De rivaliteit tussen FC Barcelona en Real Madrid

De rivaliteit tussen FC Barcelona en Real Madrid Tussen de twee Spaanse voetbalgrootmachten FC Barcelona en Real Madrid is van oudsher altijd meer dan een sportieve concurrentiestrijd geweest. Je zou kunnen spreken van een rivaliteit tussen twee grote steden, zoals tussen Rotterdam en Amsterdam, maar ook dat dekt de lading niet precies. Eigenlijk om het beter te begrijpen moet je je verdiepen in de Spaanse geschiedenis van deze eeuw, met de Spaanse burgeroorlog en het latere Franco regime als speerpunten. De allereerste wedstrijd tussen FC Barcelona, opgericht in 1899, en Real Madrid was twee maanden na de oprichting van de tweede, in mei 1902, wegens de halve finale van het als eenmalig bedoelde toernooi voor de ‘Copa de la Coronación’, ter ere van het kroning van Alfons XIII. De wedstrijd eindigde in een 3-1 overwinning voor de eerste. Wegens het succes van dit toernooi mondde dit initiatief overigens vanaf het volgende jaar uit in de zg. ‘Copa del Rey’, sinds 1960 een Spaanse nationale beker die de winnaar recht geeft op Europees voetbal (tot 1999 in de Europa Cup II, heden in de Europa League).

Tot 1928 bestond er in Spanje nog geen nationale competitie. In dat jaar zou het FC. Barcelona zijn dat na een nek aan nek race met –wie anders dan- Real Madrid de allereerste kampioen van Spanje zou worden. Op 21 juni 1936, bijna een maand voor het uitbreken van de Burgeroorlog, speelden de twee kemphanen hun eerste bekerfinale, die gewonnen werd door Real Madrid (2-1).

De Spaanse burgeroorlog en de ‘posguerra’

De Spaanse burgeroorlog was behalve een strijd voor vrijheid en ter verdediging van de door de burgers gekozen socialistische regering van de toenmalige Spaanse republiek, ook een strijd voor de rechten en de cultuur van naties die een aparte plaats innemen binnen de Spaanse staat, zoals Cataluña (Catalonië) en Baskenland. Na de overwinning van de rebellen onder generaal Franco werden die streken echter onmiddellijk opnieuw onder centraal gezag gesteld en ook het spreken van hun talen werd verboden. In die situatie van dictatuur en onderdrukking zou voetbal in die streken een belangrijke uitlaatklep worden voor het uiten van frustraties en revanchegevoelens. Real Madrid werd hierin gezien als de personificatie van het centralistische en onderdrukkende Madrid, wat met name gevoed zou worden door bepaalde voorvallen, die andere clubs zou benadelen. Ook het feit dat de club sinds de twintiger jaren ´Real´ (koninklijk) genoemd zou worden, werd vooral na de val van de republiek niet overal in dank afgenomen. Jarenlang werd de club ervan verdacht banden te onderhouden met de in naam koningsgezinde regering van Franco. Aan de andere kant was het Nou Camp, het stadion van FC Barcelona, de plaats bij uitstek waar de Catalaanse supporters zonder vrees hun eigen taal, het Catalaans, met elkaar konden spreken, wat natuurlijk meespeelde in een gevoel van nationale trots en lijdzaam verzet.

Het kleedkamerincident van 1943

Het eerste incident van de zg. ‘posguerra’ (de periode van na de oorlog) was in 1943 tijdens opnieuw de halve finales van de ‘Copa del Rey’, op dat moment geheten ‘Copa del Generalísimo. Thuis won FC. Barcelona met 3-0, waarna de week daarop tijdens de return Real Madrid FC. Barcelona met maar liefst met 11-1 naar huis stuurde. Echter, deze wedstrijd was één van de eerste ‘clásicos’ die het één en ander aan stof zou doen opwaaien –en dat nog steeds doet. Naar het schijnt zijn voor de wedstrijd gewapende militairen de kleedkamer van de spelers van Barcelona binnengedrongen om ze op het hart te drukken om vooral ‘rustig aan te doen’. In 14 minuten tijd (tussen minuut 30 en 44 van de eerste helft) maakte Real Madrid zomaar even maar liefst zeven doelpunten. Of deze geschiedenis waar is, daar wordt vooral door Real Madrid aanhangers door getwijfeld, maar een doelpunt iedere twee minuten in een wedstrijd tussen op papier op zijn minst gelijkwaardige ploegen maakt het zeker mogelijk dat deze vorm van intimidatie op het hoogtepunt van de staatsterreur van het Franco-regime echt heeft plaatsgevonden.

