Het Spaanse voetbalelftal op de grote toernooien
Het Spaanse elftal is een grote referentie binnen de voetbalwereld. Europees kampioen 2008 en 2012 en Wereldkampioen 2010 en ieder jaar wordt er wel een Spaanse speler genomineerd voor de Gouden Bal, alhoewel die uiteindelijk steeds wordt gewonnen door absolute sterspelers als Leo Messi (Barcelona) of Cristiano Ronaldo (Real Madrid). Al die successen kwamen niet zomaar. Dit is de (voor)geschiedenis.
De eerste Wereldkampioenschappen werden georganiseerd in 1930 in Uruguay. Spanje nam daar niet aan deel omdat men dat wat te ver weg vond. De winnaar van dat toernooi was het gastland, dat met 4-2 won van Argentinië.
WK 1934
De eerste deelname van het Spaanse elftal aan een groot toernooi was in 1934 tijdens het WK in het Italië van Mussolini. In de achtste finale werd gewonnen van Brazilië met 3-1, waarna in de kwartfinale eerst met 1-1- gelijkgespeeld werd tegen het gastland en later in een tweede wedstrijd met 1-0 werd verloren. Tijdens beide wedstrijden was er sprake van arbitrale dwalingen, die Spanje benadeelden. Uiteindelijk zou Italië de finale winnen van Tsjecho-Slowakije (2-1).
WK 1950
Na de Spaanse burgeroorlog en de daarop volgende Tweede Wereldoorlog zou Spanje pas in 1950 opnieuw aan een WK deelnemen. Dat deed het met de gevierde doelverdediger Zamora en de goalgetter Zarra in de gelederen. Deze keer was Brazilië het gastland. In de eerste fase won ‘la furia roja´van Chili (2-0), de V.S. (3-1) en Engeland (1-0). In de tweede ronde werd er echter verloren van Brazilië en Zweden en gelijkgespeeld tegen Uruguay, de latere kampioen.
EK 1960
De Europese kampioenschappen werden voor het eerst georganiseerd in 1960 in Frankrijk. Spanje bereikte daarin de kwartfinale. Maar omdat de tegenstander daarin de communistische USSR zou zijn, kregen de spelers van het regime van de toenmalige dictator Franco de opdracht zich terug te trekken. Uiteindelijk won de USSR het toernooi.
WK 1962
In Chili kwam Spanje terecht in een groep met Brazilië, Mexico en Tsjecho-Slowakije. Er werd alleen van Mexico gewonnen, waardoor de volgende fase niet werd behaald. De latere winnaar was Brazilië, dat met 2-1 won van Tsjecho-Slowakije.
EK 1964
In eigen land wist het Spaanse voetbalelftal voor het eerst een toernooi te winnen. Met grote namen als Luis Suárez en Paco Gento werd via Roemenië, Ierland en Noord-Ierland de halve finale behaald. Tegen Hongarije werd met 2-1 gewonnen. In de finale was de USSR de tegenstander. Deze keer werd de wedstrijd echter wel gespeeld en won Spanje dankzij een laat doelpunt van Marcelino Martínez met 2-1.
WK 1966
Tijdens dit WK in Engeland, waar het gastland uiteindelijk aan het langste eind zou trekken tegen West-Duitsland met een goal waarover nog altijd gediscussieerd wordt of die nu geldig was of niet, speelde Spanje amper een rol. In een groep met West-Duitsland, Argentinië en Zwitserland werd er alleen van de laatste gewonnen.
EK 1968
In Italië behaalde Spanje de kwartfinales en verloor daarin met 3-1 van Engeland. De uiteindelijke kampioen was het gastland.
WK 1978
Na afwezig te zijn geweest op de WK’s van 1970 en 1974 en de EK’s van 1972 en 1976 mocht er nu opnieuw aangetreden worden in Argentinië. Spanje zou daar echter opnieuw amper een rol spelen tijdens de eerste groepsfase. De winnaar van het toernooi zou uiteindelijk het gastland zijn in een finale tegen Nederland (3-1 na verlenging). Evenals in het WK van 1934 had de politiek een dikke vinger in het resultaat, aangezien in die periode er in Argentinië een dictatuur was onder generaal Videla.
