Jongleren met vijf ballen, een inleiding
Kunnen jongleren met vijf ballen is een droom van vele jongleurs. Waar iedereen op korte tijd kan leren jongleren met drie en zelfs vier ballen vraagt jongleren met vijf ballen veel meer tijd, oefening en concentratie. Ik geef in dit artikel zoveel mogelijk tips om dit jongleerproces (voor gevorderden) zo snel en goed mogelijk te laten verlopen.
Het patroon
Het patroon is hetzelde als de cascade met drie ballen; rechts-links-rechts-links-rechts-enz. Elke bal wordt gegooid onder de eerder geworpen bal en altijd naar de andere hand.
Snelheid, kruispunt en hoogte
De basisbeweging is dezelfde als die met drie ballen. Elke bal wordt naar de andere hand gegooid, onder een bal in de lucht door. Het verschil ligt in de uitvoering. Om het patroon, de cascade, gaande te houden dien je sneller en hoger te gooien. De snelheid dien je al oefenend te ervaren. ALs je te snel of te traag start krijg je moeilijkheden om in het ritme te blijven. Dit ritme kan je horen; gooi gewoon vijf worpen en luister naar het ritme als ze op de grond vallen (vang ze dus niet op in deze oefening). De 'drops' moeten ritmisch verlopen. Corrigeer waar nodig.
Het kruispunt van het patroon is het punt waar de ballen in de lucht elkaar kruisen. Het is niet nodig dit kruispunt hoger te maken dan het kruispunt met drie ballen. Door het kruispunt laag te houden creëer je namelijk ruimte in het patroon, die zoweel esthetisch als functioneel (met het oog op latere trucs) is. De hoogte dient natuurlijk wel veranderd, de ballen komen boven het hoofd uit. Experimenteer met verschillende hoogtes maar overdrijf niet (niet te hoog of te laag). Wees waakzaam dat elke bal dezelfde baan beschrijft. Een veel voorkomende fout is dat de linkerhand voor rechtshandigen te laag gooit. Dit breekt het patroon. Hierom concentreer je je in het begin best met gewoon vijf goede worpen te doen en te kijken wat er fout loopt. Corrigeer van in het begin, dit bespaart je veel tijd.
Precisie
Het verschil in vergelijking met het jongleren met minder ballen ligt vooral hierin. Elke mindere worp wordt in het vijfbalpatroon genadeloos afgestraft. Als je dient te corrigeren verlies je veel tijd en wordt het patroon veel moeilijker. Concentreer je dus op het maken van de juiste worpen, zodanig dat ze bijna of helemaal in je andere hand vallen zonder dat je ernaar dient te grijpen. Correcties slorpen tijd op. Doe ook hier gewoon vijf cascadeworpen na elkaar (een flash), en kijk waar de ballen vallen. Je kan in deze oefening ook niet vangen en kijken naar de posities waar de ballen op de grond vallen. Je zult verstelt staan. Corrigeer zo snel mogelijk, het maakt het patroon eenvoudiger. Je gooit in principe vanaf de navel (kruispunt) en de gegooide bal valt iets buiten je lichaam in de andere hand.
Pols of geen pols?
Ik verkies geen pols te gebruiken en te gooien met de onderarm (bovenarm en schouder blijven stil). Hierdoor worden worpen precieser en technischer. Een polsbeweging wordt vaak gebruikt om te corrigeren. Je vermijdt dit best met het oog op een mooi patroon. Leer je armen de juiste beweging te maken door worpen die niet aankomen niet te vangen. Het lijkt wat streng maar het heeft resultaat.
Circels of geen circels?
Sommige jongleurs verkiezen grote circelvormige bewegingen te maken in het vangen en gooien van een bal. Dit hoeft niet en kost veel tijd. Maak eerder driehoekige bewegingen; breng de onderarm naar beneden, en ga naar 'binnen' om vanuit de navelpositie te gooien. Breng de onderarm terug in startpositie (iets boven horizontaal gestrekt) in een driehoekige beweging. De bovenarmen blijven in dezelfde positie en gooien niet mee (laat je bovenarmen gewoon naast je lichaam vallen om de juiste houding aan te nemen). Gooi niet buiten de startpositie (onderarmen gestrekt met bovenarmen omlaag), het is niet nodig en maakt het patroon veel bewegender. Indien nodig corrigeer je door je hele lichaam te verschuiven, niet door met je armen te grijpen.
Verdere training
Zorg ervoor dat je niet gefrustreerd geraakt. Gooi de flash zo goed mogelijk. Als dit tien maal goed lukt doe je er een worp bij. Volgens 'kenners' jongleer je goed met vijf ballen vanaf 50 worpen. Vergeet niet regelmatig ander oefeningen te doen met drie en vier ballen opdat je je zou blijven amuseren.
Succes!
© 2009 - 2024 Janvanertvelde, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Leren jonglerenWil je eens indruk maken op je vrienden of zoek je een leuke bezigheid. Jongleren is een techniek die iedereen aan kan l…
Jongleren, hoe doe je dat?Het ziet er zo makkelijk uit: een man gooit drie ballen in de lucht en vangt ze op, vijf minuten aan een stuk. Hoe doet…