Ajax 1920-1921: Kampioen in 'Amsterdamse' competitie

Doordat De Spartaan en VVA waren gepromoveerd naar de eerste klasse bestond de westelijke afdeling dit seizoen uit liefst vijf Amsterdamse clubs. AFC, Blauw Wit en Ajax bevonden zich al op het hoogste niveau. Het kampioenschap ging ook tussen twee clubs uit Amsterdam. Lange tijd hielden Ajax en Blauw Wit gelijke tred maar op voorlaatste speeldag werd het kampioenschap ten gunste van Ajax beslist. De roodwitten waren voor de derde maal afdelingskampioen geworden in de eerste klasse.

Matig begin

Na het teleurstellende seizoen 1919-1920 waarin Ajax, na twee achtereenvolgende landskampioenschappen, slechts vijfde in de afdelingscompetitie werd waren de verwachtingen niet erg hoog gespannen voor dit seizoen. Doelman Jan Smit was vervangen door Jan de Boer, die in de afgelopen jaren nog halfspeler was van het vierde elftal. De westelijke afdeling bestond uit liefst vijf Amsterdamse clubs: AFC, Blauw Wit, de gepromoveerden VVA en De Spartaan en natuurlijk Ajax. Op 19 september opende Ajax de competitie meteen met een derby tegen De Spartaan. Op het nieuwe terrein van de promovendus werd duidelijk dat Ajax een maatje te groot was. Voor zo’n negenduizend toeschouwers won Ajax gemakkelijk met 1-4 door o.a. twee doelpunten van Wim Gupffert. In een uitverkocht Ajax-stadion werd tegen de afdelingskampioen van vorig seizoen VOC met 1-1 gelijk gespeeld. De eerste nederlaag volgde een week later in Dordrecht tegen DFC. De definitieve knock-out kreeg Ajax twee minuten voor tijd (2-0).

Stunt VVA gaat niet door

Een zwaarbevochten zege boekte de ploeg van trainer Jack Reynolds in de thuiswedstrijd tegen HVV met 2-1. Jan van Dort moest even na de theepauze het veld verlaten met een sleutelbeenbreuk en werd vervangen door Frans de Haan, die net hersteld was van een knieblessure. De laatste scoorde de winnende treffer maar moest later in de wedstrijd worden weggedragen na een hard schot. Frans de Haan zakte door zijn knie heen en zou nooit meer een officiële wedstrijd voor Ajax 1 spelen. De tweede Amsterdamse derby was op 17 oktober op het terrein van VVA. Ondanks het feit dat er maar zo’n vijfduizend toeschouwers in het stadionnetje konden was het bij lange na niet uitverkocht. De reden was waarschijnlijk de hoge toegangsprijzen, het gure weer en die andere stadsderby Blauw Wit tegen AFC. Ajax leek verrassend tegen een nederlaag te gaan oplopen want na de rust was de stand zelfs 3-1 voor de thuisclub. De Ajax-motor ging toen aan, uiteindelijk werd Jan de Natris matchwinnaar en werd er een moeizame 3-4 zege geboekt.

Ajax blijft winnen

Voor de thuiswedstrijd tegen Haarlem (2-0 winst) besloot het Ajax-bestuur om geen voorverkoop meer te houden om de zwarthandel in kaartjes tegen te gaan. Een benauwde 1-2 zege behaalde Ajax tegen Sparta via een benutte strafschop van Wim Gupffert. Eenvoudiger ging het in de stadsderby tegen AFC in een eenzijdige wedstrijd die door o.a. twee doelpunten van Frans Rutte met 3-0 werd gewonnen. Ook 0-3 werd het in Den Haag tegen HBS met een uitblinkende doelman Jan de Boer. Bij de roodwitten was Jan van Dort weer terug in de basis na zijn blessure en meteen scoorde hij het eerste Ajax-doelpunt. De Amsterdammers waren gewaarschuwd voor de kracht van UVV dat een week eerder koploper Blauw Wit de eerste nederlaag met 2-1 bezorgde. Twee doelpunten van Hein Delsen brachten Ajax toch een 2-0 zege op de Utrechters.

