Squash, de sport
Squashen, is dat niet dat tennissen tegen een muur aan waar geen conditie voor vereist is? Nou, een deel klopt wel van deze vaak voorkomende opmerking. Het is namelijk een sport die van tennis is afgeleid. En ook is het tegen een muur aan. Maar dat u er niet moe van zou worden ? Als u deze sport intensief beoefend zult u merken dat het veel meer is en er wel degelijk moe van wordt.
Speelveld
Squash word altijd gespeeld in een vrijwel compleet afgesloten ruimte en heeft een vloeroppervlak van 6,4 bij 9,75 meter. Vaak is de achtermuur van glas, de 3 overige muren staan allerlei strepen op waar we later op ingaan.
Squashracket
Een squashracket ziet er vrijwel hetzelfde uit als een tennisracket en net als bij tennis is het aanbod erg groot. Een belangrijke factor wanneer u een racket kiest is het gewicht, hoe minder gewicht hoe meer controle u heeft, maar hoe minder kracht u aan de bal mee kunt geven. De lijnspanning kunt u bij ieder racket aan laten spannen door een sport- en/of speciaalzaak.
Ballen
Iets wat anders is dan tennis is dat er verschillende ballen zijn bij squash, het verschil zit hem dan in de mate waarop de bal weer omhoog komt na een keer stuiteren op de grond. Over het algemeen zijn squashballen in 4 categorieën te delen:
- Pro, dit is een zwarte bal met 2 gele stippen. Deze bal wordt gebruikt voor alle internationale toernooien en competities en stuitert uiteraard het minst goed.
- Competition, dit is een zwarte bal met 1 gele stip. Deze bal zit vlak onder de Pro maar stuitert 10% meer dus krijgt daarom een categorie apart.
- Progress, een zwarte bal zonder stip of een bal met een rode stip. Dit scheelt waar u de bal koopt, de bal is 6% groter dan de Pro bal en stuitert 20% meer.
- Max, een zwarte bal met blauwe stip of een blauwe bal. Deze bal stuitert het best en is het grootst, maar liefst 12% groter dan de Pro bal en stuitert 40% meer.
In het spel
Bij het begin van elke servicebeurt mag de serveerder een serveervak kiezen. Bij het serveren moet vervolgens minimaal 1 voet in het serveervak staan, of de andere voet er voor, achter of naast staat maakt niet uit. Vervolgens moet de bal zo geslagen worden dat deze rechtstreeks de voormuur raakt tussen de bovenste 2 lijnen, om vervolgens te landen in het vak van de tegenstander. De bal mag na de voormuur geraakt te hebben ook nog zijmuren raken, zolang de muur niet boven de lijn geraakt word. Er mag zowel bovenhands als onderhands geserveerd worden, wanneer de service fout is gaat die meteen over naar de tegenstander.
Voordat de bal teruggeslagen is mag de bal maximaal 1 keer de grond raken en dient teruggeslagen te worden(al dan niet via een zijmuur) op de voormuur tussen de bovenste en de onderste lijn. Wanneer de bal de lijn raakt is het een fout en gaat de service dus over naar de tegenstander.
De achtermuur (of glas) telt ook als zijmuur dus men mag ook via de achtermuur de bal richting de voormuur slaan.
Enkele termen binnen het squash
- Drive: de bal zo dicht mogelijk slaan langs de zijmuur.
- Lob: de bal die hoog op de voormuur gespeeld word en zo een vertragend effect heeft op het spel.
- Blocken: de tegenstander staat zo dat u niet fatsoenlijk kunt slaan of u staat zo dat de tegenstander niet fatsoenlijk kan slaan, hier kan een let worden aangevraagd.
- Let: overspelen van een punt (vaak vanwege de veiligheid)