De kwestie Alfredo Di Stefano

Alfredo di Stefano (1926-2014), werd tijdens een vriendschappelijke wedstrijd in 1953 tussen Real Madrid en het Colombiaanse Millonarios de Bogotá voor het eerst in Europa ontdekt. FC. Barcelona handelde snel en kwam tot een mondeling akkoord met de speler en zijn club. Maar in mei 1953 kwam Di Stefano naar Barcelona om het contract te ondertekenen, en bleken er problemen te bestaan omdat de Spaanse voetbalbond geen toestemming had gegeven voor de overgang. Dat gaf Real Madrid de kans om toe te slaan en de speler en zijn club ertoe over te halen om voor hen een contract te tekenen. Uiteindelijk moest de Spaanse voetbalbond toch bemiddelen en deed dat door Di Stefano toe te staan om vier jaar lang in Spanje te spelen, eerst twee jaar voor Real Madrid en daarna twee jaar voor FC Barcelona. Echter, de Catalanen wezen dat onmiddellijk af, wat tot gevolg zou hebben dat Di Stefano uiteindelijk definitief alleen voor Real Madrid zou tekenen.

De jaren 60: suprematie van Real Madrid

De transfer van Di Stefano was een superslag voor Real Madrid, dat sinds de eerste titel in 1933 geen kampioen van Spanje meer geweest was. In feite werd die naoorlogse periode min of meer gedomineerd door FC Barcelona, met kampioenschappen in 1948, 1949, 1952 en 1953 en bekers in 1951, 1952 en 1953). Maar de gevolgen van de transfer van Di Stefano naar Real Madrid zouden een totale suprematie blijken te zijn van zijn nieuwe club, zowel binnen Spanje als in Europa: acht landskampioenschappen in tien jaar tijd en maar liefst vijf Europa Cups geven daar blijk van. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat deze gebeurtenis nog altijd een doorn in het oog is van vele ´culés’, zoals de supporters van FC Barcelona genoemd worden, en voor hen voor altijd onbetwist duidelijk maakte dat Real Madrid, als ‘regeringsclub’, werd bevoordeeld en voorgetrokken. Nog steeds wordt er stiekem afgevraagd wat er gebeurd zou zijn als de Catalaanse club erin geslaagd zou zijn om de andere grote stervoetballer van die tijd, Ladislao Kubala (1927-2002), die toen al sinds 1950 voor FC Barcelona speelde, en Di Stefano te verenigen onder de roodblauwe kleuren van de club uit de tweede stad van Spanje.

De jaren zeventig: Johan Cruijff, ‘el salvador’

Terwijl Real Madrid de ene landstitel na de andere binnenhaalde en in Europa met niet alleen Di Stefano, maar ook spelers als Gento en Puskas, furore maakte, raakte FC Barcelona juist enigszins in verval. In de komende twintig jaar won de club slechts twee keer de titel (in 1959 en 1960) en verloor het in 1961 ook nog een Europa Cup-finale, tegen Benfica. Tegen dat licht moet dan ook de komst in 1973 van Johan Cruijff naar Barcelona gezien worden. Tijdens zijn eerste seizoen won de club dankzij zijn inbreng haar eerste landskampioenschap in veertien jaar. Vooral de historische 0-5 overwinning tegen het zo gehate Real Madrid in het eigen Bernabéu-stadion spreekt nog altijd tot de verbeelding. Het was dus geen wonder dat Cruijff dat seizoen al meteen de bijnaam ‘El Salvador’ (de Redder) zou krijgen.

De jaren tachtig: Maradona en de ‘Quinta de Buitre’

Desondanks bleef Real Madrid in die periode de Spaanse ‘Liga’ domineren. Misschien omdat de eerste jaren tachtig in Spanje de democratie zich had geconsolideerd en de Spaanse maatschappij veranderde kon het gebeuren dat de Baskische clubs, Athletic de Bilbao en Real Sociedad, elkaar afwisselden als winnaars van bij elkaar vier kampioenschalen. In de zomer van 1982 trok FC Barcelona de Argentijnse sterspeler Diego Armando Maradona aan, en met hem werd de club in 1984 dan eindelijk weer kampioen. Het jaar daarop haalde ‘Barça’ zelfs voor de tweede keer de Europa Cup finale, deze keer tegen het Roemeense Steaua Boekarest. Ook die ging verloren. Dat ging gepaard met een nieuwe opmars van Real Madrid, dankzij de opkomst van de zg. ‘Quinta del Buitre’ (met o.a. Emilio Buitrageño en Michel), die voor vijf kampioenschappen op rij zou zorgen (waarvan vier onder Leo Beenhakker als coach) en twee Europa Cups III. In die periode moest FC Barcelona genoegen nemen met een ‘Copa del Rey’, gewonnen in de finale tegen Real Madrid, onder Johan Cruijff als trainer (1989).