Tussenstand aan kop

Ajax wint de topper

Groot was de belangstelling op 28 november voor de topper en derby Blauw Wit-Ajax in het Stadion dat met zo’n 25.000 toeschouwers bomvol zat. Na een 0-1 ruststand door een doelpunt van Jan van Dort werd het in de tweede helft een waar spektakelstuk. Blauw Wit kwam via Smit, die tweemaal scoorde, op een 2-1 voorsprong maar nauwelijks enkele minuten later bracht Theo Brokmann de stand weer in evenwicht. In de slotfase werd Jan van Dort met zijn tweede doelpunt de held van geheel Ajax (2-3). Roodwit had de koppositie overgenomen van blauwwit. Een week later, op 5 december, pakte Sinterklaas verrassend uit want de nieuwe koploper ging in eigen huis onderuit tegen stadsgenoot De Spartaan met 0-1 door een doelpunt van Van Gent. Ajax dacht vooraf het varkentje wel even te wassen maar kwam van een koude kermis thuis. Toch sloot Ajax het jaar af als nummer één aangezien concurrent Blauw Wit ook verloor van Haarlem met 2-0.

Ajax komt los van Blauw Wit

Ook de eerste wedstrijd in het nieuwe jaar ging verloren. Op 2 januari won een veel energieker spelend HVV door o.a. drie doelpunten van Dé Kessler met 4-2. Voor Ajax scoorde Fons Pelser tweemaal. Wim Gupffert was de grote man in de daarop volgende drie wedstrijden. Op een glad en modderig veld tegen VVA scoorde hij eenmaal in de met 2-0 gewonnen stadsderby maar tegen Haarlem (0-2) en Sparta (2-0) verzorgde hij de gehele doelpuntenproductie. De derby tegen het laagstaande AFC viel qua spelpeil tegen maar werd wel overtuigend door de Ajacieden gewonnen met 1-5. Nu was het Frans Rutte die tweemaal het vijandelijke net wist te vinden. Na wekenlang samen met Blauw Wit bovenaan te hebben gestaan kwam Ajax op 6 februari los van de Zebra’s, die zelf met 0-0 gelijkspeelden tegen Haarlem. Ajax won zelf met 2-0 van HBS en had nu één punt meer dan Blauw Wit.

Tweede helft

Maar er volgden enkele moeilijke wedstrijden die pas na rust zouden worden beslist. Tegen UVV nam Ajax na de theepauze binnen tien minuten een 0-2 voorsprong tot groot enthousiasme van de tweeduizend meegereisde supporters. Na het tegendoelpunt van de Utrechters werd het nog even bibberen voor de Ajacieden maar de zege kwam niet meer in gevaar. Ook thuis tegen DFC moest het gebeuren in de tweede helft na een 0-1 ruststand. Het ‘regende’ hoekschoppen op het doel van de Dortenaren en uit twee ervan wist Jan van Dort te scoren (2-1). Met nog twee duels te gaan was de voorsprong op Blauw Wit gegroeid naar twee punten met op de laatste speeldag de topper Ajax-Blauw Wit nog op het programma.

Geen Amsterdamse finale, maar wel kampioen

Maar tot een echte Amsterdamse finale zou het niet komen. Op 27 februari was VOC in Rotterdam in de beginfase de betere ploeg maar gaandeweg kwam Ajax beter in de wedstrijd en besliste het duel in de twee helft (0-3) door o.a. twee doelpunten van Theo Brokmann. Toen was het afwachten was Blauw Wit zou doen in de thuiswedstrijd tegen stadsgenoot De Spartaan. Na Ajax (0-1) versloeg De Spartaan nu ook Blauw Wit op eigen veld met 1-2 en dus was Ajax onbereikbaar geworden en weg was de ‘superfinale’ van de laatste speeldag. Ajax was voor de derde maal afdelingskampioen geworden in de eerste klasse en dat werd uitbundig gevierd door de vele meegereisde supporters. Twee weken later won de kampioen in een uitverkocht huis met 2-1 van Blauw Wit na een aantrekkelijke eerste helft. Het tweede bedrijf was van minder kwaliteit maar de feeststemming onder de Ajax-supporters was er niet minder om.

Uitslagen

Eindstand

Topscorers

Selectie