Doorverkooppercentage en opleidingsvergoeding bij transfers
Met transfers in het voetbal zijn grote bedragen gemoeid. Naast de bedragen die in de media genoemd worden zijn bij een transfer met regelmaat ook afspraken gemaakt over een bonus voor de verkopende club op het moment dat een speler een volgende transfer maakt. Dit wordt ook wel doorverkooppercentage genoemd. In de regels van de FIFA is bovendien vastgelegd dat bij een transfer altijd een opleidingsvergoeding moet worden betaald aan de club die de speler heeft opgeleid. Dit kan ook om een amateurclub gaan.
Inhoud
Aanvullende clausules bij een transfer
Wie het transfernieuws in de voetbalwereld volgt kan soms duizelig worden van de bedragen die met de overgang van een speler naar een andere club gemoeid zijn. Bedragen van tientallen miljoenen zijn voor Europese topclubs heel normaal. De bedragen die in de media genoemd worden zijn echter lang niet altijd volledig. In veel moderne transfers zijn diverse clausules opgenomen die het aankoopbedrag nog verder kunnen doen laten stijgen. Voorbeelden van clausules die de prijs van een speler verder kunnen opdrijven zijn:
- Bonus nadat de speler een bepaald aantal wedstrijden gespeeld heeft
- Bonus wanneer de speler een minimum percentage van de wedstrijden in zijn eerste seizoen speelt
- Bonus wanneer de club kampioen wordt of een bepaald toernooi wint
- Bonus wanneer de speler zijn contract verlengt / een optie in het contract tot verlenging wordt gelicht binnen een bepaalde tijd
Doorverkooppercentage bij transfer
Naast de genoemde bonussen is het in de voetbalwereld gebruikelijk om in het contract een
doorverkooppercentage op te nemen. Dit houdt in dat de club die een speler verkoopt een percentage van de transfersom ontvangt wanneer de club die de speler koopt deze later weer verkoopt. Dit kan om een klein percentage van bijvoorbeeld 5% gaan, maar er wordt ook weleens een percentage afgesproken van bijvoorbeeld wel 30%. Deze afspraken worden normaliter zelden in de media gemeld wanneer het nieuws van een transfer komt, maar komen pas aan het licht bij de doorverkoop. Deze manier van zaken doen is een interessante optie voor clubs die hun groeibriljantjes om sportieve redenen niet binnen boord kunnen houden maar verwachten dat de speler in kwestie in de toekomst nog wel eens veel waard kan worden.
Opleidingsvergoeding voor vorige clubs
Naast de doorverkooppercentages die contractueel kunnen worden vastgelegd bestaat daarnaast de verplichting voor clubs om bij transfers een zogenoemde opleidingsvergoeding te betalen aan de club(s) waar een speler (een deel van) zijn jeugdopleiding genoten heeft. Dit is een gevolg van Artikel 21 van de FIFA transferreglementen. De regel staat ook wel bekend als die van het '
training and solidarity mechanism'. Om deze reden zullen ook bijvoorbeeld amateursclubs de loopbaan van hun jeugdexponenten met meer dan alleen sportieve interesse volgen.
Voorbeelden van hoge doorverkooppercentages en opleidingsvergoedingen
- Toen Gareth Bale in 2007 de overstap maakte van Southampton naar Tottenham Hotspur werd een doorverkooppercentage van 25% afgesproken. Nadat Southampton in financiële problemen was geraakt liet het deze clausule afkopen in ruil voor een snelle £ 3 miljoen. Ze zullen zich daar nog weleens achter de oren gekrabd hebben toen Bale in 2013 voor £ 86 miljoen de overstap maakte naar Real Madrid. Een snelle rekensom leert dan Southampton hiermee zo'n £ 18.5 miljoen misliep.
- Raheem Sterling werd opgeleid door QPR, dat hem in 2010 voor circa £ 600.000 verkocht aan Liverpool. Daarnaast sprak het een doorverkooppercentage van 20% af. Dit leverde QPR in naar verluidt een kleine £ 8 miljoen op toen Sterling een transfer maakte naar Manchester City.
- Pedro maakte in 2015 de overstap van Barcelona naar Chelsea voor ruim £ 21 miljoen. Door deze transfer streek zijn eerste club San Isidro, in Spanje op dat moment uitkomend op het vierde niveau, een opleidingsvergoeding op van zo'n € 400.000. Op dat moment vocht de club tegen een faillissement waarvan het duidelijk in één klap verlost was.
Nadeel: scenario Michel Vorm
Een club die zich nog weleens achter de oren zal krabben alvorens een doorverkooppercentage af te spreken met een andere club is FC Utrecht. Deze club zag zo'n deal al eens erg ongelukkig uitpakken. Keeper
Michel Vorm maakte na zes overwegend succesvolle seizoenen voor een redelijk bescheiden som van zo'n € 1.5 miljoen de overstap naar het net gepromoveerde Swansea City. Mede omdat het budget van promovendus Swansea City nog wat beperkt was maar het veel nieuwe spelers nodig had om de concurrentie met andere Premier League clubs aan te kunnen, werd een deal gesloten die in belangrijke mate afhing van een doorverkoopclausule. Bij een transfer van international Michel Vorm van Swansea City naar een andere club zou FC Utrecht ruim 30% van het transferbedrag ontvangen, nog naast de opleidingsvergoeding waar het sowieso recht op heeft.
Pijnlijk genoeg bedacht Swansea City een trucje om onder de verplichting tot afdracht uit te komen. Toen Vorm in 2014 verhuisde naar Tottenham Hotspur deed hij dit niet in ruil voor een zak met geld maar in ruil voor de IJslandse middenvelder Gylfi Sigurðsson, die de omgekeerde route bewandelde. Zodoende was met de transfer geen geld gemoeid en had FC Utrecht in feite dus een aanspraak op 30% van € 0 euro. FC Utrecht vocht de handelswijze van Swansea City aan bij de FIFA en het internationale sporttribunaal CAS maar ving daar bot. Een wijze les heeft het wel geleerd: voortaan moet een aanvullende clausule worden ingebouwd om te voorkomen dat clubs onder het betalen van een doorverkooppercentage uit kunnen komen.