Crossen met je paard, bereid je goed voor!
De cross is een onderdeel van de samengestelde wedstrijden in de paardensport. Een samengestelde wedstrijd (SGW) bestaat uit een dressuurproef, een springparcours en een cross. Er worden ook veel oefencrossen en tripalons georganiseerd waar deelnemers zonder startkaart aan mee kunnen doen. Een cross, hoe eenvoudig ook, vraagt het nodige van paard en ruiter. Lees hier hoe je jezelf en je paard zo goed mogelijk kunt voorbereiden zodat jullie allebei maximaal kunnen genieten van deze fantastische tak van sport.
Vraagprogramma en opgave
Wanneer een vereniging een cross of tripalon gaat organiseren wordt dit bekend gemaakt in een vraagprogramma. In dit vraagprogramma staat belangrijke informatie waar de deelnemers van op de hoogte moeten zijn. Hoe wordt de cross vormgegeven? Wat is de hoogte en zwaarte van de cross? Wat moet je zelf allemaal regelen? Hoef je alleen te crossen of hoort er ook een dressuurproef en/of een springparcours bij? Volgens welke reglementen wordt er gereden? Sommige crossen gebruiken niet veel vaste hindernissen, maar hindernissen waarbij balken kunnen vallen. Deze crossen zijn zeer geschikt voor beginners.
Bij de opgave is het belangrijk om goed na te denken over de ervaring die jij en je paard hebben in het crossen. Wanneer je al enkele crosslessen hebt gereden, kun je met vertrouwen een cross met vaste hindernissen in. Als je nog nooit een waterbak, op- of afsprong hebt gedaan, is het misschien niet verstandig om nu al een heel complete cross te gaan rijden. Ga dan eerst op zoek naar een oefenterrein en een fijne instructeur en bereid je onder begeleiding goed voor. Geef je op voor een hoogte die bij de combinatie past. Een gewone hindernis van 80 centimeter is vaak makkelijker te springen dan een vaste hindernis van dezelfde hoogte. Het paard kan hier immers met weinig gevolgen een inschattingsfoutje maken, dan valt de balk er af. Bij een cross spring je doorgaans vaste hindernissen, waardoor het risico ook hoger ligt.
Materiaal: Wat heb je nodig?
Bij vrijwel alle crossen en crosstraingingen ben je verplicht om een bodyprotector te dragen. Wanneer je voor het eerst op les gaat kun je deze lenen van iemand met ongeveer dezelfde maat. Het is verstandig om er voor de cross een keertje mee te rijden, het is vaak wel even wennen. Onder een bodyprotector draag je bij voorkeur een shirt met lange mouwen. De mouwen beschermen je huid bij het vallen en tegen uitstekende takken wanneer je door het bos galoppeert. Zorg natuurlijk ook voor een goede cap. Bij sommige crossen moet je zelf zorgen voor een rugnummerhouder. Bij andere crossen moet je borg betalen voor bijvoorbeeld een hesje met het nummer. Vraag dit ruim van tevoren even na.
Een martingaal is soms verplicht, maar zeker aan te raden. Wanneer je van je paard valt, stapt het paard minder snel in de teugels. Er zijn speciale crossbeschermers voor de benen van je paard, maar vaak worden oefencrossen met gewone peesbeschermers gereden. Gebruik eventueel springschoenen ter bescherming.
In de cross kun je combinaties vaak herkennen aan opvallende kleuren(combinaties) in de kleding. Met een passend dekje en een shirt kom je al een heel eind. Je kunt je set nog behoorlijk uitbreiden.
Training
Jij en je paard moeten in goede conditie zijn. Voor een oefencross of tripalon is het voldoende om je paard in de voorbereiding een aantal dagen per week in de bak of bos te rijden. De meeste paarden hebben met regulier werk in de bak voldoende conditie voor een eenvoudige cross. Houd tijdens het rijden van een oefencross of tripalon altijd rekening met je paard, de omstandigheden en zijn conditie. Bij deze wedstrijden wordt vaak geen klassement opgemaakt of is de tijd niet van belang. Rijd je paard nooit 'in het rood'!
Wanneer je vaker en officieel wilt gaan start is het verstandig om geruime tijd voor de crosswedstrijd te starten met galoptraining in het bos, op een lange zandweg of op het strand. Galoppeer lange stukken achter elkaar, maar houd goed in de gaten of je paard het volhoudt. Train jezelf op een fijne verlichte zit die je makkelijk vol kunt houden.
Een crossles is natuurlijk een goede voorbereiding op een cross. Een instructeur kan je helpen met je houding en zit in een cross. Het is aan te raden om zeker je eerste op- en afsprongen onder begeleiding van een instructeur te doen. Veel crossen hebben een waterbak, het is ook handig om je paard hier aan te laten wennen. Wanneer je geen mogelijkheid tot het volgen van een crossles hebt, kun je ook zelf een parcours maken met bijzondere hindernissen. Spring bijvoorbeeld eens over een zeiltje of zet wat pionnen onder een hindernis. Houd het wel veilig. Niet alles is geschikt om een hindernis van te maken.
De dag van de cross
Een eerste cross is vaak spannend en je hebt misschien geen zin in een flink ontbijt. Neem wat voedzaams mee voor onderweg. Zorg voor voldoende water voor jou en je paard, zeker op warme dagen. Een hooinet kan wat spanning wegnemen bij je paard en houdt hem bezig wanneer hij even op de trailer moet wachten. Neem een spons en een emmer mee om je paard af te sponzen na de cross. Afhankelijk van de temperatuur kun je ook een zweetdeken meenemen.
Veiligheid en plezier
Let tijdens de cross goed op jezelf en je paard en pas daar je keuzes op aan. Wanneer het paard moe wordt, stap of draaf een stuk. Doe dit ook wanneer je het zelf niet meer vol houdt, alleen als je je fit voelt kun je scherp reageren. Is je paard twijfelachtig op enkele sprongen? Spring een paar keer een alternatief tot hij weer vertrouwen heeft. Maak er voor jezelf en je paard een leuke dag van! Het halen van de finish is al een mooie uitdaging.