Bowlingtermen of hoe kan ik meepraten na een avondje bowlen

Strike, spare, turkey. Waar hebben ze het over? Hier een korte uitleg over het hoe en wat van de bowlingtermen. Binnen de bowlingsport zijn er veel termen die uit het Amerikaans komen.

Ik zal beginnen met de makkelijkste:

Frame

Een bowlinggame bestaat uit 10 frames, iedere frame bestaat uit maximaal twee worpen. In het 10de frame mag je bij een strike nog twee maal extra gooien en bij een spare nog één maal extra gooien. Dit zijn de nabeurt(en) of bonusframe(s).

Strike

Een strike gooi je als je alle pins (dat zijn de kegels) in één worp omgooid. Als je na de eerste worp nog pins recht overeind hebt staan mag je nog een keer gooien. Als je nu alles omgooit heet dit een spare.

Turkey

Wanneer je heel goed geoefend hebt en al goed strikes kunt gooien dan gaan we iets verder. Drie strikes achter elkaar heet een Turkey (kalkoen), vier strikes achter elkaar heet een four-bagger evenals vijf strikes achter elkaar five-bagger heet. Als je echt goed bent en je gooit zes strikes achter elkaar dan heet dit een six-pack.

Perfect game

De echter sportbowlers hebben eigenlijk maar één doel als je aan het bowlen zijn en dat is een perfect game. Een perfect game heb je als je alle beurten een strike gooit. Dit zijn er 12, 10 frames en 2 nabeurten. Je hebt dan een score van 300.

Hoe werkt die telling nu?

De omgegooide pins worden gewoon bij elkaar opgeteld. Wanneer je een strike gooit mag je de volgende twee worpen bij de beurt van de strike optellen. Bij een spare mag je de volgende worp bij de frame van de spare optellen. Wanneer je dus alleen strikes gooit mag je steeds weer de volgende twee strike bij de frame optellen. Ieder frame is dan dus 30 pins. Tien maal 30 pins is de maximale score van 300.

Gelukkig hebben de meeste bowlinghuizen tegenwoordig computerscore en hoeven we ons hoofd niet te breken over de ingewikkelde berekeningen. Om te kunnen inschatten hoe hoog je score zal gaan uitvallen in het echter wel handig als je even snel kunt uitrekenen wat je nog moet gooien om een bepaalde score te halen.

Wanneer je een beginnende bowler bent krijg je met heel andere termen te maken. Een gutterball is in de goot terecht gekomen en levert geen score op, ook niet wanneer de bal weer de baan op komt. Wanneer de computer fout aangeeft betekent dit dat je met je voet over de foutlijn heen gegaan bent en wederom geen score. Een open frame is een frame zonder spare of strike, een misser dus. Wanneer er twee pins op afstand van elkaar blijven staan, vaak heel lastig om te spare-en spreek je van een split. Als de headpin (de voorste pin) erbij staat spreek je niet van een split. Hoewel deze spare vaak even moeilijk is.

Trainingstermen:

Release

De release is het loslaten van de bal. Lopen doe je op de approach. Dit is het gedeelte voor de foutlijn dat er hetzelfde uitziet als de baan. Rev's zijn de omwentelingen die je in je bal hebt en de timing moet goed zijn in je aanloop.

Heel wat termen die te pas en te onpas over de baan geroepen worden.