Ajax 1994-1995: Champions League-beker door een 'puntertje'

Ajax deed in dit seizoen als landskampioen van Nederland voor het eerst mee aan de Champions League. In de groepsfase, die door Ajax werd gewonnen, werd o.a. Champions League-houder AC Milan tweemaal verslagen met 2-0. Na deze groepsfase bereikten de Amsterdammers via Hajduk Split (0-0 en 3-0) en Bayern München (0-0 en 5-2) de finale van de Champions League. Voor de derde maal in dit seizoen moest Ajax aantreden tegen AC Milan maar nu stond de 'Cup met de grote oren' op het spel. Op 24 mei 1995 besliste zes minuten voor tijd een 'puntertje' van de 18-jarige invaller Patrick Kluivert de finale in Wenen (1-0). Ajax won voor de vierde maal in haar bestaan de belangrijkste Europese beker!

Weerzien met oude bekenden

In de derde editie van de Champions League deed Ajax voor het eerst mee na het winnen van de Nederlandse landstitel. Tegenstanders in de groepsfase waren AC Milan (Italië), AEK Athene (Griekenland) en Casino Salzburg (Oostenrijk).
In de eerste wedstrijd moest Ajax het meteen opnemen tegen Champions League-houder AC Milan, één van de beste Europese ploegen van de afgelopen jaren. In de eerste editie van de Champions League had AC Milan de finale verloren van Olympique Marseille met 1-0 maar won afgelopen seizoen in een schitterend gespeelde wedstrijd wel deze beker. Slachtoffer was het Barcelona van trainer Johan Cruijff dat met 4-0 verloor. Bij AC Milan was Ruud Gullit teruggekeerd naar een jaar Sampdoria en stond oud-Ajacied Marco van Basten nog wel onder contract maar speelde al een jaar niet meer vanwege een zeer zware blessure. Voor Frank Rijkaard was het een speciale wedstrijd tegen zijn oude ploeggenoten, die hij anderhalf jaar eerder had verlaten voor een terugkeer bij Ajax.

Cum laude geslaagd

De Italianen waren dus favoriet voor het eerste treffen op 14 september op de natte grasmat van het Olympisch Stadion in Amsterdam. Maar dat er een andere ploeg op het veld stond dan enkele maanden eerder, toen de Champions League werd gewonnen, was wel duidelijk. AC Milan was gehandicapt door blessures en geschorste spelers maar had ook niets in te brengen tegen het goede spel van Ajax. Nadat Ronald de Boer in de 51e minuut Ajax op 1-0 voorsprong had gebracht ging het zelfs swingen bij de roodwitten. Jari Litmanen zette de ploeg een kwartier later zeer verdiend op een 2-0 voorsprong. Ajax was cum laude geslaagd voor haar debuut in de Champions League.

Taaie Oostenrijkers

Een knappe 1-2 zege werd behaald in ‘de geelzwarte hel’ in Athene tegen AEK. Matchwinnaar werd de 18-jarige Patrick Kluivert, die in de tweede helft het winnende doelpunt hoog in het dak van het doel schoot. In een zeer vervelende en saaie uitwedstrijd tegen Casino Salzburg behaalde Ajax een 0-0 gelijkspel. De thuisploeg kon niet beter en verdedigde terwijl de uitploeg het allemaal wel best vond. Ook de thuiswedstrijd tegen de Oostenrijkers leverde geen winst op, sterker nog, Ajax mocht blij zijn dat Jari Litmanen vijf minuten voor tijd alsnog de gelijkmaker binnenschoot (1-1). Niet dat Casino Salzburg beter was dan Ajax, maar het was allemaal te tam bij de Amsterdammers die geen gaatje konden vinden in de verdedigingsmuur van de Salzburgers.

Staande ovatie in Triëst

Op 23 november kon Ajax zich definitief plaatsen voor de kwartfinale van de Champions League, een gelijkspel tegen AC Milan was voldoende. De wedstrijd werd niet in Milaan maar Triëst gespeeld daar AC Milan wegens wanordelijkheden in de thuiswedstrijd tegen Casino Salzburg twee punten in mindering had gekregen en enkele wedstrijden niet in eigen stadion mocht spelen. Ruud Gullit, die in de eerste wedstrijd voortdurend was uitgefloten door het Amsterdamse publiek, was inmiddels al weer teruggekeerd bij Sampdoria. Ajax begon uitstekend want binnen twee minuten lag de bal al achter doelman Sebastiano Rossi door de Fin Jari Litmanen. AC Milan moest nu wel aanvallen maar de Ajax-defensie was volwassen genoeg om het eventuele gevaar te keren. De Amsterdammers lieten zien dat ze waren gegroeid en gaven een show weg die werd beloond met een tweede treffer door eigen doelpunt van AC Milan-speler Franco Baresi. Ajax had de kwartfinale bereikt en dat wilden de duizenden Ajax-supporters na afloop weten. Een staande ovatie volgde en ook de Italianen deden een duit in het zakje, vooral toen oud-speler Frank Rijkaard afscheid nam van zijn supporters van weleer.

