Ponyspellen: evenwicht

Hier vind je leuke ponyspellen voor op ponykamp of in de paardrijles. Kinderen en dieren kunnen samen veel plezier beleven en van elkaar leren. Niet alleen helpt paardrijden het kind om evenwichtsgevoel te ontwikkeling, ook leert het kind om verantwoordelijkheid te dragen voor een levend wezen. Al spelenderwijs ontstaat er een hechte band tussen het kind en het dier.

Evenwicht

Een goed evenwicht is één van de basiscondities om goed te leren paardrijden. Evenwicht heeft alles te maken met de houding en zit van de ruiter. De ruiter moet goed de bewegingen van het paard aan leren voelen en daar snel op kunnen reageren. Daarvoor moet de ruiter een goede controle over zijn eigen lichaam hebben. Gymnastische oefeningen zijn dan ook onontbeerlijk voor een beginnende ruiter.

Gymnastische oefeningen in het zadel

De volgende oefeningen zijn nuttig in het begin van de paardrijles om de ruiter te helpen een onafhankelijke zit te krijgen. Laat het paard aan een longeerlijn lopen, zodat de ruiter alleen met zijn eigen lichaam en de bewegingen van het paard bezig hoeft te zijn. Doe de oefeningen eerst in stap.

Schouders:

Laat de ruiter eerst kleine rondjes draaien met de schouders om de spieren los te maken.

Nek:

De ruiter maakt kleine cirkeltjes met het hoofd. Van de ene schouder naar de andere en via de borst weer terug. Deze oefening moet je niet te lang doen, want dan kan de ruiter duizelig worden. Ongeveer 5 keer linksom en 5 keer rechtsom is genoeg. Tijdens de oefening let je erop dat de ruiter constant recht boven zijn paard blijft zitten.

Armen & schouders:
De ruiter draait grote cirkels met zijn armen, zowel vooruit als achteruit. Daarna laat je de ruiter zijn armen zijwaarts uitstrekken als de vleugels van een vliegtuig om vervolgens de schouders links- en naar rechtsom te draaien.

Tenen aantikken:

Laat de ruiter een aantal keer achter elkaar met zijn rechterhand de tenen van zijn linkervoet aanraken en met zijn linkerhand de tenen van zijn rechtervoet, zonder de positie van de benen of voet te veranderen.

Knieën:

De ruiter hijst zijn knieën op tot voor het zadel en gaat met zijn neus naar zijn knieën toe. Maak de ruiter erop attent dat hij zich goed op de bewegingen van het paard concentreert. Herhaal deze oefening enkele keren. Vervolgens laat je de ruiter zijn voeten optrekken tot achter het zadel. Als je deze oefening nog verder doorzet, kan de ruiter zelfs op zijn knieën op de paardenrug zitten. Bij beginnende ruiters kun je het paard in eerste instantie beter stilzetten. Als dat goed gaat, doe je de oefening in stap.

Liggen:

Na deze gymnastische oefeningen mag de ruiter helemaal achterover gaan liggen met zijn rug op de rug van het paard. De ruiter concentreert zich nu op de passen van het paard en probeert te voelen wanneer het paard welk been optilt.

Gymnastische oefeningen zonder zadel

Als de ruiter eenmaal een goed evenwicht heeft in het zadel, kan dit evenwicht nog verbeterd worden door bijvoorbeeld zonder beugels te rijden of zelfs zonder zadel. Wanneer je zonder zadel rijdt, heeft de ruiter geen houvast aan de stevigheid van het zadel en de stijgbeugels. De ruiter moet nu heel goed de bewegingen van het paard kunnen volgen. Je kunt in dit geval wel een singel met handvat gebruiken, zoals bij voltige wordt gebruikt. Je kunt nu dezelfde oefeningen doen zoals hierboven besproken. Laat de ruiter ook eens een rondje draaien op de rug van het paard, terwijl het paard rustig doorstapt. Of laat de ruiter op het paard gaan staan in stilstand. Laat de ruiter op zijn knieën op de rug gaan zitten. Alle oefeningen eerst in stap en langzaamaan ook in draf en galop.

Evenwichtsspel

Wanneer de ruiter al deze oefeningen met gemak uitvoert kan je beginnen met wat spelletjes waarbij ook het evenwicht en controle over het eigen lichaam centraal staan. Hieronder een leuk voorbeeld.

Pollepelrace:

Geef de ruiter een pollepel in de hand met daarin een pingpong balletje. Zonder dat het balletje eruit valt moet de ruiter rondjes door de manege rijden. Valt het balletje dan moet de ruiter van het paard afstappen en zelf het balletje oprapen en opnieuw beginnen. Je kunt het spel moeilijker maken door de ruiter steeds moeilijkere figuren te laten rijden. In plaats van rechte lijnen kun je voltes gaan vragen of zelfs slangenbogen. Je kunt het spel ook met meerdere ruiters tegelijk spelen. De ruiters moeten dan te paard zo snel mogelijke de overkant van de manege bereiken zonder het balletje te laten vallen. Wiens balletje op de grond valt is af. In plaats van een pollepel kun je ook een gewone soeplepel gebruiken, dit is nog een stukje moeilijker.