EK 1980
Ook tijdens dit EK, in Italië, kwam Spanje niet verder dan de eerste groepsfase. De uiteindelijke winnaar was West-Duitsland.
WK 1982
Alweer in eigen land speelde Spanje in de groepsfase tegen Honduras, Joegoslavië en Noord-Ierland, waarna de tweede groepsfase werd bereikt. Daarin werd gelijkgespeeld tegen Engeland (1-1) en verloren van West-Duitsland (2-1), met uitschakeling als gevolg. In de finale zou Italië zich met 3-1 tegen West-Duitsland tot kampioen kronen.
EK 1984
Dankzij de historische 12-1 winst tegen Malta, waar precies een verschil van 11 doelpunten goedgemaakt werd om zich ten koste van Nederland op doelsaldo te plaatsen, plaatste Spanje zich voor dit toernooi, dat in Frankrijk gehouden zou worden. Eenmaal tijdens het toernooi zelf haalde Spanje de halve finales dankzij winst op West-Duitsland (1-0). Door Denemarken in de strafschoppenreeks te verslaan werd ook daarna de finale bereikt, waarin het gastland wachtte. Deze, met Michel Platini in de gelederen, zou die met 2-0 winnen en voor het eerst een belangrijke beker voor landenteams boven de hoofden heffen.
WK 1986
In Mexico werd met de gouden lichting, genaamd de ‘generación del Buitre’, met o.a. Emilio Buitrageño en Michel, in de groepsfase gespeeld tegen Brazilië (0-1), Algerije (3-0) en Noord-Ierland (2-1). In de daaropvolgende achtste finale werd Denemarken met 5-1 afgedroogd, waarna in de kwartfinale België op verrassende manier na een 1-1 eindstand in de strafschoppenreeks de sterkste bleek te zijn. In dit toernooi schitterde overigens Diego Maradona, die o.a. dankzij ‘de hand van God’ met zijn land de beker zou winnen tegen Duitsland.
EK 1988
Spanje werd in West-Duitsland ingedeeld bij het gastland, Italië en Denemarken. Omdat alleen tegen de laatste gewonnen werd (3-2) mochten de spelers echter al weer snel terug naar huis. In de finale zou Nederland winnen tegen de USSR dankzij doelpunten van Gullit en van Basten (2-0), en zo haar eerste (en tot nu toe enige) belangrijke prijs winnen.
WK 1990
In Italië, waar Duitsland -voor het eerst na de val van de Muur van Berlijn- zich voor de derde keer tot wereldkampioen zou kronen, kwam Spanje in de groepsfase uit tegen Uruguay (0-0), België (2-1) en Zuid-Korea (3-1). Echter in de achtste finale werd verloren van Joegoslavië (2-1).
EK 1992
Tijdens dit EK, in Zweden, wat nogal verrassend gewonnen zou worden door Denemarken –een land dat zich eigenlijk niet eens had geplaatst-, was Spanje de grote afwezige. Aan de andere kant werd in dezelfde zomer door een nieuwe generatie voetballers, waaronder Josep Guardiola, Kiko en Luis Enrique, in Barcelona de finale tegen Polen van de Olympische Spelen gewonnen (3-2). Het was, na het gewonnen EK in 1964, de tweede grote prijs voor Spanje als voetballand.
WK 1994
In de V.S. kwalificeerde Spanje zich na wedstrijden tegen Zuid-Korea (2-2), Duitsland (0-0) en Bolivia (3-1) voor de achtste finale. Daarin werd gewonnen van Zwitserland (3-0). In de kwartfinale was echter Italië bijna letterlijk de beul van Spanje (2-1). De uiteindelijke kampioen zou Brazilië zijn, tegen Italië. Deze finale was de eerste die beslist werd door penalty's.