Het laatste groepsduel van Ajax tegen het al uitgeschakelde AEK Athene werd de wedstrijd van Tarik Oulida, die beide doelpunten maakte in de met 2-0 gewonnen wedstrijd. Voor de wedstrijd was er een roodwitte vlaggenparade te zien in het uitverkochte Olympisch Stadion dat in de rust afscheid nam van de afgekeurde Rob Alflen.

Eindstand Groep D

* AC Milan kreeg twee punten aftrek wegens ongeregeldheden rondom de thuiswedstrijd tegen Casino Salzburg.

Mindere periode afgesloten met halve finaleplaats

Ajax was groepswinnaar geworden en moest het in de kwartfinale opnemen tegen het Kroatische Hajduk Split. Een jaar eerder hadden de Amsterdammers deze club nog uitgeschakeld in de eerste ronde van het Europa Cup 2-toernooi. Na het 1-0 verlies in de uitwedstrijd werd thuis met liefst 6-0 gewonnen van de Kroaten.

Ajax, dat net terug was gekomen van een oefentrip uit Athene, speelde op 1 maart in Split zeer matig en aangezien de thuisploeg ook niet echt iets wilde werd het een bloedeloze 0-0 wedstrijd. Het was een periode waarbij het allemaal wat minder liep bij de roodwitten. In de KNVB-beker werd Ajax, na 32 officiële wedstrijden ongeslagen te zijn geweest, in de kwartfinale uitgeschakeld door Feyenoord in het Olympisch Stadion met 1-2 na een ‘sudden death’-doelpunt van Mike Obiku. In de competitie werd ternauwernood in blessuretijd gewonnen van nummer zeventien Go Ahead Eagles met 1-2. Alle frustraties werden tenslotte weggespeeld in de thuiswedstrijd tegen Hajduk Split, welke met 3-0 gewonnen werd. Twee kopballen van respectievelijk Nwankwo Kanu en Frank de Boer beslisten het duel al voor de pauze. In de tweede helft schoot wederom Frank de Boer de 3-0 binnen middels een prachtige vrije schop en had Ajax de halve finale bereikt.

Alles is nog mogelijk

In de halve stuitte Ajax op Bayern München, de grootmacht uit Duitsland. In de kwartfinale wonnen de Duitsers niet van het Zweedse IFK Göteborg maar beslisten de uitdoelpunten het duel: 0-0 en 2-2. Het werd op 5 april in München geen grootse wedstrijd voor de zestigduizend toeschouwers, waaronder zich een kleine tienduizend Ajax-supporters bevonden, en zonder doelpunten kon iedereen weer huiswaarts keren. Ajax was blij omdat het een goede uitgangspositie had bereikt, Bayern München was blij omdat er nog van alles mogelijk was voor de return.

Ook Bayern München kan Ajax niet stuiten

Maar na 45 minuten spelen op 19 april in de sfeervolle ambiance van het Olympisch Stadion geloofde geen Duitser er meer in. Helemaal niet meer toen Jari Litmanen er na de pauze meteen 4-1 van maakte. Bayern München, dat gehandicapt was door enkele blessures, kreeg al in de elfde minuut de eerste tegenvaller te verwerken nadat Jari Litmanen de 1-0 op het scorebord had gebracht. Het zelfvertrouwen groeide bij de Ajacieden en zelfs de onverwachte tegentreffer kon het fantastisch draaiende Ajax niet van de wijs brengen. Ajax-doelman Edwin van der Sar moest na ruim vijfhonderd Europese minuten zonder tegentreffer de bal weer eens uit het net halen. Finidi George en Ronald de Boer beslisten het duel in de laatste vier minuten voor de theepauze. Na de 4-1 ontbrak bij Ajax de concentratie en kon Bayern München terugkomen in de wedstrijd middels een doelpunt van Mehmet Scholl uit een strafschop. Danny Blind maakte nog hands op de doellijn en had eigenlijk de rode kaart moeten krijgen van de Hongaarse arbiter Sánder Puhl. De Ajax-captain, die de finale al aan zijn neus zag voorbij gaan, kreeg slechts geel. In de slotfase maakte Marc Overmars aan de slechte tweede helft een einde door de 5-2 binnen te schieten.

