Sgw de verschillende soorten vaste hindernissen

In de samengestelde paardensport worden in het cross onderdeel vaste hindernissen gesprongen. Er zijn een heleboel verschillende soorten hindernissen die je weer samen kunt voegen als combinatiesprongen. Er zijn sprongen met hoogteverschil, hindernissen die in het water staan, hekken en moeilijke combinaties die veel ervaring vereisen van ruiter en paard.

Vaste Hindernissen

Alle hindernissen in een cross parcours zijn vast, dit betekend dat er geen balken kunnen vallen mocht het paard de hindernis raken. De hindernissen zijn vast omdat dit in het terrein veiliger is dan gewone losse hindernissen plaatsen. In een cross ligt het basistempo een stuk hoger dan in het springparcours. De losse hindernissen zijn niet erg imponerend voor een paard waardoor hij dankzij het hoge tempo 'vlak' kan gaan springen, dit zou het gevaar kunnen opleveren van afgeworpen balken die tussen de paardenbenen terecht komen. De vaste sprongen zijn niet alleen imponerend maar geven het paard ook de mogelijkheid om zich tijdens de sprong nogmaals af te zetten op de bovenkant van een hindernis als dit nodig is.

Veiligheid

De risico's zijn heel klein geworden sinds de uitvinding van breekbomen, dit zijn dikke bruine holle balken die vastgelegd worden op de meeste sprongen. Als een paard bovenop de balk land zal deze balk breken zodat het paard niet vast kan komen te liggen op de sprong. Dit is een Nederlandse uitvinding die inmiddels internationaal op alle wedstrijden gebruikt wordt. Verder is er voor de ruiter een bodyprotector verplicht die zal bij een eventuele val het letsel voorkomen of verkleinen. Verder kun je nog een air jacket aanschaffen dit is een soort airbag die bij een val zich opblaast om de klap van de val op te vangen, dit is niet verplicht maar wel toegestaan. Het paard dient goede bescherming om te hebben, er zijn speciale crossbeschermers te koop. Crossbeschermers hebben minimaal 1 plaat aan de achterkant van de voorbenen en 1 plaat aan de voorkant van de achterbenen, deze harde platen zijn meestal van carbon gemaakt hetzelfde materiaal als in kogelvrije vesten. De beste beschermers hebben zowel aan de voor als de achterkant een carbon plaat.

Enkele Hindernissen

Dit zijn hindernissen die uit 1 enkele sprong bestaan. Ze hebben 1 nummer en er is geen B element, na de sprong vervolg je het parcours. De verschillende type hindernissen kun je terug vinden in een combinatiesprong.

Greppel

Dit is een langwerpig gegraven gat in de grond die aan de zijkanten duidelijk is afgezet. Laat het paard zo min mogelijk in het gat kijken door zijn hoofd omhoog te houden, anders heb je veel kans op een weigering. Greppels worden vaak gecombineerd met andere hindernissen zoals een haag, trakehner of coffin.

Haag/Bezembak

Een haag is precies wat de naam zegt, het is een bestaande haag die gesnoeid is in de juiste maat voor het niveau van de wedstrijd. Een haag is vaak 10 centimeter hoger dan de hoogte van een klasse dit omdat het de bedoeling is dat een paard de haag 'veegt'. Het paard moet met zijn benen dwars door de bovenkant van de haag springen, dit is iets dat je aan moet leren onervaren paarden zullen eerst enorm hoog springen omdat ze de haag niet aan willen raken. Je kunt aanrijden in een hoog tempo zo bereik je vegen het snelst omdat je dan een vlakke sprong krijgt. Een variatie op een haag is de bezembak de onderkant is massief dankzij een pallet, of een houten schot met erbovenop lange takken die erin gestoken zijn of bezemborstels met lange haren.

Heksenoog

Dit is een hindernis met een groot gat erin waar je doorheen moet springen de hindernis is rond met meestal groene dennentakken rondom. Boven je hoofd heb je ook de groene takken, daarom moet het gat groot genoeg zijn anders kom je er tegenaan als ruiter.