De jaren negentig: ieder een Europa Cup

In 1987 was Johan Cruijff al opnieuw door FC Barcelona binnengehaald als ‘El Salvador’, deze keer in de vorm van trainer-coach. Met enkele gerichte aankopen, waaronder die van Ronald Koeman, won ‘el flaco’ vanaf 1990 vier kampioenschappen op rij, waarvan er drie op de laatste speeldag gestalte kregen. In twee van de gevallen was het aartsrivaal Real Madrid dat tijdens de laatse wedstrijd de titel afgesnoept werd, in beide gevallen door verliespartijen tegen het Tenerife van Jorge Valdano (later in verschillende periodes trainer en technisch directeur van Real Madrid). Ook won Cruijff in 1992 eindelijk dan de door de Catalanen zo begeerde Europa Cup I. Tegen Sampdoria was het Koeman, ´kuifje´genoemd, die in de verlenging uit een vrije trap het winnende doelpunt maakte. Nog steeds wordt over dit team, met o.a. ook Michael Laudrup, Hristo Stoitchov en Pep Guardiola, gesproken als het ´Dream Team´. In het seizoen 1994 wist het in Barcelona in een zinderend duel opnieuw Real Madrid te vernederen met 5-0, dezelfde cijfers waarop het jaar daarop in het Bernabéu Real Madrid met Davor Suker, Iván Zamorano en Predag Mijatovic FC Barcelona als wraak zou tracteren. Aan het einde van de jaren negentig zou FC Barcelona weliswaar onder Louis van Gaal nog twee kampioenschappen vieren (1998,1999), maar moeten toezien hoe Real Madrid juist weer haar prijzenkast zou aanvullen met een Europa Cup I, nu onder de naam Champion League (1998). In het volgende decenium zouden er zelfs nog twee volgen (2000 en 2002), waarbij in het laatstgenoemde jaar Real Madrid bovendien het genoegen had om in de halve finales FC Barcelona uit te schakelen (0-2 en 1-1).

De kwestie Luis Figo

Het is meerdere malen voorgekomen dat een Barcelona-speler overstapte naar het kamp van Real Madrid, en vice versa. Maar de overstap van Luis Figo wordt algemeen gezien als de minst vergeeflijke, wat vooral heeft te maken met de manier waarop dat is gegaan. Alles heeft te maken met dat er bij Real Madrid in het jaar 2000 presidentsverkiezingen waren. Ëén van de kandidaten, Florentino Pérez, beloofde de aanhang dat hij de beste spelers naar Real Madrid zou halen en dat hij een voorcontract had met Luis Figo, die op dat moment voor FC Barcelona speelde. Figo hield echter bij hoog en laag vol dat dat niet waar was, dat hij gewoon het volgende jaar bij zijn oude club zou spelen. Toen echter puntje bij paaltje kwam en Pérez tot voorzitter gekozen werd kwam de leugen uit en verscheen Figo in het witte Real Madrid shirt in het Benabéu stadion. Dit heeft gemaakt dat hij nog steeds een 'persona non grata' is in de Catalaanse hoofdstad, mede omdat zijn tranfer naar Real Madrid FC Barcelona natuurlijk dermate verzwakte en het Real Madrid juist sterker maakte wat de onderlinge verhoudingen voor enige tijd uit evenwicht bracht.

De 21ste eeuw: de suprematie van de kapitaalkrachtigste clubs

Ondanks dat de Europa Cups I in een nieuw formaat 'Champion's League' werd genoemd, bleek het absoluut niet te zijn bedacht met de bedoeling dat het een toernooi moest blijven tussen (lands)kampioenen, maar eerder de meest kapitaalkrachtigste clubs van de grootste Europese competities te begunstigen. Dat zou vooral in het voordeel zijn van clubs uit Spanje. Sinds het jaar 2000 verdeelden deze maar liefst tien bekers onder elkaar (Real Madrid 6, FC Barcelona 4). Daarnaast werd de Europa League -de oude Europa Cup III- negen keer uitgereikt aan een Spaanse club (Valencia 1, Sevilla 5, Atlético de Madrid 3).

