Paardensport: Voltige
Voltige is een tak binnen de paardensport die een combinatie is tussen paardrijden en gymnastiek of turnen. De voltigeurs doen oefeningen op een galopperend paard. Voltige kan gedaan worden in een team of solo. Voltige is enorm goed om een goede zit en vertrouwen in het paard te ontwikkelen, maar is ook een serieuze wedstrijdsport.
Voltige
Voltige is eigenlijk een mix tussen paardrijden en turnen. Er worden acrobatische oefeningen gedaan op de rug van een galopperend paard. Voltige is ooit ontstaan met het doel om kinderen goed te leren paardrijden. Iemand die wil gaan voltigeren moet ook echt interesse hebben in paarden, want de verzorging en het omgaan met paarden hoort er ook bij. Voltige is met name geschikt voor kinderen, en doordat het het evenwichtsgevoel, de zit en de ongedwongenheid bevordert vormt voltige een goede basis voor het paardrijden.
Het paard waarop gevoltigeerd wordt galoppeert op een volte (cirkel) aan de longe (een lang touw) en wordt onder controle gehouden door de longeur, die in het midden van de cirkel staat. Voltigeren kan zowel in teamverband als solo. De voltigeurs moeten altijd op zo’n manier hun oefeningen doen dat het paard er geen last van heeft. Zij moeten zich aanpassen aan het paard, niet andersom.
Voltige is een discipline die is aangesloten bij de KNHS en de FEI, maar is geen Olympische sport. Er worden Nederlandse, Europese en Wereldkampioenschappen gehouden.
Het voltigepaard
Niet ieder paard kan gebruikt worden voor voltige. Vooral het karakter van het paard is heel erg belangrijk; voor voltige is een rustig, nuchter paard nodig. Er zijn niet veel paarden die drie mensen kunstjes op hun rug laten doen zonder te schrikken op gespannen te gaan lopen, een geschikt paard vinden is dus heel belangrijk. Verder moet het paard nog aan een aantal fysieke criteria voldoen: het moet een grote maat paard zijn met een schofthoogte van boven de 1.65 m; stevig gebouwd, KWPN’ers, Gelderse en Friese paarden zijn erg geschikt; ze moeten een korte, stevige nek hebben; over een ruime en rustige galop beschikken en ze moeten fysiek fit zijn aangezien ze een hele proef aan het galopperen zijn.
Wedstrijden
Voltige kan gedaan worden als team, in duo’s of solo. Bij het teamvoltigeren is er een team van 4 of 6 voltigeurs met een leeftijd vanaf 6 jaar, die allemaal de verplichte oefeningen moeten laten zien en daarnaast met zijn tweeën of drieën een vrije kür laten zien. Bij duo voltige is dit hetzelfde; alle twee de voltigeurs laten de verplichte oefeningen zien, en doen daarna met zijn tweeën een vrij kuur. Met solovoltige mag gestart worden op 14 jarige leeftijd. Een solovoltigeur laat eerst de verplichte oefeningen (zie hieronder) zien en doet daarnaast vrije oefeningen.
De klassenindeling bij voltigewedstrijden ziet er als volgt uit:
Bij het teamvoltigeren:
- Junioren: deelnemers tot en met 16 jaar
- Basis: verplichte oefeningen in stap en galop, de vrije in stap
- E: verplichte oefeningen in galop, de kür in stap
- D: vanaf deze klasse zowel de verplichte oefeningen als de kür in galop
- C
- B
- A
Bij het solovoltigeren:
- Junioren: deelnemers tot en met 16 jaar
- C
- B
- A
De proeven worden beoordeeld op moeilijkheidsgraad, samenstelling, technische uitvoering, muziekkeuze en verzorging van voltigeurs en paard. Een team of een voltigeur mag promoveren naar een andere klasse bij 4 winstpunten, en is gedwongen bij 8. Bij 5 verliespunten vindt een degratie plaats, een team of voltigeur moet dan terug naar de vorige klasse.
Verplichte oefeningen
- Opsprong: de voltigeur spring op het paard terwijl deze galoppeert.
- Vrije zit: zitten op het galopperende paard met de armen gespreid, minstens 4 galopsprongen.
- Vlag: de voltigeur zit op de knieën en steekt één arm en één been uit.
- Molen: de voltigeur draait een rondje op het paard door zijn benen over de nek en billen van het paard te strekken, waarbij alle vier de fases 4 galopsprongen volgehouden moet worden.
- Schaar: de voltigeur drukt zich op tot een handstand, kruist de benen en draait zijn lichaam waardoor die achterwaarts zit, en op dezelfde manier weer terug.
- Staan: de voltigeur staat minstens 4 galopsprongen gestrekt op het paard, met de armen voorwaarts of zijwaarts.
- Flanken: De voltigeur drukt zich op tot een handstand, laat los en springt van het paard.