Smalletje

Een smalletje is een smalle hindernis, de moeilijkheid is dat het paard gemakkelijk langs de hindernis kan schieten. Een smalletje kan van alles zijn zoals een boomstam of een grote houten paddenstoel.

Skyjump

Dit is een licht hellende hindernis waarbij de landingsplaats lager ligt. Het voelt alsof je heel hoog de lucht inspringt en tijdens de landing dien je iets achterover te zitten om je paard niet te hinderen en zelf stevig in het zadel te blijven zitten.

Punt

Deze hindernis is aan de ene kant breed en aan de andere kant smal, de brede kant loopt uit in een punt naar de smalle kant. De smalle kant is de kant die gesprongen moet worden, paarden kunnen er makkelijk langs lopen als je ze niet genoeg beperkt aan die kant.

Picknicktafel

Een picknicktafel is een grote tafel eventueel met aan beide kanten een kleine extra plank als een soort zitje. Je kunt er niet aanzitten zoals bij een echte picknicktafel aangezien het gat tussen zitje en de tafel dichtgetimmerd is voor de veiligheid.

De voederplaats en andere stijlsprongen

De voederplaats is een stijlsprong meestal een boomstam met daarin of bovenop een voederbak, in de bak liggen vaak wortels, maiskolven of ander voer. Stijlsprongen kunnen heel verschillend zijn maar het is altijd een rechte hindernis. Verschillende variaties zijn een boomstam, een hekje, een buis en alle andere hindernissen die stijl omhoog zijn opgebouwd.

Combinatiehindernissen

Dit zijn hindernissen die uit meerdere sprongen bestaan, ze hebben 1 nummer en de overige hindernissen worden genummerd plus een bord met daarop B enz. Soms zijn de hindernissen apart genummerd maar staan ze toch dicht genoeg op elkaar om als combinatie gezien te worden.

Passage de Route
Dit is een dubbelsprong die meestal bestaat uit twee hekken, de hindernis gaat dwars over een weg of pad heen. De weg is tijdens de wedstrijd afgezet om eventueel verkeer tegen te houden.

Coffin

Deze lugubere naam heeft deze combinatie omdat het tweede element een greppel is die doet denken aan een open graf. De eerste sprong is een dikke boom je springt omlaag een kuil in, hierna volgt de greppel na de greppel loopt de grond omhoog en de laatste sprong is opnieuw een dikke boom.

Trakehner
Een greppel of sloot soms gevuld met water met daarboven een boomstam deze boomstam is vaak een breekboom. Net als bij het aanrijden van een greppel dien je het paard zijn hoofd omhoog te laten houden zodat hij niet in het gat kan kijken.

Waterbak

Dit is de hindernis die het meeste publiek trekt op wedstrijden. In de laagste klasse loop je het water in, terwijl je in de hogere klasse er via een hindernis in moet springen. Soms kom je nog een hindernis tegen die in het water staat.

Molenwiek

Een molenwiek is een hindernis met 4 armen die in het midden samenkomen. In de laagste klasse spring je 1 van die armen wat het terugbrengt tot een gewone stijlsprong. In de hogere klassen moet je meerdere armen springen wat veel inzicht vereist zodat je niet verkeerd rijdt. Soms is er de optie om over het middenstuk te springen.

Opsprong en afsprong

Een opsprong is een hindernis waarbij de landing hoger ligt dan de afzet, je springt dus een verhoging op. Een opsprong kan worden gevolgd door een afsprong hierbij spring je weer van de verhoging af. Bij een afsprong is de afzet hoger dan de landing. Een hindernis met meerdere treden omhoog wordt een piano genoemd, er zijn minstens twee treden die meestal gevolgd worden door een afsprong. Verder is er nog een hindernis waarbij je begint met een afsprong die gevolgd wordt door 1 galopsprong met daarna een opsprong, deze hindernis heet Sunken Road.