De hegemonie van FC Barcelona

De nieuwe eeuw begon weliswaar dan met een aantal landskampioenschappen (2001, 2003) en een Champion's League (2002) voor Real Madrid, maar vervolgens ontstond er een situatie -onderbroken mede dankzij de inbreng van Ruud van Nistelrooij in 2008 en 2009- waarin FC Barcelona het heft in handen nam. Dat resulteerde in oogstrelend combinatiespel onder coaches als Frank Rijkaard en later Josep Guardiola, landskampioenschappen in 2005, 2006, 2009 en 2010 en twee Champion´s Leagues (2006 en 2009). In 2009 werd zelfs het zg. ‘triplete’ gewonnen: Liga, ‘Copa’ en de Champions, waaraan later nog de Spaanse Supercup, de Europese Supercup en de Wereldbeker voor clubs zouden worden toegevoegd. Deze nieuwe hegemonie werd wat Real Madrid betreft vooral in 2009 op pijnlijke wijze uitgedrukt met 2-6 overwinning in het Bernabéu.

Met de Portugese kampioenenmaker José Mourinho, opgeklommen van vertaler van Robson bij Barcelona (1996-97) tot succestrainer bij FC Porto, Chelsea en Inter MIlaan, hoopte Real Madrid die hegemonie te kunnen doorbreken. Dat zou echter niet meteen tot het gewenste succes leiden. In die periode tot half 2012 speelden Madrid en Barcelona negen keer tegen elkaar in verschillende competities (Spaanse Supercup, Liga, CL en Copa del Rey) en wist Real Madrid slechts één keer te winnen, en dan in de verlenging. Bovendien won Barcelona in mei 2011 opnieuw de Champion´s League. Uiteindelijk zou Mourinho bijna 'roemloos' het veld moeten ruimen, met slechts één Spaans landskampioenschap op zijn palmares (2012). De Italiaan Carlos Ancelotti zou zijn opvolger zijn.

Het seizoen 2013-14 leek het einde van het zo machtige Barcelona van de laatste jaren. Met de Argentijn 'Tata' Martino werd er geen enkele prijs gewonnen. Real Madrid won de 'Copa del Rey' van haar aartrivaal (2-1). Het landskampioenschap was voor Atlético de Madrid, en Real Madrid won haar tiende Europa Cup I / Champion's League door in de finale van stadgenoot Atlético te winnen (4-1 na verlenging).

Het seizoen daarop leidde echter tot een grootse wederopstanding van de Catalanen. Met Luis Enrique als coach en ex-Ajacied Luis Suárez als '9', werd opnieuw het zg. 'triplete' gewonnen: 'Liga', 'Copa del Rey' en 'Champion's League' (de eerste club, die dit voor de tweede keer voor elkaar kreeg). Dit werd voortgezet in 2016 met de dubbel (landskampioenschap en beker). In de Champion's League werd echter in de kwartfinales verloren van Atlético de Madrid, dat later opnieuw de finale zou verliezen tegen Real Madrid (1-1 na verlenging en penalty's).

Zidane

De aanstelling van oud-speler Zidenine Zidane als trainer zou voor Real Madrid het begin inluiden van een nieuwe succesreeks in Europa. In 2016, 2017 en 2018 werd drie keer op rij de Champion's League gewonnen, waarmee het de eerste club zou zijn die dit in het nieuwe formaat voor elkaar kreeg. Van een echte hegemonische situatie valt er echter niet te spreken, want dit ging geen enkele keer in combinatie met winst in nationale competitie én beker. Zowel in 2016 als in 2018 waren beiden een prooi voor FC Barcelona, en in 2017 verschalkten de Catalanen ook al de beker. In 2019 kwam een einde aan de zegereeks van de madrilenen in het hoogste Europese toernooi, uitgerekend doordat Ajax in de achtste finale met ze afrekende (1-2 en 1-4). Barcelona behaalde de dubbel, waardoor Real het seizoen met lege handen bleef.

De kwestie Neymar Jr

In 2011 werd de toen 19-jarige Braziliaan Neymar da Silva, beter bekend als Neymar Jr, gezien als een toekomstige wereldster. Hoewel zijn club, Santos, er nog lang niet over peinsde om hem te transfereren, streden zowel Real Madrid als FC Barcelona al om zijn handtekening. Dat ging zo ver dat, volgens de geruchten, de directie van Barcelona tegen betaling van eerst 10 en later nog eens 30 miljoen euro direct met de speler zelf gemene zaak maakte, zonder dat diens club daarvan op de hoogte was. Uiteindelijk kwam Neymar dan ook in 2013 bij Barcelona te spelen, maar de prijs daarvoor zou zijn dat later vanwege fiscale onregelmatigheden enkele (ex-)directieleden en zouden worden vervolgd. Ook Neymar zelf werd voor de rechter gedaagd en moest alsnog een miljoenenbedrag afstaan.
Neymar zou tot de zomer 2017 in de Catalaanse hoofdstad blijven, waarna hij tegen de wil van zijn club besloot dat zijn voetbalcarrière bij het Franse Paris Saint-Germain betere kansen zou krijgen, uit de schaduw van Messi. Zo werd hij de op dat moment duurste transfer aller tijden (222 miljoen euro). De vrees van Barcelona was overigens dat de Braziliaan op deze manier uiteindelijk toch nog via een omweg bij aarsrivaal Real Madrid terecht zou komen. Dat is er echter niet van gekomen. In de zomer 2019 zag het er zelfs naar uit dat Neymar - ondanks verschillende pogingen van Real Madrid om hem alsnog te strikken - zou terugkeren naar zijn eerdere werkgever. Maar ondanks dat er veel geld en daarnaast een aantal spelers werd aangeboden toonde de directie van PSG zich onbuigzaam.

