Paardrijden – de figuren in de bak
Als je begint met paardrijden vliegen de nieuwe en vreemde termen je om de oren. Je bent opgestegen en rijdt in colonne achter elkaar aan. De instructeur of instructrice geeft nu allemaal aanwijzingen waar je op moet letten en wat je moet doen. Meestal worden dan termen gebruikt die niet in het dagelijks even worden gebruikt. Hieronder worden verschillende figuren, waar je mee te maken kunt krijgen, uitgelegd.
Bak
Als eerste het woord ‘bak’. Dit is een plaats waar je kan paardrijden. Je kan een
binnenbak hebben, dit is een overdekte bak, een bak met een dak erboven of een
buitenbak. Een buitenbak is een bak in de open lucht.
Een officiële wedstrijdbak kan twee maten hebben. Een bak voor de lagere dressuur (tot aan het Z-niveau) met de maten 20m bij 40m en een bak waar ook de hogere dressuur in verreden kan en mag worden. Deze bak heeft een grootte van 20m bij 60m.
Letters
Aan de muren van de bak hangen verschillende letters. Deze letters geven de plaats aan waar je bent in de bak, of waar je met een figuur moet beginnen. Het is dus van belang dat je weet waar welke letter staat.
In de 20m bij 40m bak hangen de letters A, F, B, M, C, H, E en de K. Een ezelsbruggetje om de letters te onthouden is:
Alle
Friese
Boeren
Met
Centen
Hebben
Een
Koe. In de 20m bij 60m bak zijn er nog vier letters toegevoegd. De volgorde van de letters wordt dan: A-K-V-E-S-H-C-M-R-B-P-F
Er zijn ook letters die aan het plafond hangen. Dit is de X in het midden van de bak. De D, die op de kruising van de F en de K en de C en de A hangt en de G die op de kruising tussen de H en de M en de C en de A hangt.
Hoefslag
De hoefslag is de geul die in de bak langs de omheining ligt. Wanneer er geen figuren gereden worden, zal je automatisch de hoefslag volgen.
Volte
Een volte is een cirkel. Er bestaan grote voltes, grote cirkels en kleine voltes, kleine cirkels. Bij officiële dressuurwedstrijden wordt de straal van de volte erbij gezegd: een kleine volte is een cirkel met 10 m middenlijn, een grote volte is een cirkel met 20 m middenlijn.
Een volte begint altijd bij een letter. Een grote volte kan beginnen bij de letters A, B, C en E. De bedoeling is dan dat er een grote cirkel gereden wordt. Als er gevraagd wordt om een grote volte bij de A te rijden, dan moet er een cirkel vanaf de A, via de X, weer terug naar de A gereden worden. Wanneer er een volte bij de B gereden moet worden, moet er een cirkel gestart worden bij de B, dan de hoefslag raken bij de E en weer terug naar de E.
Slangenvolte
Een slangenvolte is een figuur waarbij stukjes voltes en rechte lijnen elkaar afwisselen. Er wordt altijd bij gezegd hoeveel bogen de slangenvolte moet hebben. Een slangenvolte begint altijd bij de A of de C. Vanaf daar wordt de eerste boog gereden: er wordt een halve cirkel gereden. Op de A-C lijn wordt er omgesteld naar de andere hand en wordt er een halve cirkel de andere kant opgereden. Op de A- C lijn wordt er weer omgesteld en wordt er weer een halve cirkel de andere kant opgereden. Al naar gelang uit hoeveel bogen de slangenvolte moet bestaan moeten de cirkels groter of kleiner gemaakt worden, zodat het in de bak past.
Van hand veranderen
Wanneer je op de hoefslag rijdt, rij je altijd op ‘een hand’, dat wil zeggen: linksom of rechtsom. Om een paard gelijkmatig te gymnastiseren is het van belang om op beide handen evenveel te rijden. Er moet dan ‘van hand veranderd’ worden.
Er wordt op de rechterhand gereden wanneer de rechterhand van de ruiter aan de binnenkant is, rechtsom dus. Ruiter en paard rijden dan met de klok mee. Wanneer de andere kant op wordt gereden, dus met de linkerhand aan de binnenkant, tegen de klok in dus, wordt er op de linkerhand gereden.
In een rechte lijn van hand veranderen
Er kan op vier plaatsen in een rechte lijn van hand veranderd worden: bij H, K, M en F. Om van hand te veranderen wordt er bij de genoemde letter van de hoefslag afgewend en wordt er schuin naar de andere kant gereden. Dus: van hand veranderen bij de letter K is afwenden bij de letter K en dan in een rechte lijn via de letter X (het midden van de bak) schuin oversteken naar de letter H.
Door een S van hand veranderen
Het is ook mogelijk om via een S-vorm van hand te veranderen. Dit figuur begint altijd bij de E of B. Wanneer gevraagd wordt om bij B door een S van hand te veranderen, wordt er bij de B een wending, halve cirkel gereden tot op de A-C lijn. Op de A-C lijn wordt het paard rechtgezet, waarna de wending de andere kant op wordt ingezet. Na de tweede halve cirkel wordt de hoefslag bij de E weer gevolgd.
Gebroken lijn
Een gebroken lijn wordt, net als van hand veranderen, altijd vanaf de letters H, K, M of F gereden. Net als bij het van hand veranderen in een rechte lijn wordt bij de gevraagde letter van de hoefslag afgewend en wordt er gereden naar de letter scheef tegenover de letter. Bij de H is dat de K, bij de M is dat de F. Alleen wordt nu niet tot aan de letter gereden, maar wordt er tot aan de letter X (het midden van de bak) gereden. Bij aankomst bij de letter X wordt er terug gereden naar de hoefslag. Een gebroken lijn raakt dus de letters K-X-H of F-X-M.
Wenden van A naar C en van B naar E
Er kan ook recht overgestoken worden. Dit kan van A naar C, van C naar A, van B naar E en van E naar B. Er wordt dan afgewend bij de gevraagde letter en er wordt via de X doorgereden naar de overkant van de bak. Meestal wordt er daarna bij verteld of er aan het einde van het figuur naar links of naar rechts moet worden gewend. Wanneer er geen richting bij wordt verteld moet op dezelfde hand gereden blijven worden als voordat met de oefening werd begonnen.