen (te-waza)
- offerworpen (sutemi-waza).
Het grondwerk (ne-waza) is verdeeld in:
- houdgrepen (osae-waza)
- wurgingen (shime-waza)
- armklemmen (kansetsu-waza).
Winnaar is de judoka die een vol punt (ippon) behaalt. Andere scores die behaald kunnen worden zijn de waza-ari, yuko en koka (in aflopende volgorde). Ook is de wedstrijd geëindigd wanneer een judoka twee waza-ari's heeft behaald. Verder kunnen er straffen worden opgelegd, die als positief resultaat voor de niet-bestrafte judoka gelden. Wanneer binnen de 5 min. die een officiële wedstrijd duurt, geen ippon of 2 waza-ari's zijn gescoord, wint degene die de hoogste score heeft. Tijdens de Europese kampioenschappen in 2001 te Parijs werd een nieuwe regel ingevoerd. In geval een wedstrijd na de tijd van vijf minuten nog steeds onbeslist is, wijst niet langer de scheidsrechter de winnaar aan, maar gaan de judoka's door tot een beslissing is gevallen. De judoka die het eerst scoort, wint de wedstrijd. Het lijkt op de sudden death die bij het voetbal in een onbesliste situatie wordt toegepast; in het judo wordt het golden score genoemd.
Klassesysteem van judo
Men onderscheidt zestien graden van geoefendheid, waarvan de eerste zes leerlingengraden zijn (kyu-graden), de overige tien meestergraden (dan-graden). De houders van kyu-graden zijn herkenbaar aan de kleur van hun band. Kyu-graden: 1. wit; 2. geel; 3. oranje; 4. groen; 5. blauw; 6. bruin. Dan-graden: 1 t/m 5 zwart; 6 t/m 8 rood/wit; 9 en 10 rood. De zesde en hogere dans worden uitgereikt aan degenen die bijzondere verdiensten hebben voor het judo. Er zit minimaal 6 maanden tussen een promotie bij de kyu-graden. Bij de Dan-graden is dit minimaal een jaar. Voor kinderen bestaat een onderverdeling met graden tussen de kyu in, de zogenaamde slip. Die geeft aan dat een drager tussen twee kyu-graden in zit.
Afname examens
De kyu-examens worden afgenomen in judo clubs. De Dan-graden 1 tot en met 3 worden regionaal afgelegd. Bij 4 en 5 is dit landelijk. De Dan-graden boven 6 worden gegeven bij uitzonderlijke verdiensten en bekwaamheid. De 10e Dan is tot nu toe aan slechts 17 judoka's toegekend. Hieronder zijn ze weergegeven.
- Kyuzo Mifune (1883-1965)
- Kunisaburo Iizuka (1875-1958)
- Kaichiro Samura (1880-1964)
- Hidekazu Nagaoka (1876-1952)
- Yoshitsugu Yamashita (1865-1935)
- Haijme Isogai (1871-1947)
- Shotaro Tabata (1884-1950)
- Kotaro Okano (1885-1967)
- Matsutaro Shoriki (1885-1969)
- Shozo Nakano (1888-1977)
- Tamio Kurihara (1896-1979)
- Sumiyuki Kotani (1903-1991)
- Anton Geesink (1934)
- Charlos Palmer (1930-2001)
- Toshiro Daigo (1926)
- Ichiro Abe (1923)
- Yoshimi Osawa (1925)