Ajax behaalde daarmee haar honderdste Europese zege. Voor het eerst sinds 22 jaar en de vijfde keer in haar bestaan hadden de Amsterdammers eindelijk weer de belangrijkste finale van het hoofdtoernooi bereikt.

Voorbeschouwing op de finale

In de finale kwam Ajax een oude bekende tegen, AC Milan, waarvan in de groepsfase tweemaal met 2-0 was gewonnen en waarvan in 1969 in de eerste Europa Cup 1-finale van de Amsterdammers met 4-1 was verloren. De Milanezen bereikten de finale door het Franse Paris Saint-Germain met 0-1 en 2-0 te verslaan. Het was voor de achtste keer dat AC Milan de eindstrijd van de hoogste Europese beker had bereikt, voor de vijfde keer in de laatste zeven jaar en voor het derde opeenvolgende seizoen. Het was voor iedereen vooraf wel duidelijk dat de ploeg van trainer Fabio Capello niet voor de derde keer in één seizoen van Ajax wilde verliezen. Die schande wilde men zich besparen. De laatste wedstrijd voor de grote finale in Wenen werd door AC Milan met 1-0 verloren van Napoli. Op de tribune schreef de spiedende Ajax-coach Louis van Gaal zijn notitieboekje vol. De rossoneri bleven door dit resultaat derde staan in de competitie. Ajax daarentegen was al landskampioen geworden tegen FC Volendam door een 4-1 winst en verpletterde in de Klassieker Feyenoord in De Kuip met 0-5.

Het ‘puntertje’ van Patrick Kluivert

Voor de 32-jarige Frank Rijkaard was het op 24 mei 1995 in Wenen een weerzien in het stadion waar hij vijf jaar geleden de enige treffer van de Europa Cup 1-finale AC Milan-Benfica maakte en de Italianen de cup bezorgde. Dat was destijds in het Prater-Stadion, nu moest hij met al zijn ervaring Ajax leiden in datzelfde stadion dat inmiddels een andere naam had gekregen: het Ernst Happel-Stadion.

Voor 50.000 toeschouwers zat Ajax duidelijk niet in de wedstrijd. De aanvallers konden niet bereikt worden en AC Milan, dat zonder sterspeler Dejan Savicevic speelde, was veel agressiever. Het was eigenlijk een klein wondertje dat Ajax zonder kleerscheuren de rust haalde. Een donderspeech volgde in de kleedkamer maar Ajax kwam pas weer beter in de wedstrijd na de komst in de 53e minuut van de 18-jarige invaller Nwankwo Kanu. Het zelfbewustzijn kwam terug in de ploeg en ook de aanvallers werden nu beter bereikt. Met het invallen van nog een jeugdig talent, de 18-jarige Patrick Kluivert en een prachtig uitgevoerde ‘karatetrap’ in de lucht van Ajax-coach Louis van Gaal, werd het vuurtje verder opgestookt.

En toen was daar die 84e minuut… Een simpel ogend ‘puntertje’ van Patrick Kluivert passeerde de verbaasde AC Milan-doelman Sebastiano Rossi en Ajax stond op 1-0! Zenuwslopende minuten volgden en Danny Blind had zelfs in blessuretijd de 2-0 nog bijna op zijn schoen, maar iets later volgde dan het eindsignaal van Roemeense scheidsrechter Ion Craciunescu. De Champions League-winst voor de Amsterdammers was binnen.

Ajax had na 22 jaar eindelijk weer de ‘Cup met de grote oren’ gewonnen en dat wilde iedereen weten. Dolle taferelen speelden zich af op het veld met huilende spelers en op de tribunes met zo’n 20.000 rood-witte supporters. Voor Frank Rijkaard was het een ultiem afscheid van zijn imposante voetbalcarrière. Een dag later werd de ploeg gehuldigd op het Museumplein en volgde er een boottocht door de Amsterdamse grachten. Zo’n kwart miljoen Ajax-supporters gingen daarbij uit hun dak.

Topscorers

Selectie