Paardensport: de ruiter leren springen
Om het springen goed onder de knie te krijgen is er veel oefening nodig. Er komt meer kijken bij het springen dan de meeste mensen verwachten. Probeer zo mogelijk niet zelf aan de slag te gaan als je nog nooit gesprongen hebt maar haal er een instructrice bij. Springen leert u vooral in de praktijk, maar de theorie kan u zeker goed op weg helpen.
De outfit
Het is niet nodig direct het juiste hanarchement (de uitrusting voor het paard) aan te schaffen. Wel is het verstandig het paard peesbeschermers en eventueel springschoenen om te doen. De peesbeschermers zijn voor de bescherming van de pezen/kogels. Zodra het paard over de hindernis gaat trekt hij/zij als het goed is zijn benen in, het gevolg kan zijn dat zijn benen/kogels tegen elkaar zullen komen bij het springen. De springschoenen zijn van belang zodat als het paard de balk eraf tikt zijn hoef niet beschadigt en zo zal het paard tijdens het spring minder snel een hoefijzer verliezen.
Het zadel
Heeft u een veelzijdigheidszadel? Dan kunt u deze in eerste instantie prima gebruiken om te springen. Een springzadel is na verloop van tijd als men wat verder gaat in/met het springen wel erg handig, het bevordert de beweging bij het springen en uw houding. Een dressuurzadel zorgt er juist voor dat uw lichaam langgerekt kan zijn, met een dressuurzadel zal het daarom lastig zijn om te springen. Vooral als u eigenlijk net begint is juist een dressuurzadel lastig om met de beweging van uw paard tijdens het springen mee te kunnen gaan, maar of u nou een veelzijdigheidszadel of springzadel gebruikt het is wel van belang dat u de beugels minstens zo'n twee gaten korter maakt zodat u goed mee kunt gaan met de sprong van het paard.
Uw outfit
Ten eerste is een cap heel erg belangrijk. Zorg ten alle tijden dat u een cap draagt en mocht u met uw cap vallen dan kan het zijn dat er een scheur in de binnenkant van de bescherming zit waardoor deze niet meer de juiste veiligheid biedt. Daarnaast kunt u met het springen heel goed een bodyprotector gebruiken. Dit is een soort veilige bodywarmer welke u beschermt tijdens een val.
Het springen oefenen zonder te springen
Als een ruiter nog nooit gesprongen heeft is het verstandig eerst wat oefeningen te doen zodat het springen wat makkelijker zal worden. Laat de ruiter in elke gang in verlichte zit zitten. Dit is belangrijk omdat de ruiter in verlichte zit mee moet gaan met het paard op de sprong en dit is een goede oefening om de balans en spieren van een ruiter te trainen.
Een andere oefening om op het springen voor te bereiden is het rijden van tempowisselingen. Dit houdt in dat u regelmatig wisselt van een bepaalde gang zoals van stap naar draf en weer terug. Gaat u echt parcoursen rijden? Dan komt het goed van pas als uw paard makkelijk vanuit stap in galop aan kan springen. Niet alleen van gangen wisselen kan helpen maar ook het tempo in een bepaalde gang. Om een paard/pony bij een hindernis goed uit te laten komen zal het paard soms wat sneller of langzamer in één gang gereden moeten worden.
Beginnen met het springen
In eerste instantie kan er over balkjes gedraafd worden. Deze kunnen voor een paard op 1,20 tot 1,30 van elkaar afliggen gewoon op de grond. Dingen waar de ruiter op moet letten tijdens de drafbalkjes:
- Houd het paard recht
- Zit in verlichte zit
- Houd het paard voorwaarts
- Blijf in balans
Deze vier dingen zijn ook heel belangrijk bij het nemen van een echte hindernis. Wordt één van deze dingen vergeten dan bestaat er een grote kans dat het paard zal weigeren of langs de hindernis wilt gaan als het paard dit doorheeft. Een paard voelt als u twijfelt en merkt uw onzekerheid. Zorg dat u pas aan het echte springen begint als u zich er echt goed bij voelt. Hoe onzekerder u bent des te groter de kans is op een weigering of dat het paard langs de hindernis zal gaan. U wordt daar vervolgens ook weer onzeker van. Neem eventueel een stapje terug wanneer u merkt dat onzekerheid een rol speelt.
Een hindernis
Begin nooit met te hoge hindernissen. Het is erg belangrijk dat de ruiter er vertrouwen in heeft. Zoals eerder genoemd als de ruiter onzeker is dan zal het paard dat voelen en ook gaan twijfelen. De techniek van het springen is ook belangrijker dan de hoogte. Begin niet te moeilijk, maar bijvoorbeeld met twee kruisjes die apart van elkaar staan. Hierdoor kan de ruiter goed op zijn houding en op het op tijd meegaan met de sprong letten in plaats van hoe moeilijk het is en hoe hij/zij precies moet gaan aanrijden/uitkomen.
De houding bij het nemen van een hindernis
Bij het nemen van een hindernis moet de ruiter ook goed leren wanneer hij/zij in de verlichte zit moet. Het is erg lastig maar het op tijd meezitten is wel een belangrijk punt. Op het moment dat de ruiter te vroeg vooruit gaat zitten of te laat mee gaat bij de sprong kan de ruiter het paard ernstig in de weg zitten. Leer een ruiter vanaf het begin af aan al kijken naar de volgende hindernis, dit is bij alle niveaus van springen namelijk van belang.
Naast het meezitten qua zit gaat het ook om het meegeven van de teugels. U houdt contact met de teugels boven de sprong, maar u zorgt dat het paard vrij kan bewegen. U beweegt dus mee naar voren op de sprong, maar steunt niet af op de hals. Als u aan de teugels trekt tijdens het springen kan dit voor het paard pijnlijk zijn waardoor het paard een negatieve associatie krijgt met het springen. Daarbij kan het paard zijn beweging hierdoor niet goed maken omdat hij/zij wordt tegengehouden waardoor het zou kunnen dat het paard bijvoorbeeld een balk raakt.
Wat vaak gezien wordt is dat beginnende ruiters hun tenen naar buiten draaien boven de sprong. Het gevolg is dat de hakken in de zijkant van het paard terecht komen. Vooral als u sporen gebruikt is dit heel onaangenaam voor het paard. Zorg dus tot het lukt om de tenen naar binnen gedraaid te houden dat u springt zonder sporen. Het paard kan namelijk na de hindernis ook in rengalop gaan als reacties op de druk die het paard krijgt.
De belangrijkste punten
- vertrouwen, hoe vaak er ook laag gesprongen moet worden, wacht tot de ruiter er klaar voor is
- meebewegen, als men niet meebeweegt heeft men grote kans op een weigering doordat de ruiter het paard tegenwerkt
- tijd, neem de tijd en overhaast niks spring te eerste paar keren ook niet te lang maar breid het rustig uit.