Grootste overwinningen onderlinge wedstrijden

  • Real Madrid-FC Barcelona (1934-35): 8-2.
  • FC Barcelona-Real Madrid (1950-51): 7-2.
  • FC Barcelona-Real Madrid (1962-63): 1-5.
  • Real Madrid-FC Barcelona (2008-09): 2-6.

FC Barcelona wist vijf keer van Real Madrid te winnen met 5-0: 5 (4 keer als gastheer, in 1934-35, 1944-45, 1993-94 en 2010-11, en 1 keer als bezoeker, in 1973-74, met Johan Cruyff als speler). Real Madrid wist twee keer van FC Barcelona te winnen met 5-0, beide keren in het Santiago Bernabéu stadion, in 1953-54 en in 1994-95).

Belangrijkste prijzen

FC Real MadridFC Barcelona
Wereldbeker43
Europa Cup I / Champion's League135
Europa Cup II04
Europa Cup III / UEFA League23
Europese Supercup35
Spaans kampioenschap3326
Spaanse beker1930
Spaanse Supercup913
'Triplete' (kampioenschap, beker en Europa Cup I/CL in één seizoen)02

Dit artikel werd voor het laatst geupdate op 28 augustus 2019.

Lees verder

© 2011 - 2024 Tjiw09, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
La Liga (Spanje): alle kampioenen tot en met 2019-20La Liga (Spanje): alle kampioenen tot en met 2019-20In 1929 werd FC Barcelona gekroond tot eerste kampioen van de Spaanse competitie; La Liga. De grote concurrent van Barce…
Klassieker Real Madrid - FC Barcelona (17 februari 1974)Klassieker Real Madrid - FC Barcelona (17 februari 1974)Op 17 februari 1974 moest FC Barcelona spelen tegen Real Madrid, en wel in het hol van de leeuw: Estadio Santiago Bernab…
Het 'Santiago Bernabeú', kathedraal van het voetbalHet 'Santiago Bernabeú', kathedraal van het voetbalHet beroemde 'Santiago Bernabeú' stadion van Real Madrid, met een capaciteit voor 81.044 toeschouwers, wordt al meer dan…

Derby's en klassiekers; de mooiste voetbalwedstrijdenHet zijn de wedstrijden waar de harten van veel voetbalfans sneller van gaan kloppen, de strijd tussen 2 teams uit dezel…
Jupiler Pro League erelijst landskampioenen België 1896-2020Jupiler Pro League erelijst landskampioenen België 1896-2020119 kampioenschappen, 16 landskampioenen. Het Belgische voetbal wordt reeds enkele decennia gedomineerd door Club Brugge…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Trper, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Derbi_espa%C3%B1ol
  • http://www.cnn.mx/deportes/2011/04/27/el-partido-del-rencor-multimillonario-bacerlona-vs-real-madrid
  • http://es.wikipedia.org/wiki/F%C3%BAtbol_Club_Barcelona
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Real_Madrid_Club_de_F%C3%BAtbol
  • http://www.centurymatch.com/1943/06/13/temporada-1942-43-copa-de-espana-generalisimo-semifinal-vuelta-chamartin-1361943-real-madrid-cf-11-fc-barcelona-1/
  • http://www.webdelcule.com/juenpre/distefano.html
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Alfredo_Di_St%C3%A9fano
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Ladislao_Kubala
  • http://es.wikipedia.org/wiki/Jos%C3%A9_Mourinho
  • http://foro.mediotiempo.com/entry.php?652-Jugadores-que-han-jugado-en-el-real-madrid-y-el-Barcelona-Parte-1
Tjiw09 (84 artikelen)
Laatste update: 03-09-2019
Rubriek: Sport
Subrubriek: Voetbal
Bronnen en referenties: 11
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.