Kunstschaatsen en de sprongen
Al vele tientallen jaren is kunstschaatsen een zeer populaire sport die nog steeds aantrekkelijker lijkt te worden. Gedurende het winterseizoen worden wereldwijd wedstrijden georganiseerd welke kunnen rekening op massale publieke belangstelling. Ooit vonden sportliefhebbers kunstschaatsen geen echte sport maar in de loop van de jaren is er zoveel sportieve vooruitgang geboekt dat er zeker sprake is van topsport. Belangrijke onderdelen van het kunstschaatsen zijn de sprongen waar veel technische vaardigheid voor nodig is. De sprongen kunnen van elkaar worden onderscheiden door de manier van afsprong en het neerkomen met een voet.
Kunstschaatsen met Kür op muziek
Om het hoogste niveau in de kunstschaatswereld te bereiken is ontzettend veel training noodzakelijk. Het in perfectie uitvoeren van de vele bewegingsvormen en vooral de sprongen vergt dagelijks urenlange training. Kunstschaatsen wordt beoefend als solosport, paarrijden en ijsdansen waarbij de deelnemers gedurende een voorgeschreven aantal minuten een zogenaamde kür rijden die op muziek wordt uitgevoerd.
Sprongen
Tijdens de kür dient een aantal sprongen te worden gemaakt (met uitzondering van ijsdansen en in mindere mate bij paarrijden) die in een zo interessant mogelijke choreografie worden verwerkt. De kunst is daarbij om de sprongen zo logisch mogelijk uit de bewegingen te laten voortkomen en een relatie te laten hebben met de muziek.
Onderscheid in sprongen
De sprongen kunnen worden onderscheiden naargelang ze op het linkerbeen of rechterbeen worden afgezet en of ze voorruitschaatsend of achteruitschaatsend beginnen. Tevens is er onderscheid tussen sprongen die vooruit of achteruit neerkomen en eveneens weer met het linkerbeen of rechterbeen. In elke sprong zit minimaal een draai maar om bij de wereldtop te behoren moeten de sprongen minstens drievoudig gemaakt kunnen worden en de echte toppers beheersen zelfs viervoudige sprongen.
Sprongen met of zonder prikafzet op ijs
Sprongen kunnen toe jumps of edge jumps worden gesprongen. Bij toe jumps wordt de punt van de schaats in het ijs geprikt aan het begin van de sprong om gemakkelijker hoogte te winnen en bij edge jumps wordt van de linkerkant of rechterkant van de schaats weggesprongen.
Cherryflip
De eenvoudigste sprong is de Cherryflip. Vanwege de gemakkelijke uitvoering wordt de Cherryflip vaak gecombineerd met een andere sprong of sprongenserie. Bij deze sprong glijdt de schaatser op de buitenkant van zijn rechterschaats achteruit en prikt op een bepaald moment de linkerschaats in het ijs waarna een linkse draai wordt gemaakt.
Flip
Slechte gering moeilijker dan de Cherryflip is de flip. Beide sprongen lijken veel op elkaar maar bij de flip glijdt de schaatser op de linkervoet achterwaarts, prikt met de rechterschaats in het ijs en draait linksom.
Lutz
Bij de Lutz gebruikt de schaatser evenals bij de Flip zijn rechtervoet om in het ijs te prikken en springt vanaf de buitenkant van de linkervoet. Vaak hebben Amerikaanse dames moeite met het springen van de Lutz en wisselen op het laatste moment van de buitenkant van de voet naar de binnenkant. Spotters spreken in dat geval van de Flutz.
Salchov
De Salchov is een zogenaamde edge jumps sprong omdat hij wordt gesprongen zonder afzettende prik in het ijs. De schaatser springt weg vanaf de linker achterkant van zijn linkervoet. Daarna wordt het rechterbeen open gegooid en wordt een draai, tegen de klok in, naar links gemaakt.
Rittberger
Een andere benaming voor de Rittberger is de Loop. De Rittberger is een van de moeilijkste sprongen. De sprong is vooral goed herkenbaar omdat de schaatser voorafgaand aan de sprong op twee voeten naar achter glijdt waarbij de linkervoet voor de rechtervoet is gekruist. Daarna wordt vanaf de rechtervoet weggesprongen, achterwaarts buitenwaarts waarbij de voeten gekruist gehouden worden en naar links wordt gedraaid.
Axel
De moeilijkste sprong is de Axel. Het is de enige sprong die van de voorkant af wordt gesprongen en waarbij achterwaarts wordt geland. Daardoor wordt met de Axel een halve draai meer gemaakt dan met alle andere sprongen. Bij de Axel wordt weggesprongen van de linkervoet en wordt geleund op de buitenvoorkant van de schaats.