EK 1996
Na wedstrijden tegen Bulgarije (1-1), Frankrijk (1-1) en Roemenië (2-1) kwam Spanje in Engeland alweer niet verder dan de kwartfinale tegen het gastland in een wedstrijd, die eindigde in 0-0 en met strafschoppen beslist werd. De winnaar van het toernooi was Duitsland, dat met 2-1 won van de Tsjechische Republiek.
WK 1998
Met o.a. Raúl en Valerón kwam Spanje in Frankrijk terecht in een groep met Nigeria, Bulgarije en Paraguay. De sleutel was de eerste wedstrijd,tegen Nigeria, waar na met 2-1- voorgestaan te hebben uiteindelijk met 3-2 werd verloren. Na een bloedeloos gelijkspel tegen Paraguay (0-0) had ‘La Roja’ niets aan de 6-1 tegen Bulgarije en daarmee was het slechtste resultaat in de geschiedenis van Spanje op de WK’s een feit.
EK 2000
Voor dit toernooi, wat in Nederland en België gehouden werd, was Spanje in een groep ingedeeld met Noorwegen, Slovenië en Joegoslavië. De eerste wedstrijd werd verloren (1-0), maar omdat daarna de andere gewonnen werden, zou het de kwartfinale halen als groepseerste. Daarin was Frankrijk, met Zidane, de tegenstander. Er werd met 2-1- verloren van de uiteindelijke kampioen.
WK 2002
Slovenië, Paraguay en Zuid-Afrika waren de horden die Spanje in het toernooi, wat werd georganiseerd door Japan en Zuid-Korea, zouden nemen om tot de achtste finale door te dringen. Daarin werd na een 1-1 eindresultaat met strafschoppen dankzij Iker Casillas, die drie penalty's tegenhield, van Ierland gewonnen. In de kwartfinale tegen één van de gastlanden, het Zuid-Korea van Guus Hiddink, werd niet gescoord en zouden de strafschoppen opnieuw uitsluitsel geven, deze keer in het nadeel van Spanje. De kampioen zou uiteindelijk Brazilië zijn, met Ronaldo als grote ster.
EK 2004
In Portugal kon Spanje zich geen weg bereiden naar de kwartfinale ondanks winst op Rusland (1-0), want daarna werd gelijkgespeeld tegen Griekenland (1-1) en verloren van Portugal (1-0). Uiteindelijk zou Griekenland het toernooi verrassend winnen (1-0 tegen gastland Portugal).
WK 2006
Opnieuw in Duitsland ontdeed Spanje zich met de opkomende sterren Fernando Torres en David Villa in de gelederen in de groepsfase van Oekraïne (4-0), Tunesië (3-1) en Saoedi-Arabië (1-0). In de achtste finale werd er echter van Frankrijk verloren (3-1). Italië zou zich in de finale tegen hetzelfde Frankrijk, die ontsierd werd door de beroemde kopstoot van Zidane, tot kampioen kronen.
EK 2008
Tegen Rusland (4-1), Zweden (2-1) en Griekenland (2-1) werd in Oostenrijk en Zwitserland de weg bereid naar de eliminaties. Daarin was de sleutel van het uiteindelijke succes de winst via penalty's tegen Italië, al jaren de grote ‘angstgegner’ van Spanje. In de halve finales volgde het Rusland van Hiddink, dar eerder Nederland had uitgeschakeld (3-0). In de finale werd uiteindelijk Duitsland verslagen door een goal van Fernando Torres (1-0).
WK 2010
In Zuid-Afrika werd Spanje in de groepsfase samengebracht met Zwitserland, Honduras en Chili. De eerste wedstrijd, tegen Zwitserland, compliceerde de voortgang in het toernooi een beetje door een nederlaag na een vreemde carambool (1-0). Maar tegen Honduras (2-0) en Chili (2-1) werd dat rechtgezet, waarna in de achtste finale Portugal de tegenstander was en in de kwartfinale Paraguay. Beide wedstrijden eindigden in 1-0. In de halve finale liet Spanje eigenlijk voor het eerst zien dat het de Europees kampioen was en werd er met goed spel van Duitsland gewonnen (1-0). In de finale zou een goal van Andrés Iniesta in de verlenging van een nogal intense wedstrijd het lot over het Nederlands elftal beslechten. Het zou de vierde grote prijs voor Spanje zijn in een landentoernooi.
