Jongleren met vier ballen, een inleiding
Jongleren met vier ballen vereist een ander techniek dan het jongleren met drie ballen. De ballen kruissen namelijk niet. In de basisbeweging wordt elke bal in een verticale kolom naar dezelfde hand gegooid. Ik verdiep me in dit artikel in deze beweging.
Voorbereidende techniek
De gooibeweging gaat als volgt; ga naar beneden met je voorarm, en ga een beetje naar binnen om vanaf navelhoogte tussen navel en zijkant van je lichaam te gooien zonder polsbeweging. De bal dient in jezelfde hand te vallen,die nu terug in startpositie is. Oefen hiervoor best met één bal. De bal wordt dus in een kolom gegooid, van ietswat naar binnen naar ietswat naar buiten. Om te kunnen jonleren met vier ballen dien je de twee-in -één hand techniek te beheersen. Dit is jongleren met twee ballen in één hand (zoals de naam het zegt). Dit kan je doen op verschillende manieren;
- inside-out; je gooit van binnen naar buiten. Dit gebeurt voor de rechterhand met de klok mee (omgekeerd met links).
- outside-in; je gooit van buiten naar binnen. Dit noemen we een reverse throw. Dit gebeurt voor de rechterhand tegen de klok (met de klok mee met links) in .
- in kolommen; elke bal beschrijft een bepaalde kolom; één bal blijf in een linkerkolom, tussen zijkant en navel van je lichaam, en één bal blijft in een kolom aan de zijkant van je lichaam.
Voor de basisbeweging jongleren we het best inside-out.
De basisbeweging
Deze beweging noemen we de fontein. De ballen beschrijven een baan die in het geheel een fonteinachtig effect heeft. Er zijn twee basismanieren om te jongleren met vier ballen. Synchroon en asynchroon.
Synchroon
Hou twee ballen in je linkerhand en twee ballen in je rechterhand. Gooi tegelijkertijd twee ballen, één vanuit de linkerhand en één vanuit de rechterhand omhoog zoals boven (inside-out) beschreven. Als de twee ballen hun hoogtepunt in hun verticale kolom bereiken gooi je de volgende twee ballen (op dezelfde manier) in de lucht. De ballen kruissen dus niet naar de andere hand. Dit geld ook voor het jongleren met zes en acht ballen, en met alle andere even nummers. Tracht het patroon gaande te houden en zo min mogelijk te corrigeren. Begin desnoods opnieuw en doe een flash (i vier worpen gooien die je vangt). Een qualify is het werpen van het aantal ballen x twee. In dit geval dus acht worpen en acht vangsten.
Asynchroon
Ook hier kruissen de ballen niet. Je gooit eerst met rechts, dan met links, dan met rechts en opnieuw met links. De ballen blijven gegooid naar dezelde hand. Dit vereist een bepaalde 'feel'. Probeer en tracht een bepaald ritme aan te houden.
Variaties
- Je kan de ballen ook in reverse throws gooien, outside-in. Hierbij gooi je van binnen naar buiten.
- Je kan de ballen ook in kolommen gooien waarbij elk van de vier ballen in een vaste kolom naats elkaar worden gegooid.
- Je kan variëren door rechts bvb. reverse throws te gooien, en links inside-out te gooien.
- ALs je deze technieken beheerst kan je de half-shower en shower proberen.
Bij de
half-shower wordt afwisselend met rechts en links gegooid. De ballen vanuit de ene hand wordt hoog naar de andere gegooid, de ballen van de andere hand laag naar de andere hand. Je krijgt hierdoor een circelvormig patroon. De half-shower gebeurt met reverse throws.
De shower met vier ballen begint met het in de voorkeurshand houden van drie ballen. De andere hand houdt één bal vast. Gooi die ene bal hoog naar de andere hand en smash de andere ballen in een horizontale lijn naar hand die de eerste bal gooide. Elke bal gevangen in de voorkeurshand wordt onmiddelijk gegooid naar de andere hand terwijl de linkerhand onmiddelijk hoog naar de andere hand gooit. Het patroon beschrijft zo een circel van ballen, vertrekkend vanuit de linkerhand. De rechterhand vangt de ballen en werpt ze onmiddellijk strak naar de linkerhand.