Positie | Omschrijving |
1 keeper | - snelheid in de opbouw
- bij inspelen 3 of 4 meelopen in de richting van de bal
- bij balbezit op middenlijn op 16 meter staan
|
2 en 5 | - bij opbouw diep en breed uitlopen
- ruimte houden voor diepe bal naar 7 of 11
- denken over situatie "Wat als ?"
- voor 3 en 4 blijven
- opbouw zoeken naar 9
|
3 en 4 | - aanspeelbaar op de punt 16 meter
- centrum bemannen
- naast elkaar in de opbouw
- zorgen voor aansluiting bij diepe bal
|
6 en 8 | - ruimte maken voor de diepe bal
- altijd achter de bal aanbieden
- ruimte maken/houden voor 10
- in centrum spelen
|
7 en 11 | - veld breed en diep maken/houden
- bal aan de buitenkant aannemen
- vooractie achter rug tegenstander maken
- actie naar goal gericht
- kaats met 10 aangaan
|
9 | - diep aanspeelbaar zijn
- vooractie maken om aanspeelbaar te zijn
- doelgericht actie maken
- ruimte tot 7 en 11 bestrijken
- communiceren met 10
|
10 | - ruimte maken voor de diepe bal
- kaats aangaan met 9
- moment van kaats kiezen
- ruimte achter 9 bespelen
|