EK 2012
Ook op dit toernooi, in Polen en Oekraïne, werd Spanje na een met maar liefs 4-0 gewonnen finale tegen Italië tot kampioen gekroond, waarmee drie toernooien op rij werden gewonnen (zie foto boven). Een unieke prestatie. Toch speelde Spanje lang niet zo sprankelend als tijdens de eerdere toernooien en zoals de uitslag van de finale doet vermoeden. Deze werd dan ook bereikt door winst op het Portugal van Cristiano Ronaldo (dat overigens Nederland in de groepsfase uitschakelde) na een vrij bloedeloze 0-0 en penalty's. Dit leverde nogal wat kritiek op van buitenaf op het systeem van Spanje zonder echte aanvallers.
WK 2014
Met dezelfde gouden generatie van de afgelopen zes jaar wilde Spanje in Braziñië het eerste land zijn dat twee wereldkampioenschappen op rij zou winnen. Daarvoor zou in de groepsfase eerst gewonnen moeten worden tegen (alweer) Nederland, Chili en Australië. Iedereen verwachtte dan ook dat dat dan ook even zou gebeuren. De eerste wedstrijd, tegen Nederland, ging het echter meteen al mis. Het werd uiteindelijk zomaar 1-5 voor Oranje. Arjen Robben, die tijdens de finale vier jaar daarvoor nog een gouden kans miste, maakte er nu twee. In de tweede wedstrijd, tegen Chili, bleek al snel dat een tijdperk zou worden afgesloten: 0-2 voor de Zuid-Amerikanen. De laatste wedstrijd tegen Australië zou zo gedegradeerd worden tot louter een formaliteit (3-0 winst). De titel ging uiteindelijk naar Duitsland, dat Argentinië versloeg (1-0 in de verlenging).
EK 2016
Spanje plaatste zich voor het EK 2016 door in een groep met Slowakije, Oekraïne, Wit-Rusland, Luxemburg en Macedonië als eerste te eindigen. Voor de eindronde werd het land in gedeeld in Groep D met Kroatië, Turkije en de Tsjechische Republiek. Van de laatste twee werd gewonnen (3-0 en 1-0) en van de eerste verloren (2-1). Zo wachtte in de achtste finale al 'angstgegner' Italië, dat met 2-0 won. In de finale versloeg Portugal in de verlenging Frankrijk (1-0) en behaalde zo haar eerste internationale titel.
WK 2018
In Rusland was Spanje ingedeeld in een groep met Europees kampioen Portugal, Iran en Marokko. De eerste wedstrijd werd een absolute Spaanse dominatie geneutraliseerd door een hattrick van Cristiano Ronaldo (3-3). Tegen Iran kreeg aanvaller Diego Costa de bal door een Iraanse verdediger tegen de schoen geschoten, waarna die in de goal kaatste (1-0), en tegen een al uitgeschakeld, maar bij vlagen beter spelend Marokko werd het met de hakken over de sloot 2-1. Als winnaar van de groep stroomde 'La Roja' zo de achtste finales in, waar het gastland wachtte. Die zouden het echter in een 1-1 gelijkspel eindigen -inclusief verlenging- waarna de penalty's het beslecht in Russisch voordeel zouden beslissen. Frankrijk zou zich uiteindelijk in een doelpuntrijke finale tegen Kroatië kronen tot wereldkampioen (4-2)
Beste resultaten: Spanje werd drie keer Europees kampioen (1964, 2008 en 2012) en één keer wereldkampioen (2010). In 1992 wonnen de Spanjaarden ook de Olympische Spelen, in Barcelona.