Basistrucs voor de beginnende jongleur

Naast de cascade met drie ballen, waarbij elke bal naar de andere hand wordt gegooid onder de bal in de lucht door, zijn er nog tientallen andere trucs mogelijk. Ik geef in dit artikel een beschrijving van enkele eenvoudige trucs voor beginners, met drie ballen.

Cascadetrucs

Reverse cascade

Elke bal wordt niet onder maar boven de andere bal in de lucht naar de andere hand gegooid. Je gooit vanaf de zijkant van je lichaam naar het midden, waar de andere hand de bal vangt en naar 'zijn' kant brengt. Je kan je hiervoor een 'mandje' in het midden van je lichaam voorstellen, waar elke bal naartoe wordt gegooid.

Tennis

DIt is een combinatie van de cascade met de reverse cascade. Gooi telkens twee cascadeworpen en dan een reverse cascadeworp. Dezelfde bal gaat altijd als een tennisbal over de cascadeworpen.

Flash

Je gooit de drie ballen zo snel dat ze alledrie even in de lucht vertoeven. Vaak wordt de flash getest door na de drie worpen te 'klappen'.

Hoog of breed

Je kan cascadetrucs heel hoog of zeer laag uitvoeren. Je kan het patroon ook heel breed en buiten je lichaam uitvoeren. Ga zo ver en breed mogelijk, dit creëert een mooi effect waarbij de ballen bijna in een verticale lijn worden geworpen.

Manieren om een bal te gooien en te vangen

Klauwen (claw)

Je gooit en vang niet met de handpalm naar boven maar met de handpalm naar beneden. Je klauwt de ballen.

Pinguin catch

Je vangt een bal met je arm gestrekt naast je lichaam en met je pols (tegen je lichaam) naar buiten gebogen zodat de handpalm naar boven wijst.

Vork

Je gooit en/of vangt een bal met de rug van je hand. Dit doe je door je middelvinger bvb. wat naar beneden te brengen en de bal te vangen op de twee vingers ernaast.

Elbowcatch

Je vangt een bal in je elleboogholte. Gooi er een bal naartoe en klem de bal in de elleboogpositie door je onderarm naar je bovenarm te brengen. Je kan hem hierna van daaruit gooien.

Twee in één hand-trucs

Er zijn drie mogelijkheden om twee ballen in een hand te jongleren:

• Met de klok mee, in een circelvormige beweging.
• Tegen de klok in, met een circelvormige beweging.
• In kolommen; elke bal wordt gegooid in een afzonderlijke verticale kolom. Er zijn dus twee kolommen naast elkaar.

De jojo

Een hand doet twee ballen in een hand (in kolommen); en de andere hand met bal volgt de verticale lijn die één bepaalde bal maakt. Die hand met zichtbare bal blijft die bal volgen (een bepaalde afstand erboven) zodat het lijkt alsof ze aan een draadje zijn verbonden. Je kan ook twee in een hand op de andere manier gooien en een bal volgen.

De machine

Terwijl je twee in een hand gooit doe je drie stappen met de andere hand. Eerst spiegel je de verticale kolom van de buitenste bal in een verticale kolom naast de twee in een hand. Dan maak je een horizontale baan tot boven de buitenste kolom. En op de derde tel (volg voor de tellen het gooien van de hand met twee ballen) laat je de bal vallen in de buitenste kolom. Je vangt met de hand die laat vallen de bal die gegooid wordt in die kolom. Met de andere hand vang je de gedropte bal.

1 UP -2 UP

Gooi een bal omhoog en twee ballen in twee kolommen ernaast. Je kan hier eindeloos mee variëren. Je kan de ene bal over de andere gooien, of ertussenin, of in een combinatie van beiden. Je kan zo mooie patronen maken. Vang en gooi de ene bal met je andere hand.